57 resultaten
ID: 135354 | Landschappelijk geheel
Brecht (Brecht), Westmalle (Malle), Schilde (Schilde), Zoersel (Zoersel)
Het landschap rondom de abdij wordt gevormd door een historisch complex van landbouwgronden en bossen, doorkruist met dreven en afwateringsgrachten. In de 18de eeuw bestond het gebied echter nog uit heide met vennen. De stichting van het 'Klooster Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart' in 1794 door Franse cisterciënzers betekende een keerpunt in de geschiedenis van dit landschap. De priorij werd in begin van de 19de eeuw verheven tot abdij. Om inkomsten en daarmee ook het voortbestaan van de gemeenschap te verzekeren, kregen de monniken bosbouw en landbouw als hoofdtaak. In het midden van de 19de eeuw is de heide dan ook bijna volledig ontgonnen en omgezet naar naaldbos enerzijds en akkers of weiland - in de nabije omgeving van de abdij - anderzijds.
ID: 135359 | Landschappelijk geheel
Brecht, Sint-Job-in-'t Goor, Sint-Lenaarts (Brecht), Westmalle (Malle), Schilde (Schilde)
De Brechtse Heide ligt op de tweede hoogste cuesta in de provincie Antwerpen. De kleilagen in de ondergrond zorgen ervoor dat het grondwater hoog staat. Tot in de tweede helft van de 18de eeuw was de Brechtse Heide nog onderdeel van een uitgestrekt heidegebied, de ‘Westmaltesche Heijde’. De op de historische kaarten weergegeven vennen vinden we tot vandaag terug in het gebied. De eerste ontginningen in het gebied situeren zich rond de Grote Vraaghoeve waar reeds in 1168 een hoeve zou hebben gestaan. Het huidige landschap bestaat uit de boscomplexen in het westen, een gecompartimenteerd landschap in het midden en in het oosten een eerder open landschap met weilanden. Het landschap van de Brechtse heide is één van de grootste gaaf bewaarde landschappen van de provincie Antwerpen.
ID: 135404 | Landschappelijk geheel
Sint-Kruis (Brugge), Sijsele (Damme)
Dit gebied omvat de dorpskern van Male met het kasteeldomein bij het Slot van Male en het achterliggende ontginningsgebied van het Maleveld. De grafelijke structuur van de Heerlijkheid van Male is goed herkenbaar door het versterkte kasteel met vroeger lusthof, het schepenhuis en de schandpaal. De openheid van het Maleveld, zonder tussenfase van bebossing omgezet naar gelijkmatig verkaveld akkerbouwgebied, verwijst nog enigszins naar het vroegere gemene gebruik van dit gebied tijdens de middeleeuwen. De Maleleie vormt een oude ontwateringsgracht in de richting van Damme.
ID: 135398 | Landschappelijk geheel
Adinkerke, De Panne (De Panne), Bulskamp, De Moeren, Houtem, Veurne (Veurne)
Dit gebied omvat het gave zeeduinlandschap van strand en jonge duinen (Westhoekduinen, Krakeelduinen, het Calmeynbos en de Oosthoekduinen), het open poldergebied van Adinkerke, de fossiele binnenduinen van Adinkerke-Ghyvelde (met het domein Cabour en het Garzebekeveld), het rationeel ingerichte droogmakerijlandschap van de Frans-Belgische Moeren met een ringsloot, enkele resterende poldermolens en de zogenaamde Buitenmoeren en de overgang naar het Plateau van Izenberge met de dorpskernen van Houtem en Wulveringem en talrijke historische hoeven en gehuchten met landelijke bebouwing. De panoramische zichten naar de zee en naar het binnenland bieden weidse vergezichten.
ID: 135387 | Landschappelijk geheel
Landegem, Merendree (Deinze), Drongen (Gent), Lovendegem, Vinderhoute (Lievegem)
De waterloop de Oude Kale en het alluviale meersengebied rond de waterloop wordt omringd door een bulkenlandschap waar kleinschaligheid typerend is. Delen van de kleinschalige dorpskern van Vinderhoute en de driesgehuchten Slindonk, Heystedries en Drieselken en het gehucht Luchteren bevinden zich binnen de afbakening van het kouter- bulkenlandschap. Vaak liggen ze op de overgang van de bulken naar open field (een kouter of een akkercomplex op de hoger gelegen gronden). Merendree telt twee kasteeldomeinen aan de Oude Kale. Typerend voor de Gentse buitengordel is de aanwezigheid van verschillende clusters van kasteeldomeinen, zoals te Vinderhoute, Drongen, Luchteren en Mariakerke. In het gebied zijn verschillende elementen van bouwkundig erfgoed aanwezig, vnl. boerderijen, landelijke bewoning, een windmolen, kapellen.
