erfgoedobject

Onze-Lieve-Vrouw van de Blijde Vredekapel

bouwkundig element
ID
31946
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31946

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voormalige kluiskapel van Helshoven. Circa 1254 richt Gerard, broer van Arnold IV, graaf van Loon, een priorij-hospitaal op voor doortrekkende pelgrims, bediend door de Hospitaalridders van Sint-Jan. In 1317 verkopen deze al hun goederen in Helshoven aan Goswijn, commandeur van de Duitse Orde te Bernissem (Sint-Truiden). Op de plaats van de huidige kapel wordt een oratorium gebouwd. De priorij is reeds begin 17de eeuw verdwenen, en wordt circa 1674 vervangen door een kluis, op verzoek van Gerardus van Deventer, de eerste kluizenaar. De landcommandeur van Alden-Biesen had er het begevingsrecht. In 1796 wordt de kluizenarij bij wet verboden.

De kapel van Helshoven wordt circa 1574, waarschijnlijk gedurende de tweede veldtocht van Willem de Zwijger, door brand verwoest. Landcommandeur Edmond Godfried van Bocholtz herstelt ze circa 1661. Boven de deur, het wapenschild van deze ommandeur en opschrift met vermelding van de bouw. Reeds in de eerste helft van de 18de eeuw melding van de slechte toestand van de kapel. In 1794 worden de goederen van de Duitse Orde in beslag genomen, de kapel en kluis worden eigendom van de C.O.O. van Berlingen, dat ze tot 1908 verhuurd aan de verschillende kluizenaars. Restauratieproject in 1923 van architect A. Mairlot. In 1925 wordt de bouwvallige kluis afgebroken en de kapel gerestaureerd door architect G. Theunissen, naar de plannen van Mairlot. De schade veroorzaakt door een vliegende bom in 1944 wordt in 1955 hersteld. Grondige restauratie in 1966, waarbij het pleisterwerk van de buitenmuren wordt verwijderd, de mergelstenen vensterdorpels vernieuwd evenals de aangetaste mergelstenen delen, er wordt een nieuwe lambrisering geplaatst; het koor wordt geplaveid met stenen afkomstig van de Sint-Jacques te Luik. Bij opgravingen worden ten noorden van de kapel een waterput teruggevonden, ten westen drie skeletten en ten zuiden een graf met overblijfselen van een gemetst gewelf. In 1995 wordt een nieuwe restauratie van de kapel, naar ontwerp van J. Smeets (Hasselt), voltooid.

De kapel is een kleine zaalkerk van drie traveeën met vijfzijdig koor onder een veelzijdig afgesnuit zadeldak (leien) met dakruiter aan westzijde. Baksteenbouw op een hoge, bakstenen plint met recente mergelstenen afzaat; breuksteen in de onderbouw aan de zuidzijde. Mergelstenen hoekbanden. Mergelstenen kroonlijst op gesculpteerde, ojiefvormige consoles aansluitend bij Maasstijl. Smeedijzeren ankers met krullen. Geprofileerde, mergelstenen spitsboogvensters. De voorgevel is een puntgevel met recente mergelstenen afdekking. Gedrukt rondboogportaal in een rechthoekig kalkstenen omlijsting met afgeschuinde neg. Erboven, een geprofileerde, mergelstenen nis met recent kruis. In het midden de kalkstenen gevelsteen met het wapenschild van landcommandeur Edmond Godfried van Bocholtz met het hoger vermelde opschrift.

Bepleisterd interieur. Overdekking door middel van een tongewelf.

Mobilair: schilderij met voorstelling van Het Laatste Avondmaal, circa 1550, olieverf op paneel; geschilderd paneel, uit dezelfde wand, met negen wapenschilden van ridders van de Duitse Orde; beschilderd paneel met aflaat, 18de eeuw. Gestoffeerd beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de Blijde Vrede, eik (17de eeuw); Piëta, voorheen gepolychromeerde eik, ontkleurd in 1966 (begin 16de eeuw). Altaar: tabernakel, hout en stuc (eerste helft 18de eeuw) met expositietroon voor het Onze-Lieve-Vrouwebeeld; altaartafel onder meer samengesteld uit laatgotische panelen (begin 16de eeuw) afkomstig uit de kerk van Groot-Gelmen. Communiebank (18de eeuw). Preekstoel, laatgotisch (circa 1550); biechtstoel, eik, renaissance (eerste helft 17de eeuw). Zowel de preek- als de biechtstoel zijn niet eerder dan in de 18de eeuw in de kapel aanwezig. Zogenaamde grafsteen, met vermelding van de oprichtingsdatum van het oorspronkelijke oratorium van 1254. Bidstoel, eik, neogotisch (derde kwart 19de eeuw) met zilveren reliekhouder. Kerkbanken (eerste helft 19de eeuw).

  • De kapel van Helshoven, Grepen uit het dorpsverleden van Hoepertingen, 2,(4),1977, pagina's 98-102.
  • DARIS J., Notices sur les églises du diocèse de Liège, Volume X, Liège, 1882, pagina's 61; 87-88.
  • DEWIT J., L'Ermitage de Helshoven , L'Ancien Pays de Looz, 9, 1905, pagina's 45-46.
  • DRIESEN W., Bulletin des Commissions royales d'art et d'Archéologie, sine date, pagina 50.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg, kanton Borgloon, Brussel, 1977, pagina's 35-36.
  • RABIJNS-SMEETS J., Restauratiewerken aan de monumentale kapel van Helshoven, Hasselt, 1988.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Onze-Lieve-Vrouw van de Blijde Vredekapel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31946 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.