Straat met een quasi recht tracé vanaf het gehucht "Zarren-Linde" (Zarren-Lindestraat/ Mollestraat) en - via wegel over de Zarrenbeek - tot aan de Stadenstraat. Naamgeving naar de zogenaamde "Wullepitmolen", ook gekend als "Lindemolen" (zie Molenstraat zonder nummer). De benaming "molenstraetje" wordt voor het eerst vermeld op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845). Het huidige tracé is als weg nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778).

In een tuin achter een woning aan de Molenstraat nummer 30, vlakbij de "Wullepitmolen", op circa 800 meter ten zuiden van het centrum van Zarren is een Duitse constructie uit de Eerste Wereldoorlog bewaard. In de omgeving van deze constructie bevonden zich munitie-opslagplaatsen. Het gaat om een halfondergrondse betonnen constructie, waarvan de toegang naar verluidt naar het noordoosten gericht was. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. Op de hoek van een weideperceel, ten zuiden van Molenstraat nummer 9, is (deels) een Duitse omheining uit de Eerste Wereldoorlog bewaard. Het gaat om twee betonnen palen, waarbij de ene bovenaan in een cirkel uitmondt. De andere is iets lager en bovenaan gebogen. In beide palen zijn in het bovenste deel gaatjes zichtbaar. Naar verluidt zou het gaan om de omheining van een Duits "Parc", mogelijk een opslagplaats of 'pionierspark' van de Eerste Wereldoorlog.

Het stuk van de straat tussen de Koordhoekstraat en de Stadenstraat behoort tot het gehucht "Koordhoek" met aaneengesloten bebouwing van verbouwde arbeidershuizen, onder meer onder mansardedaken. Het zuidelijke, landelijke deel van de straat wordt gemarkeerd door de "Wullepitmolen" (zie * Molenstraat zonder nummer) en het weidelandschap rond de Zarrenbeek. Molenstraat nummer 30 is de vroegere molenaarshoeve, de hoeve met L-vormige opstelling van de bestanddelen dateert in zijn huidige vorm uit de jaren 1920, verbouwd boerenhuis.