Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd in 1908 ontworpen in opdracht van Ed. Van De Putte, die toen reeds in de Ondernemersstraat (later Aannemersstraat) in Sint-Amandsberg woonde.
Dit gedeelte van de Aannemersstraat wordt gekenmerkt door een heterogene aaneengesloten middelhoge bebouwing. Nummer 186 valt op in het straatbeeld door haar schaal en verzorgde vormgeving, en bijkomend door de onderbreking van de gesloten straatwand en de blinde oostgevel. De gelijkvloerse gevelpartij sluit aan die zijde met een vrijstaande muur, onderbroken door recent hekwerk, aan bij de buur. Op origineel plan- en fotomateriaal is te zien dat de oorspronkelijke muur nog zeker tot 1978 hoger opgebouwd was en een dubbele poort bevatte onder een ijzeren I-latei.
De half vrijstaande woning telt drie traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak met de nok haaks op de straat. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met imitatievoegwerk is voorzien van een hardstenen plint met smeedijzeren voetschraper. Deze wordt bovenaan afgeboord door een breed hoofdgestel versierd met spiegels op de fries, een uitkragende, geprofileerde houten kroonlijst met tandlijst en op decoratieve modillons. Er wordt nadruk gelegd op de risaliterende deurtravee aan de rechterzijde. Horizontale accenten worden gelegd door tot cordons doorgetrokken hardstenen lekdrempels, geprofileerde hardstenen waterlijsten en banden met palmetten in het verlengde van de raamkalven. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig met origineel houten schrijnwerk en zijn per verdieping verschillend versierd. Op de begane grond en eerste verdieping zijn de stijlen versierd met diamantkoppen en verdiepte vlakken, en bekroond met een hardstenen hoofdgestel op uitgelengde consoles, versierd met guttae en voluten. De benedenvensters zijn voorzien van een gebogen fronton, in de deurtravee zijn de frontons driehoekig uitgewerkt en boven de bel-etagevensters is een eenvoudige rechte kroonlijst aanwezig. Twee hardstenen treden leiden naar een decoratief uitgewerkte, houten vleugeldeur onder vast bovenlicht en met smeedijzeren deurroosters. Daarnaast verlichten twee guillotineramen waarvan het kalf met een tandlijst is versierd, de gelijkvloerse verdieping. De borstweringen van de vensters op de bovenverdiepingen zijn versierd met lekdrempelconsoles, afgewisseld met geprofileerde vlakken; de borstwering van het bel-etagevenster in de deurtravee is met hardstenen vaasbalusters uitgewerkt. De vensters op de tweede verdieping zijn gevat in een geprofileerde omlijsting met oren en decoratieve sluitsteen.
De blinde, oostelijke zijgevel is bepleisterd en beschilderd. Het baksteenparement is zowel centraal als op de uiteinden met een sobere pilaster uitgewerkt. De lijstgevel wordt bovenaan afgeboord met een geprofileerde houten kroonlijst.
De ontwerper gaf de woning volgens de bouwplannen een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trappartij. Aan de linkerzijde staat een leefruimte in verbinding met de achterkamer. Achter de traphal bevindt zich naast de koer een smallere lage aanbouw met keuken, bijkeuken, toilet en bergruimte. Achteraan het perceel zijn nog verschillende bijgebouwen aanwezig, waarvan geen historisch planmateriaal voorhanden is. Via het trapbordes kan een toilet bereikt worden. Op de verdieping geeft de traphal uit op een brede voorkamer en een smallere achterkamer. Vermoedelijk wordt deze indeling herhaald op de bovenliggende verdieping.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Caluwé C. & Janssens K. 2019: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/361303 (geraadpleegd op ).
Imposant neoclassicistisch burgerhuis van het enkelhuistype, met drie traveeën en drie bouwlagen, uit laatste kwart 19de eeuw. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met imitatiebanden en door arduinen kordons gemarkeerde horizontale geledingen. Licht uitspringend deurrisaliet. Rechthoekige muuropeningen in geprofileerde omlijstingen. Bekronende gebogen frontons op uitgelengde consoles voor de benedenvensters, driehoekige frontons in de deurtravee, eenvoudige rechte kroonlijst boven de bel-etagevensters. Bovenste vensters in geriemde omlijstingen met oren. Verbonden lekdrempels op lekdrempelconsoles. Breed hoofdgestel met spiegels op de fries. Uitspringende en gekorniste kroonlijst met tandlijst en op modillons.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 1983: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/26703 (geraadpleegd op ).