ID: 135145 | Landschappelijk geheel
Diksmuide, Nieuwkapelle, Sint-Jacobs-Kapelle, Woumen (Diksmuide), Merkem (Houthulst), Noordschote, Pollinkhove, Reninge (Lo-Reninge), Oostvleteren (Vleteren)
Dit gebied omvat de brede Ijzervallei tussen Elzendamme en Woumen alsook een deel van de Lovaart nabij Pollinkhove met overgang naar het plateau van Izenberge en het benedenpand van het Kanaal Ieper-Ijzer nabij het voormalige Fort De Knocke. De Ijzerbroeken zijn gevormd door landurige getijdenwerking van de Noordzee. De Ijzer tussen Elzendamme en Diksmuide is sinds de middeleeuwen rechtgetrokken en gekanaliseerd om de scheepvaart mogelijk te maken. Momenteel kunnen de Ijzerbroeken aan de rechteroever nog steeds periodisch overstromen waarbij de Ijzer zijn zogenaamde winterbedding inneemt. De broeken liggen vrijwel volledig onder grasland en kennen een dicht ontwateringsnetwerk. Verder komt binnen het gebied nog het dijkgehucht Fintele, het dorp Pollinkhove en de grote Blankaartvijver met bijhorend kasteeldomein voor.
ID: 135185 | Landschappelijk geheel
Eeklo (Eeklo), Lembeke (Kaprijke), Waarschoot (Lievegem)
De dekzandrug Maldegem-Stekene is grotendeels herkenbaar in het landschap door de licht hogere ligging en de aanwezige bosgordel. De Lembeekse bossen zijn een eerder versnipperd naaldbos waartussen weiden en akkers voorkomen. In de bosbestanden herinnert het dambordpatroon aan de historische ontginningsfasen. De Bellebargiebossen- Kwadebossen zijn een loofbosbestand. Vlakbij de Lembeekse bossen staat de kapel van de ‘Bevende Hazelaar’ met datum 1494 erop. De Burggravenstroom was een historisch belangrijke bevoorradingsweg voor Gent en wordt nu nog begrensd door akkers en weiden omzoomd met houtkanten en houtwallen.
ID: 135038 | Landschappelijk geheel
Geel (Geel), Herentals (Herentals), Lichtaart (Kasterlee), Poederlee (Lille), Olen (Olen)
Dit gebied situeert zich in de Centrale Kempen te Herentals en Kasterlee. Het noordelijke deel, op een Tertiare rug, betreft een aaneengesloten geheel van stuifzandduinen met deels natuurlijke en deels antropogene vennen. Dit gebied, aanvankelijk heide, werd in de 19de eeuw bebost met naaldhout. Het wordt door een duidelijke steilrand gescheiden van het zuidelijke vlakkere deel dat aansluit bij het alluvium van de Kleine Nete, dat overheerst wordt door een paraboolduin, weilanden, de Snepkesvijver en een rastervormige wegenpatroon en grachtenstelsel. De combinatie van het hoger gelegen reliëfrijk bosgebied, de lager gelegen Kleine Netevallei met weilanden en de open waters, zorgt voor een contrastrijk aantrekkelijk landschap met mooie zichten. De wisselende abiotische condities leveren een gevarieerde plantengroei op en bieden een geschikt habitat voor talrijke vogels.
ID: 135043 | Landschappelijk geheel
Geel (Geel), Eindhout, Varendonk, Veerle (Laakdal)
Dit gebied betreft een mooi gesloten valleilandschap, bepaald door de sterk meanderende loop van de Grote Nete in het noorden (Zammels Broek) en de Laak in het zuiden (Trichelbroek), met een landduin tussen beiden. De reliëf- en vochtgradiënt tussen de landduin en lager gelegen alluviale vlakten zorgt voor een gevarieerde vegetatie. De alluviale gronden langsheen de Grote Nete worden van oudsher gebruikt als graasland voor het vee en als hooiland in de zomer en zijn opgedeeld in langgerekte percelen. Het Trichelbroek wordt gekenmerkt door een kleinschalig agrarisch landschap rijk aan hagen en houtkanten. De aanwezigheid van een aantal oudere hoeves, waardevol klein bouwkundig erfgoed en talrijke kleine landschapselementen vervolledigen het landelijk karakter van dit gebied.
ID: 135044 | Landschappelijk geheel
Geel (Geel), Mol (Mol)
Dit gebied is gelegen net ten oosten van Geel. De vallei van de nog sterk meanderende Molse Nete kent een gaaf bewaard beemdenlandschap dat wordt gekenmerkt door weilanden opgedeeld in langwerpige percelen, die nog grotendeels begrensd zijn door lijnvormige aanplantingen die het geheel een eerder gesloten karakter geven. Langs de noordelijke oever komen talrijke plassen en vijvers voor, ontstaan door de ontginning van veen en turf in de tweede helft van de 19de eeuw. Ook het wegenpatroon bleef mooi bewaard. In de iets hoger gelegen noordwestelijk hoek is er een duidelijke overgang naar grootschaliger landbouwgebied. De afwisseling in vegetatiestructuur, gecombineerd met talrijke overgangssituaties van nat naar droog, resulteert in een rijke flora. De talrijke open waters maken het gebied ook interessant voor aan water gebonden fauna.