Teksten van Spoorwegberm Nieuwpoort - Diksmuide

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/126652

Spoorwegberm voormalige spoorlijn Diksmuide-Nieuwpoort ()

Spoorwegberm van de in 1974 gedesaffecteerde spoorlijn nummer 74 tussen Diksmuide (Pervijze, Stuivekenskerke, Lampernisse en Kaaskerke) en Nieuwpoort (Nieuwpoort, Ramskapelle). Deze spoorwegberm, aangelegd in 1868, vormt de voormalige frontlinie van de Eerste Wereldoorlog en is om die reden beschermd als monument bij M.B. van 10.06.1999. Vanaf 1990 door de provincie West-Vlaanderen heraangelegd als fietspad, zogenaamd "De Frontzate". De Vlaamse Landmaatschappij bouwt vanaf 2000 deze groene recreatieas verder uit.

De spoorlijn speelde een strategische rol als Belgische verdedigingslinie tegen het Duitse leger. Door de onderwaterzetting van de IJzervlakte met de spoorwegdijk als waterkering in 1914, kon de opmars van de Duitsers gestopt worden. Het gebied tussen de IJzer en de spoorwegbedding werd herschapen in een zompig gebied, met een aantal daarboven uitstekende eilandjes, die door de Belgen en de Duitsers ingericht werden als voorposten in het niemandsland.

Achter en in de spoorwegberm werd de Belgische eerste linie aangelegd. Onder meer door de nabijheid van de steenbakkerij van Wulpen (Koksijde) konden de schuilplaatsen in baksteen opgetrokken worden. De schuilplaatsen werden beschermd met zandzakjes. Afhankelijk van de toestand van de grond konden de loopgraven ondergronds of half bovengronds aangelegd worden. Vanaf de spoorwegbedding liepen houten loopbruggen (passerelles) naar de voorposten in het onderwater gezette gebied.

Aan weerszijden van de spoorwegbedding zijn talrijke bakstenen en betonnen constructies van de Eerste Wereldoorlog bewaard. Vooral aan de westzijde op regelmatige afstand (restanten van) vrij gelijkaardige meestal rechthoekige geel- of roodbakstenen constructies. De meeste daken zijn verdwenen en de muren zijn vaak gedeeltelijk afgebroken. Deze constructies fungeerden als schuilplaatsen voor de manschappen die hier de wacht hielden. Twee vierkante bakstenen constructies fungeerden waarschijnlijk als schietpostje. Het gebouwtje met ovens en schoorstenen was een militaire keuken.

De minder talrijke betonnen constructies in diverse vormen - ook met beschadigingen - situeren zich aan beide zijden van de spoorwegbedding. De betonnen Rode Kruispost is herkenbaar door een medaillon.

Tevens sporen van minimaal twee constructies uit de Tweede Wereldoorlog, met name twee zogenaamde Tobrukstellingen in Ramskapelle en Nieuwpoort. Een aantal andere betonnen constructies (waaronder enkele geschutsstellingen) dateren mogelijk ook uit de Tweede Wereldoorlog.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 1590, 1591, 1592.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2005: Spoorwegberm Nieuwpoort - Diksmuide [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136142 (geraadpleegd op ).


Spoorwegbedding Nieuwpoort - Diksmuide (Nieuwpoort - WOI) ()

De Frontzate, zoals de voormalige spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide genoemd wordt, loopt ten westen van de IJzer, over het grondgebied van zes deelgemeentes: Nieuwpoort, Ramskapelle, Pervijze, Stuivekenskerke, Lampernisse en Kaaskerke. De spoorwegbedding is ingericht als fietspad, op verschillende plaatsen voorzien van rustzones. Her en der verschaffen informatieborden meer informatie inzake het landschap en de oorlogsrelicten.

