Woonhuis en kledingmagazijn Bauweraerts-Jespers in nieuwe zakelijkheid/art deco naar ontwerp van architect E. Van Steenbergen, 1930, 1946; ook de glas-in-loodramen en de oorspronkelijke meubilering van winkel, gang en leefruimten werden door Van Steenbergen ontworpen.

Het eerste ontwerp van 1930 voorzag alleen in de verbouwing van het bestaande rechter gedeelte met een volkomen nieuwe inrichting van winkelruimte en paskamer en een gedeeltelijk nieuwe meubilering van het woonhuis. In 1935 werden studio en kinderspeelkamer en in 1938 de jongenskamer ingericht. In 1946-1947 werd de winkel/woonruimte verdubbeld en de heden nog bestaande pui gerealiseerd; daarnaast werd over de volledige hoogte van magazijn en woonhuis, de kleermakerswerkplaats in een afzonderlijke vleugel ondergebracht; de meubilering van het merkelijk uitgebreide woongedeelte werd aan de nieuwe schikkingen aangepast. Zo ontstond een in alle opzichten merkwaardig en tot op heden vrijwel intact bewaard geheel.

Indrukwekkend volume van drie traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. Lijstgevel met dominante gevelbrede erker bekleed met zwarte faience, voorzien van vlaggenmast en liggende ijzeren ramen; de smalle muurdammen rondom zijn met bruine parementsteen afgewerkt, de winkelpui met travertin; de naam van de opdrachtgevers Bauweraerts-Jespers prijkt sedert 1946 boven de daklijst. Aansluitende iets hoger opgetrokken inkompartij met voormalige garagepoort (begane grond) en atelier (bovenverdieping), afgeboord met witstenen profiellijst; achter de heden geblindeerde, bruin geschilderde bovengevel is het oorspronkelijke gevelhoge betonnen raam met glastegels nog bewaard. Trapsgewijs opgebouwde achtergevel met oorspronkelijke ijzeren ramen.

De begane grond van het woon/winkelhuis is over de volledige gevelbreedte ingenomen door de winkel, met daarachter paskamer en studio en een woonkamer aan de tuin (parallel aan de straat); achter het uiterst rechts van het winkelgedeelte liggen gang, keuken en achterkeuken (loodrecht op de straat). Tweede bouwlaag met bad- en slaapkamers gegroepeerd rondom een centrale winteruin, derde met slaapkamers, parallel aan de gang en het dakterras.

Interieur

Het eerste ontwerp voor de meubilering van winkel en woonruimte dateert van 1930, van studio en kinderspeelkamer (nu loodrecht op de wintertuin) van 1935, van de jongenskamer van 1938; de aanpassing van winkelinrichting, woonkamer en wintertuin dateert van 1946-1947. In de winkel zijn de oorspronkelijke glas-in-loodramen die de achterliggende studio van licht voorzien, alsook de cirkelvormige bovenlichten met glastegels waarboven de huidige wintertuin zich bevindt nog aanwezig; alleen de eigenlijke winkelinrichting en paskamer werden recent nog vernieuwd.

De inrichting circa 1930 van gang en trapzaal is nog volledig intact bewaard: wanden en plafonds bekleed met houten panelen, originele wandlampen en lichtschakelaars, op de begane grond een lambrisering van blauwe faience, zwartwitte vloertegels en een metalen trapleuning met buisvormige handgreep tot op de eerste bovenverdieping; ook de inrichting van de keuken, is op het fornuis na nog volledig origineel: de zwartwitte vloertegels, de lambrisering van beige faience, de keukenkasten met ingebouwde porseleinen gootsteen, de bordenlift, het doorgeefluik en wellicht ook de kleurstelling van het houtwerk (oranje en heel licht groen); een wenteltrap achter de keuken leidt naar de zolder.

In de studio of het bureautje zijn het oorspronkelijk parket en de wandkasten van 1935 nog aanwezig. De verbrede woonplaats aan de tuin werd in 1947 heringericht: zowel de vaste elementen zoals de centrale zwartmarmeren haard en witstenen schoorsteenmantel met schilderij van Tijl en Nele op goudblad door Jhan Paulussen, de houten wand- en vloerbekledingen, de kasten rond de verwarmingsradiatoren, de ronde plafonnière als de wandkasten, tafel en stoelen, zijn integraal bewaard; door de schuifdeuren tussen woonplaats en studio, vroeger ook naar het rooksalonnetje, nu bij de winkel gevoegd als paskamer, te openen kon de living aanzienlijk worden vergroot.

Ook op de bovenverdieping werd vrijwel niets gewijzigd: de overdekte binnentuin met originele ijzeren vensterdeuren naar de aanpalende plaatsen, het fonteintje van zwarte en okerkleurige baksteen en turkooiskleurige faience, de gemetselde bank, de zwartwitte vloertegels, zelfs de etagère en het bamboetuinmeubilair (dixit huidige eigenaar) gaan terug tot 1946-1947; ellipsvormige plafonnières zijn aanwezig op de tweede bouwlaag; op de derde verdieping bleef een volledig ingerichte slaapkamer met vast meubilair: bedden, nachtkastje, houten lambriseringen, boekenrekken, kleerkast en stoelen (de vroegere jongenskamer van 1938) bewaard.