Teksten van Duhallow A.D.S. Cemetery

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201075

Duhallow A.D.S. Cemetery ()

Britse militaire begraafplaats langs de Diksmuidseweg, ter hoogte van het kruispunt met de Overdrachtstraat, tegen de Ieperlee, op minder dan 100 meter ten westen van het kanaal Ieper-IJzer. 

‘Duhallow Advanced Dressing Station’ (vandaar de afkorting A.D.S.) was een vooruitgeschoven verbandpost ten westen van het kanaal Ieper-IJzer. Vermoedelijk is de naam ‘Duhallow’ afkomstig van een Zuid-Iers jachtdomein. De begraafplaats werd gestart op 31 juli 1917, tijdens de zogenaamde ‘Slag bij Pilckem Ridge’ (Derde Slag bij Ieper). De gewonden die in de 'Advanced Dressing Station' werden opgevangen, werden na een eerste behandeling per trein of per ambulance doorgestuurd naar 'Gwalia Farm', waar een 'Main Dressing Station' gelegen was. Diegene die deze overbrenging niet haalden, werden ter plekke begraven. Tegen november 1918 lagen de perken I tot IV vol. De graven van oktober en november 1918 zijn het gevolg van doden in de 11de, 36ste en 44ste ‘Casualty Clearing Stations’ (veldhospitalen), die toen hier gelegerd waren. Van de 875 oorspronkelijke graven behoorden er 215 tot artillerie-eenheden en 77 tot de ‘Engineers’. In perk II, rij F, liggen 41 manschappen van de ‘13th Company Labour Corps’, die gedood werden op 9 januari 1918 toen een bom uit een vijandelijk vliegtuig ontplofte op een truck met explosieven.

Na de wapenstilstand werden 633 doden (waarvan er 228 niet geïdentificeerd konden worden) overgebracht naar ‘Duhallow A.D.S. Cemetery’, afkomstig van geïsoleerde graven en kleine begraafplaatsen in de slagvelden ten noorden, oosten en zuiden van Ieper, waaronder ‘Malakoff Farm Cemetery’ (Brielen) en ‘Fusilier Wood Cemetery’ (Hollebeke). De eerste begraafplaats bevatte de graven van 33 Britten, die gestorven zijn tussen april 1915 en juli 1917. Onder hen 13 doden die behoorden tot het ‘1st/4th York & Lancaster Regiment’. ‘Fusilier Wood Cemetery’ bevatte 66 Britse graven en 1 Australisch graf, allen afkomstig uit de periode september 1917 – januari 1918. Beide begraafplaatsen werden later in de oorlog sterk getroffen door het artilleriegeschut, waardoor 39 graven niet meer teruggevonden konden worden. Zij worden herdacht met een ‘special memorial’ en een zogenaamde ‘duhallow block’, een gedenksteen voor verloren gegane graven op andere begraafplaatsen. Vermoedelijk werd voor het eerst een dergelijke gedenksteen op 'Duhallow A.D.S. Cemetery' geplaatst, vandaar de term 'duhallow block'. Eén hier begraven militair werd tijdens de oorlog terechtgesteld wegens desertie. Ten slotte ligt er één Brit, die gestorven is in mei 1940, tijdens de geallieerde terugtrekking naar Duinkerken.

Volgens het huidige register liggen hier begraven of worden hier herdacht: 1.470 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er 218 niet geïdentificeerd konden worden), 26 Australiërs (waarvan 13 niet geïdentificeerd), 38 Canadezen, 1 Indiër, 6 Nieuw-Zeelanders, 3 Zuid-Afrikanen, 1 Belg, 2 Fransen en 54 Duitsers (waarvan er 3 niet geïdentificeerd konden worden) en ten slotte 1 Brit uit de Tweede Wereldoorlog. In het totaal gaat het om 1.602 doden, waarvan er 234 niet geïdentificeerd konden worden.

De begraafplaats is ontworpen door R. Blomfield (hoofdarchitect) en N.A. Rew (uitvoerend architect). 

