De Canadese gedenksite is gelegen op een kunstmatige heuvel langs de Canadalaan, op ongeveer 500 meter ten zuidwesten van het centrum van Passendale, met toegang aan de zuidelijke zijde (tegenover Canadalaan nr. 45). De Canadalaan tussen de gedenksite en de kerk van Passendale is breed, heeft een rechtgetrokken tracé en loopt via een valleitje, waardoor er vanaf de heuvel een mooi vergezicht op het dorp mogelijk is. Ook aan de andere zijden van de site is een panoramische kijk op de weidse omgeving mogelijk. Aan de voorzijde (kant Passendale) zijn zitbanken en parkeerruimte voorzien.
Gedenksteen opgetrokken uit wit graniet, dat afkomstig is uit Stanstead (Quebec) en bijna 15 ton weegt. Het gedenkteken, naar ontwerp van P.E. Nobbs, wil een eerbetoon zijn aan alle Canadezen die hier in de omgeving gevochten hebben tijdens de Derde Slag bij Ieper in oktober-november 1917.
Op 31 juli 1917 brak de Derde Slag bij Ieper los, ook wel de Slag bij Passendale genoemd, naar het dorpje dat uiteindelijk 100 dagen en honderdduizenden verliezen later als laatste op de Duitse troepen veroverd werd, nauwelijks enkele luttele kilometers verwijderd van de oorspronkelijke startlijn van het offensief. De Derde Slag kan in verschillende strijdfases onderverdeeld worden.
Tijdens de Slag bij Broodseinde (4 oktober) kon de Nieuw-Zeelandse divisie de hoogte van ’s Graventafel innemen, terwijl drie Australische divisies de omgeving van Tyne Cot en de heuvelrug Broodseinde – Molenaarelst innamen. De verliezen in beide kampen waren immens hoog.
Op 12 oktober werd de Eerste Slag bij Passendale uitgevochten, maar daar geallieerde artilleriesteun onmogelijk was door de barre weersomstandigheden en de kniehoge modder, faalden de geallieerde aanvallen nagenoeg compleet. De zwaar geteisterde ANZAC-troepen (‘Australian and New Zealand Army Corps’) werden door het Canadese legercorps afgelost en de Tweede Slag bij Passendale werd ingezet met een reeks aanvallen op 26 oktober, die slechts geringe terreinwinst opleverden ten koste van vele Canadese verliezen. Pas op 30 oktober werd er voor het eerst wat vooruitgang geboekt bij Passendale, toen Goudberg (tussen Passendale en Westrozebeke) door de 3de Canadese divisie en ‘Crest Farm’ (ten zuidwesten van Passendale) door de 4de Canadese divisie bereikt konden worden. Vanaf deze posities kon de aanval op het dorp Passendale ingezet worden. De Canadese Luitenant-Generaal Currie verving beide divisies door de 1ste en 2de Canadese divisies. Passendale zelf werd verdedigd door de Duitse 11de divisie. Op 6 november konden uiteindelijk de ruïnes van ‘Passchendaele’ veroverd worden door de 2de divisie, meer bepaald het 27ste bataljon (6de brigade). Duitse eenheden probeerden het dorp dezelfde dag te heroveren, maar de Canadezen hielden stand. Meer noordwaarts werden Mosselmarkt en Goudberg ingenomen. Tegen de avond was de befaamde ‘Passchendaele Ridge’ volledig ingenomen. Op 10 november werd de Derde Slag bij Ieper afgesloten met een aanval, waardoor de frontlijn zich een 500-tal meter ten oosten van de weg Passendale-Westrozebeke verlegde. Ook bij Passendale-dorp en Goudberg werd nog terreinwinst geboekt.
De nieuwe Salient, met een uitsteeksel rond Passendale, was strategisch gezien een nachtmerrie om te houden. Tijdens het Duitse Lente-Offensief werd het dorp opnieuw prijsgegeven. Dat lokte bij de Canadezen bittere verwijten uit over het verkwistende verlies van zoveel levens: in totaal telden ze tussen de 15.000 à 16.000 verliezen tijdens hun verblijf van ongeveer een maand aan het front.
