Grote industriële site in de noordwesthoek van het gehucht Kwatrecht op een driehoekig terrein begrensd door het Sint-Lodewijkinstituut ten oosten, de Schelde ten noorden, de gemeentegrens met Melle ten westen en de Kloosterstraat ten zuiden.
Circa 1830 oprichting van tulefabriek door Louis Le Grand met blekerij aan de Scheldeoever en aquaduct om bronwater uit het nabijgelegen "Doornenbos" naar drie bassins te leiden. Enkel het grootste bassin bleef tot op heden bewaard. Rond 1866 wordt de tulefabriek omgevormd tot huidenvetterij en leerlooierij, "Société Anonyme de Quatrecht", onder leiding van schoonzoon Désiré Casier die hiervoor een samenwerkingsverband aangaat met Anatole Lebegge, nijveraar uit Gent. Na de terugtrekking van de fondsen in 1888 door Hector Lebegge, zoon van Anatole voor de oprichting van een nieuwe leerlooierij aan de Brusselsesteenweg nummer 6 / Slagveld nummer 3-5, gaat de "Société Anonyme ..." rond 1890 in vereffening. Gebouwen worden vervolgens ingericht als cementfabriek "Thomas Picha en Cie" die de terreinen eerst huurt vooraleer ze in 1902 te verwerven; gestopt in 1913. Activiteiten geconcentreerd rond de opslag van bouwmaterialen, de aanmaak van cementtegels en de toeristische uitbating van de "Grotten van Kwatrecht". Deze grotten waren ingericht in de ondergrondse kalkgangen en -zalen, in de 19de eeuw ontgonnen voor de leerlooierij, en door Picha aangekleed met gecementeerde druipstenen, stalagmieten en stalagtieten. Ze waren bereikbaar via de betonnen trap grenzend aan het domein van het Sint-Lodewijkinstituut. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de grotten door de Duitsers gebruikt om munitie te testen, na de oorlog volledig gedempt. Industriële site na de Eerste Wereldoorlog in handen van textiel- en afwerkingsbedrijf De Backer-De Rudder dat bleef bestaan tot 1976 en gespecialiseerd was in het verven en bleken van textielweefsels. Bedrijf omvatte onder meer een blekerij, ververij, smidse, droogzaal en grote waterreservoirs. Nu deels ingericht als evenementenbureau "Waterfront".
Voormalige bedrijfsinfrastructuur slechts fragmentarisch bewaard. Oudste gedeelte ten oosten, met lagergelegen betonnen bassin tussen de vroegere "Grande Avenue" of "Avenue de la Grotte" langs de Scheldedijk, en rest van aquaduct aangelegd door Louis Le Grand. Steile betonnen trap grenzend aan het Sint-Lodewijkinstituut, destijds toegang tot de niet meer toegankelijke "Grotten van Kwatrecht".
Ten zuidwesten voormalige stokerij. Volgens kadastergegevens opgetrokken in 1857 door Louis Le Grand, vergroot in 1870. Later nog aangepast. Hoge baksteenbouw van twee bouwlagen onder zadeldaken (golfplaten) met L-vormige plattegrond en deels gedichte rondbogige muuropeningen op de begane grond. Merkwaardige gewelfde kelders, met graatgewelven op zware zuilen, nu gekend als de "catacomben" en gebruikt voor feesten. Vroeger met hoge schouw in de noordwesthoek, in verbinding met de grotten en door Picha gebruikt als onderaards kijkgat.
Centraal op het terrein, kunstenaarsatelier ingericht in jonger vrijstaand bedrijfsgebouw onder sheddaken, rest van een hele rij, dat eertijds ten zuiden begrensd werd door het hoofdgebouw van "Thomas Picha en Cie" met groot waterbassin op het dak.
Nabij de Kloosterstraat en achteraan grenzend aan de huizenrij Kloosterstraat nummer 4, 8, 10, voormalige burelen onder plat dak; 20ste-eeuws maar teruggaand op bedrijfsgebouw van 1870.
Ten westen, grootste en jongste bedrijfsgebouwen aan gekasseide oprit opgetrokken door De Backer-De Rudder met incorporatie van oude bakstenen fabrieksschouw nabij de Schelde; grote ruimtes met betonnen spantenstructuur.
- A.J., Kwatrechtiana I, Langs de Scheldeoever: een bronnengeschiedenis, in Tijdschrift voor Heemkunde en Geschiedenis, Wetteren. Heem- en geschiedkundige kring Jan Broeckaert, VI, 1959, 1, p. 4-13.
- VAN BRUSSEL K., De Grotten van Kwatrecht, in Tijdschrift voor Heemkunde en Geschiedenis, Wetteren. Heem- en geschiedkundige kring Jan Broeckaert, III, 1956, p. 12-14, 29.
- VAN HEDEN R., Van Quaet-Atrecht tot Kwatrecht, 2000, Kwatrecht, p. 56-79, 118-121.