Gesloten hoeve met gebouwen uit de 18de en 19de eeuw en een 20ste-eeuws woonhuis, gelegen te midden van een aantal recentere verkavelingen. De hoeve ligt ook aan de Smissenboswaterloop, net zoals het nabijgelegen Hof te Hongersveld.
Gebouwen gegroepeerd rond een rechthoekig gekasseid erf met ten oosten de boerenburgerwoning en aansluitend stallen (voormalig woonhuis), ten noorden stallen en een wagenhuis, ten westen stallgen en een loods en ten zuiden stallen en bergplaatsen. De hoeve is toegankelijk via een overluifelende toegang (houten latei en pannen zadeldakje) in de noordoostelijke hoek.
Deze hoeve was een voormalige pachthoeve van de abdij van Groot-Bijgaarden, onder de naam "Hof te Rondenbos". Een eerste vermelding van de hoeve in een pachtomschrijving dateert van 1510. Lindemans somt in zijn artikel over de pachthoven van de abdij van Groot-Bijgaarden de verschillende pachters op en beschrijft wat deze pachten inhielden. De hoeve werd voor een eerste maal afgebeeld op de figuratieve kaart van Philip De Dyn van 1624 met de goederen van de abdij van Groot-Bijgaarden. Volgens een beschrijving door Arthur Cosyn in 1910 van de goederen van de abdij van Groot-Bijgaarden was er een wapensteen aanwezig van de abdis Marie d'Ennetières de la Plaigne (1735-1761) (zie ook Hof te Elegem).
Op het primitief kadaster (1830) komt de hoeve al voor als een gesloten geheel bestaande uit een aaneenschakeling van vrijstaande volumes rond een rechthoekig erf. Op het gereduceerd kadaster (circa 1850) staat de hoeve weergegeven als "'t hof Ronden Bosch et Brasserie".
Een eerste wijziging werd op het kadaster opgetekend in 1883. De gebouwen werden aangepast en vergroot zodat de losse volumes met elkaar verbonden werden. De noordelijke stallen en het wagenhuis werden waarschijnlijk helemaal gesloopt en heropgebouwd. In de zuidoostelijke hoek werd de brouwerij aanleunend bij het voormalige woonhuis vergroot. Ten zuidoosten hiervan kwam er een vrijstaand bakhuis (vandaag vergroot en ingericht als woonhuis, nummer 8). De mutatieschets van 1914 is een rechtzetting op vorige schets en toont een verkleining van het perceel van de brouwerij. In 1931 zal er een gedeeltelijke afbraak en heropbouw van een nieuw boerenburgerhuis worden geregistreerd op het kadaster, deze wijziging vond al een aantal jaren eerder plaats. Het resterend deel van het voormalige 18de-eeuws boerenhuis zal waarschijnlijk ook toen ingericht zijn als stallingen. Voorts kwam er aan de westzijde een open hangaar waarvoor een deel van de vleugel werd gesloopt.
Onderkelderd boerenburgerhuis op een verhoogde begane grond van drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien pseudo-mansardedak. Dit boerenburgerhuis uit het interbellum is anders opgevat dan boerenhuizen uit oudere periodes. Het heeft grote rechthoekige muuropeningen geopend naar de straatzijde, dit in tegenstelling tot de eerder gesloten buitengevels van de oudere boerenwoningen waar de open gevel op het erf was gericht. Dubbelhuis met steekboogvormige muuropeningen op het gelijkvloers in een geprofileerde hardstenen omlijsting en op de verdieping met hardstenen hoekblokken en sluitstenen. Voorts gebruik van hardstenen voor horizontale lijsten en de plint. Centraal dakvenster met een hardstenen bekroning. De erfgevel heeft vijf traveeën (muuropeningen) met eveneens steekboogvormige muuropeningen en witgeschilderde sluit- en hoekstenen. In het dak zitten drie oeils-de-boeuf. Het interieur van de hal heeft vloertegels met ingelegde motieven en een eenvoudig stucwerk plafond.