Het Canadese gedenkteken staat op de plaats van 'Crest Farm', een hoeve op een dominante positie over de hoogten. Het '72nd (Seaford Highlanders of Canada) Battalion C.E.F.' had de opdracht die te veroveren, maar ze stootten er op grote tegenstand. Het bataljon kwam, net zoals het '85th (Nova Scotia Highlanders) Battalion', in de vuurlinie in de nacht van 28 oktober. De bodem waarop de aanval moest uitgevoerd worden, was een zompig moeras. De hoeve kon in de nacht van 30 oktober omsingeld worden en de overgebleven Duitse verdedigers werden verdreven. Het succes van de aanval was te danken aan het feit dat de manschappen zeer dicht volgden op het spervuur. Het 72ste bataljon ('the Kilties') bleef in de pas veroverde posities tot het in de vroege uren van 2 november werd afgelost. De relatief 'lichte' verlieslijst werd nog aangedikt tot 280 man als gevolg van zwaar Duits artillerievuur en opeenvolgende tegenaanvallen. De uitbreiding van het dorp zuidwaarts ontneemt het zicht dat deze commandopost eerder had op de Duitse verdedigers van Passendale, maar ook vandaag is het nog duidelijk dat de hoeve een dominante positie innam over de hoogten die zuidwestwaarts uitkomen op de belangrijkste heuvelrug.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werden acht locaties uitgekozen voor de oprichting van een Canadees oorlogsgedenkteken: Bourlon Wood, Courcelette, Dury, Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint-Juliaan en Vimy. In 1920 schreef de pas opgerichte ‘Canadian Battlefields Monument Commission’ een wedstrijd uit, waarop werd gereageerd met 162 ontwerpen. Het winnende ontwerp van Walter S. Allward werd in Vimy geplaatst. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C. Clemesha uit Regina: zijn ontwerp zou op de zeven resterende locaties uitgevoerd worden. Toen zijn ‘The Brooding Soldier’ op 8 juli 1923 bij Sint-Juliaan werd onthuld, vond men dit zo’n indrukwekkend gedenkteken dat men vreesde afbreuk te doen aan het unieke karakter van het beeld door het te kopiëren. Mogelijks speelden ook de kosten voor de oprichting van een dergelijk gedenkteken mee. In ieder geval werd toen geopteerd om op de zes resterende locaties (waaronder Hill 62 bij Zillebeke en ‘Crest Farm’ bij Passendale) niet het beeld van Clemesha te plaatsen, maar de kubussen uit Stanstead graniet.
De vooroorlogse weg tussen het dorp en Crest Farm liep niet kaarsrecht. Het tracé van de Canadalaan tussen de gedenksite en het dorp werd in de jaren 1920 heraangelegd, in functie van het Canadese gedenkteken.
Speciaal aangelegde aarden heuvel met centraal cirkelvormig platform met gedenksteen en informatietafel, met aanpalend ten westen ervan een iets lager gelegen perk. De heuvel bestaat grotendeels uit graspartijen, aanplantingen (zoals rododendron) en esdoorns aan de zijkanten. Aan de zuidkant een brede trappentoegang uit hardsteen, die aan de voorzijde is afgezet met twee concaaf gebogen muren in breuksteen, afgedekt met ruw behouwen hardstenen platen.
Het centraal platform is omgeven door een cirkelvormig pad uit hardsteen, met hardstenen zitbanken en een haag (beuk). In het grasperk ligt een vierkant platform uit hardsteen met licht gebogen zijden. Hierop zijn oriëntatiepunten met pijlen aangebracht: 'Zonnebeke', 'Ypres', '-'s Graventafel', 'St. Julien' (letters uit brons). Vanaf dit platform vertrekken 2 hardstenen paden, richting het lager gelegen perk aan de westkant en de informatietafel aan de oostkant.
In het midden staat een monolitisch blok uit witgespikkeld graniet (afkomstig uit Stanstead - Quebec) op een dubbel geprofileerde sokkel, met afgeschuinde hoeken. Op de voorzijde (d.i. noordoostkant, d.w.z. richting Passendale): 'The Canadian Corps in Oct.-Nov. 1917 advanced across this valley - then a treacherous morass - captured and held the Passchendaele ridge', tekst gevat tussen ahornbladeren, op de achterzijde: ahornblad, 'Après avoir franchi sous un feu meurtrier la redoutable fondrière qu'était alors ce vallon l'armée canadienne s'empara de cette crète et s'y maintint', drie ahornbladeren, 'Octobre-Novembre 1917'; op de twee andere zijden een krans met ahornbladeren met lint in holreliëf. Op de sokkel doorlopende tekst rondom rond: 'Honour to Canadians who on the fields of Flanders and of France fought in the cause of the allies with sacrifice and devotion'. Tekst in hoofdletters, zonder accenten, in vlakreliëf.