Historische achtergrond

Langs de voormalige spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide liep lijn 74, de spoorverbinding tussen Diksmuide (waar ze aftakte van de lijn Adinkerke – Gent) en Nieuwpoort. Ze werd in gebruik genomen in 1868 en in 1974 buiten dienst gesteld.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde de spoorlijn een belangrijke strategische rol als verdedigingslinie tegen het Duitse leger. Door de onderwaterzetting van de IJzervlakte in 1914, waarbij de spoorwegdijk als waterkering fungeerde, kon de opmars van de Duitsers gestopt worden. Het gebied tussen de IJzer en de spoorwegbedding werd herschapen in een zompig gebied, met een aantal daarboven uitstekende eilandjes, die door de Belgen en de Duitsers ingericht werden als voorposten in het niemandsland.

Achter en in de spoorwegberm werd de Belgische eerste linie aangelegd. Onder meer dankzij de nabijgelegen steenbakkerij van Wulpen konden schuilplaatsen uit baksteen opgetrokken worden, die beschermd werden met zandzakjes. Afhankelijk van de toestand van de grond konden de loopgraven ondergronds of half bovengronds aangelegd worden. Vanaf de spoorwegbedding liepen houten loopbruggen (passerellen) naar de voorposten in het onderwater gezette gebied.

De meeste bakstenen constructies, waarvan vandaag de dag de structuren en/of (delen van) de muren nog te zien zijn, fungeerden als schuilplaatsen voor de manschappen die hier de wacht hielden. Twee vierkante bakstenen constructies fungeerden waarschijnlijk als schietpostje. Eén bakstenen gebouwtje was een keuken, getuige hiervan de ovens en schoorstenen die nog deels aanwezig zijn. Eén betonnen constructie verraadt haar functie dankzij een medaillon: het gaat om een medische post. Er zijn minimum twee mitrailleurposten (zogenaamde Tobruks) uit de Tweede Wereldoorlog, namelijk een Tobruk in Ramskapelle en Tobruk in Nieuwpoort. Merkwaardig is eveneens het voormalige station van Ramskapelle dat met beton werd versterkt tot een mitrailleur- en observatiepost.

De voormalige spoorwegbedding werd op initiatief van de Provincie West-Vlaanderen beschermd in 1999, die de spoorwegbedding inrichtte als fiets- en wandelpad (de "Frontzate"). In samenwerking met de VLM zullen enkele constructies gereconstrueerd / gerestaureerd worden.

Beschrijving

Voormalige spoorwegbedding tussen Nieuwpoort (grondgebied Nieuwpoort, Ramskapelle) en Diksmuide (grondgebied Pervijze, Stuivekenskerke, Lampernisse en Kaaskerke), die heraangelegd is tot fietspad ("De Frontzate"). Links en rechts van de spoorwegbedding zijn talrijke bakstenen en betonnen constructies of restanten ervan te zien. Er konden minimum 163 constructies onderscheiden worden.

De meeste constructies waren uit baksteen opgetrokken, waarvan enkel nog een paar muren (gedeeltelijk) rechtstaan. De bedaking is meestal verdwenen. Bij een deel van deze bakstenen constructies zijn enkel nog de structuren te onderscheiden.

Slechts hier en daar zijn de constructies nog vrij intact bewaard gebleven: meestal gaat het dan om betonnen constructies, die veel zeldzamer zijn, diverse vormen kunnen aannemen en zich zowel links als rechts van de spoorwegbedding kunnen bevinden.

Voor de bedaking van de bakstenen constructies werden verschillende methodes toegepast. Bij sommige constructies zijn duidelijk uitsparingen in het metselwerk aanwezig voor steunbalken (houten balken of stalen profielen), waarop vervolgens platen gelegd konden worden. Of er werden voor de bedaking zandzakjes gebruikt, die vervolgens bovenaan met mortel afgestreken werden. Alle constructies werden hoogstwaarschijnlijk nog eens extra beschermd door zandzakjes. Zand heeft namelijk de eigenschap dat het de impact van kogels in hoge mate kan neutraliseren en weerkaatsing kan voorkomen. Jutezakken konden ook gevuld worden met een mengsel van zand en cement, dat na een verloop van tijd uithardt en dus niet kan wegspoelen.