Ten zuiden aansluitend op het boerenhuis het tot stallen verbouwd voormalig 18de-eeuws boerenhuis van één bouwlaag onder een pannen zadeldak. Witgekalkte baksteenbouw waarvan de muuropeningen in de erfgevel nog sporen vertonen van voormalige kruiskozijnen, deels dichtgemetst (met behoud van de bovenlichten) of tot staldeuren aangepast. De resterende delen hebben een zandstenen omlijsting met een uitspringend middenkalf en dubbele ontlastingsbogen. Volgens de oude inventaris uit de jaren 1970 zou de oude steekboogvormige deuromlijsting mogelijks hergebruikt zijn in het nieuwe woonhuis. Twee dak- of laadvensters. De achtergevel (straatzijde) heeft verschillende veelal aangepaste rechthoekige muuropeningen, onder andere met houten lateien en twee met een zandstenen omlijsting en diefijzers.
Verankerde, aan de erfzijde witgekalkte, bakstenen dienstgebouwen grotendeels onder pannen zadeldaken. Stallen ten zuiden met vergrotingen tegen de erfgevel uit de 20ste eeuw; hierdoor is de voormalige erfgevel niet zichtbaar. De erfgevel was nog gedeeltelijk zichtbaar in de jaren 1970 (zie oude foto's) en de steekboogvormige deuren, oculi en rondboogzoldervenster waren afgewerkt met een uitspringende omlijsting uit gesinterde baksteen. In het interieur zijn troggewelfjes tussen I-lateien aanwezig. De westelijke vleugel bestaat uit een open hangaar onder golfplaten links en aansluitend een centrale hoger opgetrokken bergruimte onder een schilddak (golfplaten), beide uit begin 20ste eeuw. Aansluitend rechts 19de-eeuwse stallen van anderhalve bouwlaag met rondboogvormige staldeuren. De 18de-eeuwse omlijstingen van de staldeuren werden waarschijnlijk hergebruikt. Tussen de deuren kleine ronde muuropeningen en op de halve verdieping getoogde muuropeningen met hardstenen lekdrempels. Noordelijke vleugel met stallen en wagenhuis. Het wagenhuis van anderhalve bouwlaag heeft vier bakstenen steekboogvormige muuropeningen, waarvan één met bewaard schrijnwerk. Interieur met bakstenen troggewelven tussen I-lateien.
Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verwinnen K. 2013: Hof ter Smissen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143995 (geraadpleegd op ).
"Hof ter Smissen", of "Hof te Rondenbos", voormalige pachthoeve van de abdij van Groot-Bijgaarden. Heden is het een ruime gesloten hoeve met gebouwen uit 18de, 19de en 20ste eeuw gegroepeerd rondom de geplaveide binnenplaats. Overluifelde inrijpoort met houten latei. Ernaast, tweelaags boerenhuis uit de 20ste eeuw; in het verlengde, het tot stal verbouwd voormalig boerenhuis met één bouwlaag en een zadeldak (pannen), daterend uit de eerste helft van de 18de eeuw; witgekalkte baksteenbouw waarvan de gevelordonnantie af te lezen valt uit de deels bewaarde, dichtgemetselde of tot staldeuren aangepaste kruiskozijnen van zandsteen met uitspringend middenkalf, negblokken en dubbele bakstenen ontlastingsboog. De oude licht steekboogvormige deuromlijsting met negblokken werd vermoedelijk in het nieuwe huis hergebruikt.
Bakstenen stallen daterend uit de 19de eeuw; de stal links van het oude huis is opgetrokken in een verzorgde baksteenarchitectuur: de licht steekboogvormige deuren, oculi en rondboogzoldervensters zijn afgewerkt met uitspringende omlijstingen of druiplijsten van gesinterde baksteen. De varkensstal hergebruikt de witgeverfde rondboogomlijstingen (18de eeuw) van een oudere toestand. Wagenhuis geritmeerd door steekbogen van baksteen (19de eeuw).
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Hof ter Smissen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38949 (geraadpleegd op ).