Teksten van Tuinwijk Volksplein

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/125509

Tuinwijk Volksplein ()

Tuinwijk van 163 woningen tussen 1922-1927 opgetrokken naar ontwerp van Jan Crols (in samenwerking met S. Van de Heyning, Jean Luyts, René De Vel, en Léon Van Ravestyn) als eerste realisatie van de Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen. Vroeg voorbeeld van een tuinwijk geïnspireerd op de Engelse cottagestijl, met een voor die tijd vooruitstrevend stedenbouwkundig plan.

Bouwgeschiedenis en context

De tuinwijk aan het Volksplein werd aangelegd in de westelijke rand van Turnhout op voormalige landbouwgronden tussen de spoorweg en de Zandstraat (Lokerenakkers en Zandakkers). Ze was de eerste realisatie van de in 1921 opgerichte Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen (vanaf 1956 de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting) en kwam tot stand in een vooruitstrevend klimaat. Als antwoord op de grote woningnood na de eerste Wereldoorlog en op de speculatieve arbeidershuisvesting die in Turnhout de vorm aannam van armoedige poorten en rijen legden vooruitstrevende architecten een volkswijkenplan voor aan het stadsbestuur. Ze voorzagen een groene gordel van tuinwijken rond de toenmalige kern, met de bedoeling de bevolking tussen stad en platteland te huisvesten. Daarmee sloten ze aan op de Engelse tuinstad- en tuinwijkgedachte, die in de periode van de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog opgang maakte in België.

In 1921 keurde de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW) de plannen voor de tuinwijk goed, met als stedenbouwkundige en hoofdarchitect de Turnhoutse bouwmeester Jan Crols. Naast Crols vermelden de registratiefiches van de Nationale Maatschappij ook S. Van de Heyning, Jean Luyts, René De Vel, en Léon Van Ravestyn als architecten. Het oorspronkelijk plan voorzag in 163 woningen (zowel koop als huur). Deze werden tussen 1922 en 1927 in twee fasen gebouwd door aannemer Joseph Hoyberghs. Slechts enkele maanden na de oprichting van de Maatschappij werd begonnen met de bouw van de wijk. De straten werden aangelegd door de stad, en waren pas geasfalteerd in 1935.

Het oorspronkelijk plan voor de wijk, opgebouwd rond een centraal Volksplein, was voor die tijd zeer vooruitstrevend. Het was vernieuwend dat er moderne straten werden aangelegd in een coherent stedenbouwkundig opzet, met los gegroepeerde woningen in cottagestijl, veel groen, pleinen en straatverbredingen. Het oorspronkelijk plan voorzag ook in drie grote gemeenschappelijke grasperken in de binnenbouwblokken, ontsloten door typische achterpaden en doorsteken: een ter plekke van de huidige Lokerenstraat, een ter plekke van de Peter Benoitstraat, en een ter plekke van de later gebouwde wijk aan de Steenweg op Gierle. Nieuw was ook het gegeven dat een arbeider een woning betrok met een verdieping (met gescheiden nachtgedeelte), en private tuin. Ook de uitrusting van de woningen was voor die tijd zeer vooruitstrevend (riolering, waterleiding, gas en elektriciteit). In de tuinwijk zelf waren behalve een aantal winkels geen voorzieningen. In de onmiddellijke omgeving werden een aantal scholen opgericht.

De eerste bewoners van de tuinwijk waren arbeiders en lagere bedienden zoals politieagenten. De huisvestingsmaatschappij droeg ook zes woningen voor oorlogsslachtoffers over aan de Foyer de Mutilé (aan het Volksplein en de Tuinstraat). Met het oog op hygiëne en orde organiseerde ze ook jaarlijks wedstrijden voor netheid in huis en onderhoud van de tuin. In 1935 waren al circa 100 woningen verkocht aan bewoners; in 1960 waren dat er al 152.

Volgend op de crisis in de jaren 1930 bouwde de Turnhoutse Maatschappij nog 27 woningen bij op de gemeenschappelijke grasperken van de tuinwijk, waardoor het tuinwijkkarakter enigszins verloren ging. In 1933 werden zeventien woningen naar ontwerp van Léon Van Ravestyn opgetrokken langs een nieuwe verbindingsstraat (Peter Benoitstraat, niet opgenomen in de afbakening). In 1936 volgden nog tien woningen in een nieuwe zijtak van de Lokerenstraat naar ontwerp van Jan Crols, met als aannemer Van Eemeren (Lokerenstraat 57-75). Deze twee uitbreidingen bestaan uit eenvoudige arbeidersrijhuizen.

