Kasteel vermeld vanaf eerste kwart van de 12de eeuw als bezit der heren van Rode, Horst en Landwijk. Het huidige kasteel is gebouwd door Adriaan Willem de Heusch, die het goed in 1718 kocht. Sinds 1961 ingericht als jeugdtehuis.
Eertijds U-vormig, thans L-vormig complex, met gebouwen uit de eerste en de tweede helft van de 18de eeuw, en uit begin 20ste eeuw, gelegen rondom een rechthoekig binnenplein. Het geheel is gelegen in een omgracht park met enkele mooie bomen; de gracht werd vroeger door een aftakking van de Gete, die achter het domein voorbijstroomt, van water voorzien.
Ten westen, hoofdvleugel: classicistisch gebouw van negen traveeën en twee bouwlagen onder wolfsdak (kunstleien) voorzien van twee dakkapellen, uit de tweede helft van de 18de eeuw. Witgekalkt bakstenen gebouw met een verhoogde begane grond. Lijstgevel, afgewerkt met kalkstenen hoekbanden; middenrisaliet van drie traveeën, afgelijnd met dito hoekbanden, en bekroond met een driehoekig fronton (rocaillemotieven met twee gekroonde wapenschilden, geflankeerd door windhonden). Souterrain voorzien van getoogde vensters, ingeschreven in een rechthoekige, kalkstenen omlijsting; voorts steekboogvensters in een vlakke, kalkstenen omlijsting met trapezoïdale sluitsteen. Getoogde vleugeldeur in een geprofileerde kalkstenen omlijsting met druiplijst, voorafgegaan door een bordes met (latere?) balustrade en siervaas. Sobere achtergevel, voorzien van rechthoekige vensters met kalkstenen lateien en lekdrempels op consoles; recente portiek met erboven gelegen terras.
Ten zuiden, bakstenen gebouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder gebogen zadeldak (kunstleien) met twee dakkapellen, uit de eerste helft van de 18de eeuw. S-vormige muurankers. De oorspronkelijke, traditionele gevelordonnantie werd in de 19de eeuw aangepast; thans rechthoekige vensters voorzien van hardstenen lateien en lekdrempels, en beluikt op de tweede bouwlaag. De achtergevel is afgezet met een laag, recent aanbouwsel terwijl aan de oostzijde een poortgebouw in neogotische stijl (recent) werd opgetrokken.
Tegen de noordgevel van het hoofdgebouw, recenter gebouw (19de eeuw?) onder tentdak, voorzien van een dakruiter.
ENCKELS R., Bijdrage tot de geschiedenis van Landwijk (Het Oude Land van Loon, 1956, 11, pagina 79-80).
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)