Vóór deze gedenksteen, op dezelfde as met de Canadalaan is langs het pad een informatietafel geplaatst, bestaande uit een rechthoekige sokkel en een schuine plaat, uitgevoerd in hetzelfde witgespikkelde graniet. Op de voorzijde van de sokkel ‘CANADA’ (letters in vlakreliëf) met het Canadese kenteken boven de laatste ‘A’. Op de tafel zijn twee donkerrode platen aangebracht, met goudkleurige randen en letters. Op deze borden wordt informatie gebracht over ‘De Slag om Passendale (oktober-november 1917)’ in vier talen (Frans, Engels, Nederlands & Duits).
In het lager gelegen trapeziumvormig perk met hardstenen pad, aan de westkant afgezoomd met een licht gebogen afsluitingsmuur uit breuksteen, staat het registerkastje, bestaande uit een zuil met bronzen deurtje, waarop een ahornblad en ‘Registre des visiteurs / Visitors book’ is aangebracht.
Tot. H. 397 cm x Br. 11520 cm x D. 6630 cm H. 184 cm x Br. 183 cm x D. 267 cm (monolithisch blok)
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002439, Oorlogsgedenktekens te Zonnebeke (DECOODT H., 2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2009: Canadese gedenksite Passendale 1917 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/130205 (geraadpleegd op ).
(Martinegat) Gelegen op het einde van de Canadalaan, met ingang tegenover huisnummer 45, circa 500m ten zuidwesten van Passendale. De speciaal aangelegde aarden heuvel geeft een panoramische blik op de weidse omgeving, de vallei van de Ravebeek.
De Derde Slag om Ieper werd gelanceerd door Sir Douglas Haig om de Duitse linies te doorbreken. De strijd brandde los op 31 juli 1917 en strandde op 10 november bij Passendale. Bij momenten werd het terrein door artillerievuur en regenval herschapen tot één grote, verraderlijke modderpoel. De eerste slag om Passendale op 12 oktober werd afgeslagen. Daarop overhaalde Haig de Canadese luitenant-generaal Sir Arthur Currie om de ANZAC-troepen af te lossen met zijn Canadese korps. Op 26 oktober begonnen zij een serie aanvallen. De 3de Canadese divisie kon Goudberg (tussen Passendale en Westrozebeke) bereiken, de 4de 'Crest Farm' (ten zuidwesten van Passendale).
Met het overgrote deel van de verdedigende stellingen in handen en de hoger gelegen en vastere grond in het zuiden stevig in Canadese handen, was begin november 1917 de tijd gekomen om de aanval op Passendale zelf in te zetten. Currie verving de 2 Canadese divisie in de linies met de 1ste en 2de divisies. Tegenover hen de Duitse 11de divisie. Curries plan bestond erin om in een eerste fase vanaf 6 november Passendale (2de divisie), Mosselmarkt (1ste divisie) en Goudberg in te nemen. De tweede fase zou starten op 10 november. Van de '6th Brigade' van de '2nd Canadian Division' kon het '27th (City of Winnipeg) Battalion' op 6 november Passendale betreden. De Duitsers probeerden het dorp later die dag te heroveren, maar de Canadezen hielden stand en Passendale was eindelijk gevallen. Mosselmarkt viel gemakkelijk dan gedacht, Goudberg niet. De tweede fase, op 10 november, had beperkte objectieven, en er waren slechts 3 divisies bij betrokken op een zeer eng front (de 1ste divisie, de 1ste Canadese en de 2de Canadese divisie).
De nieuwe Salient, met een uitsteeksel rond Passendale, was strategisch gezien een nachtmerrie om te houden. Tijdens het Duitse lente-offensief moest men het dorp dan ook weer prijsgeven. Dat lokte bij de Canadezen bittere verwijten uit over het verkwistende verlies van zoveel levens: in totaal telden ze een 15.000 verliezen tijdens hun verblijf van ongeveer een maand aan het front. Op 9 dagen wonnen 9 onder hen een 'Victoria Cross'.
