Gemeente gelegen op de linkeroever van de Schelde, tegenover de petroleuminstallaties Antwerpen-Zuid; sedert 19-3-1923 bij de provincie Antwerpen gevoegd confer grenspaal op de Kruibeeksesteenweg, en in 1977 gefusioneerd met Zwijndrecht; 6774 inwoners (1976) en 435 hectare (1971).
De gemeente Burcht zou haar oorsprong vinden in een versterking of kasteel uit de Romeinse tijd (?). In de zevende eeuw wordt reeds een nederzetting vermeld, de eerste kerk zou gebouwd zijn in 910. De heerlijkheid Burcht, één van de zes apanagedorpen van het Land van Waas, werd gezamenlijk met die van Zwijndrecht in leen gehouden van de graaf van Vlaanderen, meer bepaald van de Vierschaar te Melsele. Tot 1667 bleef Burcht verenigd met Zwijndrecht onder dezelfde heer (confer supra); in genoemd jaar verdeelde ridder Jacomo Carena zijn bezittingen en kwam Burcht in handen van Ignatius Carena. Van 1685 tot de 17de eeuw was de heerlijkheid in handen van de familie Colen, en daarna door erfenis tot op het einde van het Ancien Régime in het bezit van de familie de Neuf. Op kerkelijk vlak hoorde de Sint-Martinusparochie bij het bisdom Doornik; na 1559 bij het nieuwe bisdom Gent.
Burcht had meermaals te lijden van krijgsverrichtingen; onder meer in 1305 door de troepen van Willem van Avesnes, graaf van Holland en in 1452 door de oorlogen van de Boergondische hertogen. Tijdens de godsdiensttroebelen was Burcht vanaf 1576-77 in handen van de geuzen, in 1583 heroverd door de Spanjaarden en als strategisch punt bij het beleg van Antwerpen versterkt door de hertog van Parma.
Burcht kende tijdens de middeleeuwen verscheidene geschillen met de stad Antwerpen in verband met de veerdienst; later (15de eeuw) waren de veerrechten deels in handen van de heren van Burcht en deels in bezit van de stad. In 1785 deden er zeven vaartuigen dienst.
Burcht werd meermaals overspoeld door de Schelde, aanvankelijk bestond de kaai uit houten palen en planken, doch na de grote dijkbreuk van 1925 werd in 1929-30 een betonnen muur aangelegd van 6,5 meter, die in 1949 met 1 meter verhoogd werd.
Het voornaamste bestaansmiddel van de Burchtse bevolking was vanouds de landbouw; sedert het begin van de 19de eeuw tot op heden echter is Burcht met de opkomst van handel en nijverheid uitgegroeid tot een sterk geïndustrialiseerde gemeente. Het grondgebied van de gemeente Burcht strekt zich uit tussen de autosnelweg E17 (noorden), Antwerpen-Linkeroever (oosten), de Schelde (zuiden) en de Krijgsbaan met het fort van Kruibeke (westen).
De dorpskern met het kerkplein is gelegen aan de Schelde. De bebouwing van Burcht bestaat voornamelijk uit arbeidershuizen van één, anderhalve of twee bouwlagen, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw (onder meer in centrum en Kazernestraat), het tweede kwart van de 20ste eeuw (onder meer Koning Albertlaan en Prins Boudewijnlaan) en het derde kwart van de 20ste eeuw (onder meer Kapelstraat, Dorpstraat, Heirbaan en Vrijheidsstraat). Verder recente woonwijken met eengezinswoningen (tweede helft 20ste eeuw) in lintbebouwing of alleenstaand (onder meer Kraaienhoflaan, Borgerweert, Oude Gentweg, Kloosterstraat en andere).
Tuinwijk (eerste helft 20ste eeuw) in het oosten van de gemeente tussen Antwerpsesteenweg nummers 175 tot 185 en Oude Gentweg nummers 91 tot 101.
- Burcht (Era-herichten, 1965, nummer 4
- DE GROODT R., Burght-Zwijndrecht-Het Vlaamsch Hoofd, Brasschaat, 1931.
- DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks III, arr. St.-Nicolaas, dl. 1 (A-D), Gent, 1877.
- DILIS E. en DE GROODT R., Bijdragen tot de kerkelijke geschiedenis van Burght, St.-Niklaas, 1911.
- SMET W., Kijk op Zwijndrecht en Burcht, s.l., 1976.<:li>
- SCHOBBENS J., Les environs d'Anvers, dl. I, Brussel, [1930], p. 206-210.
- VAN DEN BOGAERDE A.J.L., Het distrikt St.-Nikolaas, voorheen Land van Waes, Provincie Oost-Vlaanderen, beschouwd met betrekking tot deszelfs natuur-, staat- en geschiedkunde; gevolgd door eene bijzondere beschrijving van elke stad, dorp of gemeente in hetzelfde gelegen, dl. III, St.-Niklaas, 1825, p. 129-135.