Inventaris

Godgavestraat 9 (Tongeren-Borgloon)
Boerenhuis, ingekort aan de linkerzijde, één bouwlaag onder zadeldak. Geelgekalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen, plaatselijk versteend. Verhoogd weiland ten westen en notelaar achter de hoeve.

Heirbaan (Tongeren-Borgloon)
Op één van de hoogste punten van de Heirbaan is aan de rand van een hoogstamboomgaard een perenboom gelegen die over de weg hangt. Deze boom heeft een zeer mooie groeivorm en is beeldbepalend langs deze weg.

Kuttekovenstraat 9 (Tongeren-Borgloon)
Pastorie, gebouwd in 1726, verbouwd door pastoor A. Hurlet in 1768. Alleenstaand dubbelhuis met omhaagd voortuintje; vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Achterliggende omhaagde tuin met fruitbomen.

Stationsstraat 34 (Tongeren-Borgloon)
Tuin bij een fruitkwekersvilla van 1932.

Wilstraat 4 (Tongeren-Borgloon)
Deze voormalige pastorie dateert uit het eind van de 17de eeuw en onderging enkele aanpassingen in de 19de eeuw. De pastorietuin is nu een deels omhaagd weiland met nog enkele fruitbomen.

Kortemarkstraat 57 (Torhout)
Boerenarbeidershuis, volgens het kadaster circa 1878 gebouwd door J. Bassauw (mogelijk wordt Bossauw bedoeld) als 'gedeeltelijke reconstructie en vergroting' van een ouder pand. Licht achterin gelegen huis onder zadeldak (vernieuwde mechanische pannen, gootlijst op klossen), omhaagde tuin met boomgaard.

Graatakker 106-108 (Turnhout)
Dit zomerhuisje met bijhorende moestuin klimt op tot het laatste kwart van de 19de eeuw, het lusthofje is uitgevoerd in neoclassicistische stijl.

Daal 5 (Voeren)
De twee leiperen staat tegen een zuidelijk georiënteerde gevel van het Huis Peters. Ze hebben een stamomtrek van 56 cm en 60 cm. De leibomen zijn kunstmatig gevormde fruitbomen, geplant met een welbepaalde functie voor fruitproductie. De geleide kunstsnoeivormen zijn beeldbepalende objecten.

De Plank 120 (Voeren)
De hazelaar staat in de zuidwesthoek van het voorerf. De hakhoutstoof heeft een omtrek van 12 m.

Komberg (Voeren)
De twee mispels zijn heesters die voorkomen uit een relict van een veekeringshaag op de perceelsgrens van een weiland, palend aan het bos.