Beschrijving

Langwerpige, nagenoeg rechthoekige begraafplaats, met effen terrein dat iets lager dan het straatniveau gelegen is, met een oppervlakte van ongeveer 5.060m². De begraafplaats wordt aan de voorzijde (zuidwestkant) van de straat afgescheiden door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Aan de andere zijden van de begraafplaats zorgen hagen (laurierkers) voor de afscheiding. De toegang wordt gevormd door een tweeledig, smeedijzeren hek dat bereikt kan worden via trappen en geflankeerd wordt door twee rechthoekige, witstenen pijlers met opschrift: ‘Duhallow A.D.S. Cemetery 1915-1919’. Bij de toegang zit het registerkastje, terwijl de teksten van de landplaat horizontaal gegrift zijn in de dekstenen van de voormuur.

Centraal vooraan staat het ‘Cross of Sacrifice’ (type B). Achteraan de begraafplaats staat de ‘Stone of Remembrance’. Vlakbij deze herdenkingssteen staat een bakstenen schuilgebouw afgewerkt met witte natuursteen, in classicerende stijl met zadeldak, gebroken fronton, rondbogige toegang en tongewelf waarin zitbanken, de metalen informatieplaat en de teksten van de landplaten zijn ondergebracht.

De graven liggen vrij regelmatig verspreid over negen perken. Vooraan, bij het ‘Cross of Sacrifice’ staan 39 ‘special memorials’ en twee zogenaamde ‘duhallow blocks’ in twee perkjes ter herinnering aan doden, die op andere begraafplaatsen (‘Fusilier Wood Cemetery’ en ‘Malakoff Farm Cemetery’) begraven lagen, maar wiens graf na de oorlog niet meer teruggevonden kon worden.

De begraafplaats wordt getooid met bloemen, struiken en loofbomen waaronder es en goudenregen.

  • Informatie van de Commonwealth War Graves Commission (oude en nieuwe registers, informatieborden, website).
  • DENEIRE B. 1993: Over Gwalia tijdens de Eerste Wereldoorlog, Aan de Schreve, 4, 120-128.
  • SCOTT M. 1992: The Ypres A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.

Bron: Beschermingsdossier DW002420
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duhallow A.D.S. Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125808 (geraadpleegd op ).


Duhallow A.D.S. Cemetery (Ieper - WOI-WOII) ()

Locatie

Gelegen langs de Diksmuidseweg, op het kruispunt met de Overdrachtstraat, op circa 1500m ten noorden van de kaai van Ieper. Net zoals Essex Farm Cemetery, dat circa 600m meer naar het noorden gelegen is, ligt de begraafplaats op nog geen 100m ten westen van het kanaal Ieper-IJzer. De omgeving is vlak en bebouwd.

Historische achtergrond

'Duhallow Advanced Dressing Station' was een medische post ten westen van het kanaal Ieper-Ijzer. Vermoedelijk is de naam 'Duhallow' afkomstig van een Zuid-Iers jachtdomein.

De begraafplaats werd gestart op 31 juli 1917, tijdens de zogenaamde 'Slag om de Pilckem Ridge' (Derde Slag om Ieper). De gewonden die in het 'Advanced Dressing Station' werden opgevangen, werden na een eerste behandeling per trein of per ambulance doorgestuurd naar 'Gwalia Farm', waar een 'Main Dressing Station' gelegen was. Diegene die deze overbrenging niet haalden, werden ter plekke begraven. Tegen november 1918 lagen de perken I tot IV vol. De graven van oktober en november 1918 zijn het gevolg van doden in de 11de, 36ste en 44ste 'Casualty Clearing Station' (medische posten), die toen hier gelegerd waren. Van de 875 oorspronkelijke graven behoorden er 215 tot artillerie-eenheden en 77 tot de 'Engineers'. In perk II, rij F, liggen 41 manschappen van de '13th Company, Labour Corps', die gedood werden op 9 januari 1918 toen een bom uit een vijandelijk vliegtuig ontplofte op een truck met explosieven.

