Hoeve met losse bestanddelen uit de tweede helft van de 19de tot het eerste kwart van de 20ste eeuw, namelijk woonstalhuis, ten zuiden langsschuur, bewaarde stal ten oosten van vroegere boerderij, ten noorden koestal en varkensstal. Omgeven door weiland.
Woonstalhuis van 1907 - het oude woonhuis werd toen gesloopt - van zeven traveeën onder zadeldak (cementpannen); verluchtingsschouw met zinken kap boven het stalgedeelte. Verankerde baksteenbouw met getoogde en beluikte woonhuisvensters; getoogde deuren. In de stallingen, troggewelven.
Sterk vervallen koestal ten oosten, enig overblijfsel van het oorspronkelijke woonstalhuis van 1845 (datering door middel van gesinterde steen in zijgevel). Verankerde baksteenbouw onder afgewolfd zadeldak (golfplaten, nok parallel aan het woonstalhuis); korfboogpoorten, vlechtingen.
De overige bijgebouwen baksteenconstructies onder pannen zadeldak. opklimmend tot 1873 doch later aangepast: de ten noorden gelegen koestal, vroeger turfkot, aangepast in 1910; de varkensstal, vroeger bakkeet; de schuur, uitgebreid met kafkot (huidige garage) in 1907 en vernieuwd met langse dorsvloer in 1924.
- PEETERS R., Hoeve Van de Keybus op Vissenheuvel, in De Spycker, jaargang XXIX, 1972, nummers 3-4, p. 21-34.