Beschrijving en typering

De Tuinwijk Volksplein is exemplarisch voor de op de Engelse stedenbouw geïnspireerde tuinwijken. Typische tuinwijk-karakteristieken zijn de aanleg op een zone buiten de stad (heden volledig opgenomen in het stedelijk weefsel), het organische pittoreske stratenpatroon met centraal plein, straatverbredingen, en gekromde tracés zodat wisselende perspectieven ontstaan. Typisch is ook de losse schikking van huizenblokken van twee tot maximaal tien woningen, op variërende rooilijnen met minimaal een strook van vijf meter voor de voortuintjes; oorspronkelijk afgesloten met een levende haag (ligustrumhaag). De woningen kregen een landelijke vormgeving met elementen uit zowel de lokale traditie als de cottagestijl. Alle woningen beschikten over een volledige verdieping met slaapkamers, echter in een mansardedak ingewerkt.

Gegroepeerde bebouwing van twee tot tien huizen, verspreid over vier straten die uitkomen op een driehoekig centraal plein, het zogenaamde Volksplein, met centraal een waterbekken met beeldengroep - het bronzen beeldhouwwerk de Zeerobben (1922, kunstenaar onbekend)- omringd door kastanjelaren. Licht variërende huizengroepen van in spiegelbeeld opgetrokken enkel- en dubbelhuizen van twee of drie traveeën en één bouwlaag overwegend onder geknikt zadeldak met klimmende dakkapellen (nok evenwijdig met de straat, mechanische pannen); achteraan gekoppelde bijgebouwtjes. De hoekhuizen zijn monumentaler uitgewerkt met een haaks uitspringende, keperbogige gevel met aandak of overkraging. Typisch voor een tuinwijkaanleg zijn de L-vormige koppelwoningen die per twee op de bissectrices van de hoeken van de straten zijn ingeplant onder overkragend (afgewolfd) zadeldak (nok evenwijdig met de straat, mechanische pannen); met voorgevel opgevat als één afgeknotte puntgevel en uitspringende zijpuntgevel. Volksplein nummers een en tien met sporen van winkelpui.

Overwegend aangepaste muuropeningen; slechts sporadisch bewaarde rechthoekige vensters met oorspronkelijk(e) houtwerk en verdeling onder meer houten kruiskozijnen, sommige beluikt of met ijzeren rolluikkasten; rechthoekige of rondbogige deuren met bovenlicht. Daken waren oorspronkelijk bedekt met dakpannen van Mulden (tuiles de Mulden); de buitendeuren oorspronkelijk in 'sapin rouge du Nord'.

Ter hoogte van nummers 12-13 op het Volksplein bevindt zich een Onze-Lieve-Vrouwebeeld in spitsbogige, ijzeren omkadering en dito lantaarn, ingewijd in 1932 (Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart).

Het homogeen straatbeeld is grotendeels verdwenen wegens verbouwingen, aanpassingen en nieuwbouw (onder andere Tuinstraat 1, Boomstraat 40, Lokerenstraat 21). Het tuinwijkkarakter werd ook aangetast door verharding van de voortuinen en inbouwen van garages.

In de Lokerenstraat tien eenvoudige aaneengesloten arbeiderswoningen uit de jaren 1930 opgetrokken in spiegelbeeldschema (Lokerenstraat 57-75).

Evaluatie

De Tuinwijk Volksplein heeft stedenbouwkundige en architecturale waarde als een representatief voorbeeld van de toepassing van de tuinwijkgedachte in België na de Eerste Wereldoorlog. Vooral de stedenbouwkundige aanleg heeft erfgoedwaarde en is relatief goed bewaard. De architecturale waarde van de woningen werd aangetast door verbouwingen. De tuinwijk heeft ook historische waarde als eerste realisatie van de pas opgerichte Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen. Erfgoedelementen die deze waarde onderbouwen zijn de stratenaanleg en het centrale plein met waterbekken, beeldengroep en kastanjelaren; de inplanting van de woningen en de woningtypologie (vorm, materialiteit). De tien woningen in de Lokerenstraat (Lokerenstraat 57-75) werden opgenomen in de afbakening maar hebben een lagere erfgoedwaarde.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam TURNHOUT_TUINWIJK_VOLKSPLEIN_1290.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 129, Turnhout, Lokerakkers en Zandakkers.
  • DE BONT Y. 1995: 100 jaar wonen in Turnhout. Architectuur van 1895 tot 1995, Zellik, 54-55.
  • DE SADELEER & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16N1, Brussel - Turnhout.
  • HEERMAN J. 1956: 1921-1956. De Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen herdenkt haar 35-jarig bestaan, brochure, 20.
  • S.N. 1935: Deux belles réalisations de la société d'habitations à bon marché de Turnhout, L’Habitation à Bon Marché 15.12, 265 – 272.
  • S.N. 1960: Duizendste woning. Maatschappij voor de Huisvesting Turnhout, (brochure), Turnhout, s.p.
  • SCHELLEKENS J. 1949: Turnhout. De Hoofdstad van de Kempen, Zaltbommel, 46.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Van Herck, Karina; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Van Herck K. & De Sadeleer S. 2016: Tuinwijk Volksplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192957 (geraadpleegd op ).