Na de wapenstilstand werden 633 doden (waarvan er 228 niet geïdentificeerd konden worden) overgebracht naar 'Duhallow A.D.S. Cemetery', afkomstig van geïsoleerde graven en kleine begraafplaatsen in de slagvelden ten noorden, oosten en zuiden van Ieper, waaronder 'Malakoff Farm Cemetery' (Brielen) en 'Fusilier Wood Cemetery' (Hollebeke). De eerste begraafplaats bevatte de graven van 33 Britten, die gestorven zijn tussen april 1915 en juli 1917. Onder hen 13 die behoorden tot het '1st/4th York & Lancaster Regiment'. 'Fusilier Wood Cemetery' bevatte 66 Britse graven en 1 Australisch graf, allen afkomstig uit de periode september 1917 – januari 1918. Beide begraafplaatsen werden later in de oorlog heel sterk getroffen door het artilleriegeschut, waardoor 39 graven niet meer teruggevonden konden worden. Zij worden herdacht met een 'special memorial' en een zogenaamde 'Duhallow Block', een gedenksteen voor verloren gegane graven op andere begraafplaatsen. Vermoedelijk werd voor het eerst een dergelijke gedenksteen op 'Duhallow A.D.S. Cemetery' geplaatst, vandaar de term 'Duhallow Block'.

Pte. John Seymour (2nd Royal Inniskilling Fusiliers, 96th Brigade, 32nd Division) werd op 24 januari 1918 in deze omgeving terechtgesteld wegens desertie. 1 Brit is gestorven in mei 1940, tijdens de geallieerde terugtrekking naar Duinkerken.

Beschrijving

Langwerpige, nagenoeg rechthoekige begraafplaats, met effen terrein dat iets lager dan het straatniveau gelegen is, met een oppervlakte van circa 5060m², ontworpen door Sir Reginald Blomfield met de medewerking van N.A. Rew. De begraafplaats wordt aan de voorzijde (zuidwestkant) van de straat afgescheiden door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Aan de andere zijden van de begraafplaats zorgen hagen voor de afscheiding. De toegang wordt gevormd door een tweeledig, smeedijzeren hekken, dat bereikt kan worden via trappen en geflankeerd wordt door 2 rechthoekige, witstenen zuiltjes. Hier staat te lezen 'Duhallow A.D.S. Cemetery 1915-1919'. Bij de toegang bevindt zich het registerkastje, terwijl de teksten van de landplaat horizontaal gegrift zijn in de dekstenen van de voormuur.

Centraal vooraan staat de 'Cross of Sacrifice', die van het type B is. Achteraan de begraafplaats staat de 'Stone of Remembrance'. Vlakbij deze herdenkingssteen staat een bakstenen schuilgebouw, afgewerkt in klassicerende stijl met witte natuursteen, met een zadeldak en rondgebogen toegang en met zitbanken, de metalen CWGC-infoplaat en nogmaals de teksten van de landplaten.

Volgens het huidige register liggen hier begraven of worden hier herdacht: 1470 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er 218 niet geïdentificeerd konden worden), 26 Australiërs (waarvan 13 niet geïdentificeerd), 38 Canadezen, 1 Indiër, 6 Nieuw-Zeelanders, 3 Zuid-Afrikanen, 1 Belg, 2 Fransen en 54 Duitsers (waarvan er 3 niet geïdentificeerd konden worden) en tenslotte 1 Brit uit de Tweede Wereldoorlog. In het totaal gaat het om 1602 doden, waarvan er 234 niet geïdentificeerd konden worden. Vooraan, bij de 'Cross of Sacrifice' staan 39 'special memorials' en 2 zogenaamde 'Duhallow Blocks' in 2 perkjes, ter herinnering aan doden, die op andere begraafplaatsen ('Fusilier Wood Cemetery' en 'Malakoff Farm Cemetery') begraven werden, maar wiens graf niet meer teruggevonden kon worden.

  • Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
  • DENEIRE B. 1993: Over Gwalia tijdens de Eerste Wereldoorlog, Aan de Schreve 4, 120-128.
  • JACOBS M. s.d.: Notities i.v.m. begraafplaatsen, onuitgegeven nota's.
  • SCOTT Michael 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duhallow A.D.S. Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196082 (geraadpleegd op ).