Het Canadees monument staat op de plaats van 'Crest Farm', een hoeve op een dominante positie over de hoogten. Het '72nd (Seaford Highlanders of Canada) Battalion C.E.F.' had de opdracht die te veroveren, maar ze stootten er op grote tegenstand. Het bataljon kwam, net zoals het '85th (Nova Scotia Highlanders) Battalion', in de vuurlinie in de nacht van 28 oktober. De bodem waarop de aanval moest uitgevoerd worden, was een zompig moeras. De hoeve kon in de nacht van 30 oktober door het '72nd' omsingeld worden en de overgebleven Duitse verdedigers werden verdreven. Het succes van de aanval was te danken aan het feit dat de manschappen zeer dicht volgden op het spervuur. Het '72nd (“the Kilties”)' bleef in de pas veroverde posities tot het in de vroege uren van 2 november werd afgelost. De relatief lichte verlieslijst werd nog aangedikt tot 280 man als gevolg van zwaar Duits artillerievuur en opeenvolgende tegenaanvallen. De uitbreiding van het dorp zuidwaarts ontneemt het zicht dat deze commandopost eerder had op de Duitse verdedigers van Passendale, maar ook vandaag nog is het duidelijk dat de hoeve een dominante positie innam over de hoogten die ZW-waarts uitkomen op de belangrijkste heuvelrug. Het is een uitgelezen plaats voor het Canadese gedenkteken van deze slag. Het is één van een reeks gedenktekens die langs het westelijke front werden opgericht op plaatsen waar de Canadezen belangrijke gevechten leverden.
Speciaal aangelegde aarden heuvel met brede trappentoegang uit hardsteen, aan de voorzijde afgezet met twee concaaf gebogen muren in breuksteen, afgedekt met ruw behouwen hardstenen platen. De heuvel is verdeeld in twee zones. De buitenste cirkel is bezet met planten en bloemen, aan de andere kant een afsluitingsmuur.
De binnenste cirkel is afgezet met een haag en drie doorgangen met trappen uit hardsteen. Op regelmatige afstanden zijn zitbanken uit hardsteen geplaatst tegen de haag. In het grasperk ligt een vierkant platform uit hardsteen met licht gebogen zijden, hierop zijn de volgende oriëntatiepunten met pijlen aangebracht met de volgende opschriften: 'Zonnebeke', 'Ypres', '-'s Graventafel', 'St. Julien', letters uit brons. In het midden staat een monolitisch blok uit witgespikkeld graniet op dubbel geprofileerde sokkel. Links op het terrein staat een hardstenen paal met een kastje met het 'Visitors book', 'Registre des visiteurs'.
Op het blok: op de voor- en achterkant een ahornblad en een krans met ahornbladeren met lint in holreliëf; op de linkerkant 'Après avoir franchi sous un feu meurtrier la redoutable fondrière qu'était alors ce vallon l'armée canadienne s'empara de cette crète et s'y maintint', drie ahornbladeren, 'Octobre-Novembre 1917'; op de rechterkant een ahornblad, 'The Canadian Corps in Oct.-Nov. 1917 advanced across this valley - then a treacherous morass - captured and held the Passchendaele ridge', een ahornblad. Op de sokkel: drie ahornbladeren, 'Honour to Canadians who on the fields of Flanders and of France fought in the cause of the allies with sacrifice and devotion'. Hoofdletters, zonder accenten, in reliëf.
Totale H. 397 cm x Br. 11520 cm x D. 6630 cm
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Canadese gedenksite Passendale 1917 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195788 (geraadpleegd op ).
Canadian Memorial. Herinneringsmonument - opgevat als de Hill 62 te Zillebeke - ter ere van de Canadese gesneuvelden tijdens de Slag van Passendale (26 oktober- 10 november 1917).
Heuvel toegankelijk via natuurstenen trappen uitgevend op park met cirkelvormige aanleg en voorzien van Canadese eiken en beukenhagen. Centraal omhaagd (hulst) graspleintje met natuurstenen platform waarop aanduiding van oriëntatiepunten onder meer Zonnebeke, Ypres, 's Graventafel, St.-Julien. Middenin rechttegenover de parochiekerk, altaarvormig monument op sokkel, van graniet (?); opschriften op korte zijden en op de sokkel; lauwerkrans op de lange zijden.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Huys M. 1991: Canadese gedenksite Passendale 1917 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/33146 (geraadpleegd op ).