Het aantal steunbalken dat gebruikt werden voor de bedaking, kon sterk variëren. Bij de Koolhofput waren uitsparingen voorzien voor 5 tot 6 steunbalken, bij de schuilplaatsen ten noorden van de Proostdijk waren dit er drie.

Sommige bakstenen schuilplaatsen werden afgedekt met stalen profielen. Het gaat dan om spoorwegrails, die in de omgeving voorhanden waren. Bij andere constructies werden dan weer golfplaten gebruikt. Opmerkelijk is dat bij enkele constructies (zoals de medische post) geprefabriceerde betonnen balken gebruikt werden als verloren bekisting, waarop vervolgens beton gestort kon worden (al dan niet gewapend).

De meeste constructies werden opgetrokken uit bakstenen, meestal uit rode of gele kleur, soms geperforeerd. Vaak werden hiervoor strengpersstenen gebruikt, waarbij soms de letters "S.c.N." ingedrukt staan (de betekenis hiervan is onbekend).

Heel vaak vertonen de bakstenen constructies dezelfde kenmerken en afmetingen en staan ze op een vrij regelmatige afstand van mekaar. Ter hoogte van het spaarbekken Koolhofput (Nieuwpoort) meten de constructies bijna allemaal circa L. 550 x Br. 255cm. Bij de meeste constructies zijn een deuropening (80cm breed) en (sporen van) één of twee vensteropeningen zichtbaar (30cm breed). De constructies ten noorden van de Ramskapelleleed, waarvan meestal enkel de (oostelijke) muren evenwijdig met de spoorwegbedding bewaard gebleven zijn, hadden meestal een lengte tussen de 500 en 520cm.

De muren van de constructies ten noorden van de Venepvaart zijn nog vrij intact bewaard gebleven. De constructies meten bijna steeds circa L. 510 à 550cm x Br. 250cm en de muren zijn circa 35cm dik. De daken hellen lichtjes af en de schuine randen bovenaan de muren bevatten vaak nog een laagje effen cement. De voor- en achtermuur bevatten dan weer uitsparingen voor drie steunbalken. De deuropeningen bevatten steeds twee gleuven.

  • Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002078, Spoorwegberm Nieuwpoort - Diksmuide, (S.N. 1999).
  • HULSTAERT W. s.d.: Typologie bedaking schuilplaatsen en bunkers, Document opgemaakt ter ondersteuning van VLM - Landinrichtingsproject De Westhoek. Inrichtingsplan oude spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide. Consolidatieproject oorlogsrestanten Eerste Wereldoorlog.
  • HULSTAERT W. 2005: Algemeen inplantingsplan frontzate Nieuwpoort-Diksmuide, opgemaakt ter ondersteuning van het project Landinrichtingsproject De Westhoek. Deelproject Oude Spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide. Consolidatieproject oorlogsrestanten Eerste Wereldoorlog, onuitgegeven rapport VIOE in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Spoorwegberm Nieuwpoort - Diksmuide [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196242 (geraadpleegd op ).


Dubbele Belgische mitrailleurspost (Ramskapelle - WOI) ()

Tweeledige betonnen constructie, gelegen aan de noordoostelijke zijde van de voormalige spoorwegbedding Diksmuide – Nieuwpoort (deels onder het pad), op ongeveer 700 meter ten zuidoosten van het voormalige stationsgebouw van Ramskapelle en op ongeveer 800 meter ten zuidoosten van de kerk. Op ongeveer 500 meter ten oosten van deze constructie staat een Belgische betonnen militaire post in de velden.

Het gaat om een dubbele Belgische mitrailleurpost. Vermoedelijk bevinden de toegangen tot deze constructies zich onder of aan de zuidwestelijke zijde van de voormalige spoorwegbedding.


Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Spoorwegberm Nieuwpoort - Diksmuide [online], https://id.erfgoed.net/teksten/393469 (geraadpleegd op ).