Sociale woonwijk Volksplein ()

Tuinwijk bestaande uit Volksplein nummers 1-25; Bergstraat nummers 2-8, 1-11; Boomstraat nummers 2-38, 1-43; Duinenstraat nummers 1-47, 2-32; Lokerenstraat nummers 23-31, 77-103; Tuinstraat nummers 2-20, 3-13; Zandstraat nummers 221-239. Tuinwijk van 163 woningen, geïnspireerd op de Engelse cottagestijl, gebouwd tussen circa 1922-1927 naar ontwerp van J. Crols als eerste project van de Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen in navolging van de Engelse tuinstad- en tuinwijkgedachte.

Typische, vernieuwende karakteristieken zijn: aanleg op een zone buiten de stad namelijk tussen de spoorweg en de Zandstraat (heden volledig opgenomen in het stedelijk weefsel); het speelse, minder strakke en minder regelmatige straatbeeld door onder meer het krom tracé van de straten, het in beperkt aantal gegroepeerde woningen, de groenzones namelijk voortuintjes; de perspectieven ontstaan door pleintjes, een plaatselijke straatverbreding,...; toenemende luxe onder meer een bijkomende volledige verdieping in het dak; van in het begin sociale en technische voorzieningen namelijk waterleiding, gasverlichting, centraal speelplein, winkels, zie Volksplein nummers 1, 10 met sporen van winkelpui,...

In 1935 straten geasfalteerd; in 1936 in een zijtak van de Lokerenstraat nog tien woningen bijgebouwd naar ontwerp van L. Van Ravestyn (Lokerenstraat 57-75).

Gegroepeerde bebouwing van twee tot tien huizen, verspreid over vijf straten die uitkomen op een driehoekig pleintje, het zogenaamde "Volksplein", met centraal een waterbekken met beeldengroep, omringd door kastanjelaren. Licht variërende huizengroepen van in spiegelbeeld opgetrokken enkel- en dubbelhuizen van twee/drie traveeën en één bouwlaag overwegend onder geknikt zadeldak met klimmende dakkapellen (nok evenwijdig met de straat, mechanische pannen); achteraan gekoppelde bijgebouwtjes. Hoekhuizen monumentaler uitgewerkt met een haaks uitspringende, keperbogige gevel met aandak of overkraging; op de bissectrices van de straathoeken gekoppelde L-vormige woningen onder overkragend (afgewolfd) zadeldak (nok evenwijdig met de straat, mechanische pannen) met voorgevel opgevat als één afgeknotte puntgevel, uitspringende zijpuntgevel. Overwegend aangepaste muuropeningen; slechts sporadisch bewaarde rechthoekige vensters met oorspronkelijk(e) houtwerk en verdeling onder meer houten kruiskozijnen, sommige beluikt of met ijzeren rolluikkasten; rechthoekige of rondbogige deuren met bovenlicht,...

Ter hoogte van nummers 12-13 op Volksplein Onze-Lieve-Vrouwebeeld in spitsbogige, ijzeren omkadering en dito lantaarn.

Homogeen straatbeeld verdwenen wegens verbouwingen en aanpassingen.

  • DE BONT Y. 1995: 100 jaar wonen in Turnhout, Architectuur van 1895 tot 1995, Zellik, 54-55.
  • HEERMAN J. 1956: 1921-1956. De Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen herdenkt haar 35-jarig bestaan, brochure, 20.
  • S.N. 1960: Duizendste woning. Maatschappij voor de Huisvesting, Turnhout, brochure, Turnhout, passim.
  • SCHELLEKENS J. 1949: Turnhout. De Hoofdstad van de Kempen, Zaltbommel, 46.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & De Sadeleer S. 1997: Tuinwijk Volksplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128965 (geraadpleegd op ).