Teksten van Winkelhuizen in neoclassicistische stijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306002

Gekoppelde winkelhuizen in neoclassicistische stijl' ()

Historiek en context

Geheel van oorspronkelijk drie gekoppelde winkelhuizen in neoclassicistische stijl op de hoek van Prinsesstraat en Keizerstraat, naar een ontwerp door de architect François Baeckelmans uit 1893. Op dit perceel bevond zich voordien de gotische Sint-Jacobskapel ook genaamd Brooikes- of Broodjeskapel, vanaf 1819 de eerste lagere stadsschool, die in 1891 werd gesloopt voor de verbreding van de straat. De eerste ontwerpversie van het vastgoedproject uit 1892, hield geen rekening met de nieuwe rooilijn en werd bijgevolg geweigerd. Sinds 1966 vervangt een flatgebouw het derde pand van het vastgoedproject, Prinsesstraat 42.

Opdrachtgever was graaf Florimond Joseph de Brouchoven de Bergeyck (Namen, 1839-Antwerpen, 1908), in 1869 gehuwd met zijn nicht Alix de Brouchoven de Bergeyck (Antwerpen, 1849-Beveren, 1880) die tien kinderen ter wereld bracht. Hij resideerde in een hotel op de Meir en het kasteel Cortewalle te Beveren, zetelde van 1884 tot zijn overlijden als katholiek senator voor de arrondissementen Sint-Niklaas en Dendermonde, en schonk de grond waarop de Nationale Basiliek van Koekelberg zou worden gebouwd. De Brouchoven de Bergeyck gaf vanaf 1880 talrijke opdrachten aan Baeckelmans, onder meer voor twee verdwenen hotels aan de Frankrijklei in 1881, en het Instituut Onze-Lieve-Vrouw aan de Amerikalei en de Verbondstraat in 1883-1884. Als aandeelhouder van de in 1886 opgerichte bouwmaatschappij "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", die als doel had de woningbouw in Zurenborg te organiseren, liet de graaf voor eigen rekening talrijke burger- en winkelhuizen bouwen in de wijk. Daarvoor werkte hij naast de architecten Ernest Dieltiëns en Albert Arnou, ook samen met Baeckelmans, die in 1892 een groep van elf huizen ontwierp in de Steenbokstraat, de Kleine en Grote Beerstraat.

Het ensemble winkelhuizen behoort tot het late oeuvre van François Baeckelmans, die als architect actief was van vermoedelijk begin jaren 1860 tot zijn overlijden in 1896. Vroeg in zijn loopbaan voltooide hij enkele belangrijke ontwerpen van zijn vroegtijdig overleden, jongere broer Louis Baeckelmans, waaronder het Gerechtshof aan de Britselei. In zijn eigen ontwerpen verruilde hij het conventionele neoclassicisme al in een vroeg stadium voor de pittoreske neo-Vlaamse renaissance of de neogotiek. Tijdens de latere jaren 1880 ontwierp Baeckelmans het grauwzustersklooster in de Lange Sint-Annastraat en het redemptoristenklooster aan het Hopland. Tot zijn laatste realisaties behoort de Sint-Rochuskerk met pastorie uit 1892-1895 te Deurne.

Architectuur

Met een gevelbreedte van respectievelijk zes en twee traveeën, omvat het complex drie bouwlagen onder zadeldaken; het gesloopte linker pand telde drie traveeën. De lijstgevel van het afgeschuinde hoekpand (nummer 38) onderscheidt zich door een verzorgd parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en lekdrempels, en van witte natuursteen voor de waterlijsten, hoekkettingen en vensteromlijstingen; de rijwoning (nummer 40) heeft een bepleisterde en beschilderde lijstgevel met hardstenen plint en lekdrempels, zoals oorspronkelijk ook het gesloopte nummer 42. Beide panden worden gemarkeerd door een klassieke houten winkelpui over de volledige breedte van de begane grond, respectievelijk met hoek- en zijportaal, bewerkte pilasters met neo-Vlaamserenaissance-trigliefen en -wortelmotieven en een entablement met voluutconsoles. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, met kordonvormende lekdrempels op de eerste verdieping, en individuele lekdrempels met onderdorpel op de tweede. In het hoekpand wordt de eerste verdieping geaccentueerd door entablementen op trigliefen met guttae, en de tweede door oren. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Gietijzeren voetschraper.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1893#475 en 1892#1090.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Winkelhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281260 (geraadpleegd op ).


Rijhuizen ()

Nummers 38, 40, 44, 46, 48 en 50. Serie 19de-eeuwse rijhuizen van twee of vier traveeën en drie of drie en een halve bouwlaag onder zadel- of mansardedaken met oeils-de-boeuf (nummer 48 en 50). Bepleisterde en beschilderde lijstgevels (nummer 38 gedecapeerd) geritmeerd door kordons; rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen met paneelwerk onderaan. Bewaarde houten winkelpuien.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Winkelhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281248 (geraadpleegd op ).