Neerhof (herinventarisatie 2013) ()

Gesloten hoeve met gebouwen uit de 17de (?) en de 18de eeuw en later, gelegen dicht bij de grens met Anderlecht aan de bron van de Broekbeek. Ondanks de verstedelijkte omgeving wordt de hoeve nog volledig omgeven door weilanden.

Historiek

De eerste vermelding van het eigendom "Neerhof" dateert uit 1217; toen werden de gronden van het gehucht "Neerhof" door de plaatselijke heren van Sottegem geschonken aan de abdij van Vorst. Het Neerhof bestond toen al uit gebouwen, velden en meersen of beemden. Op het einde van de 17de eeuw en het begin van de 18de eeuw werden de gebouwen door oorlogen vernield. De hoeve werd in de 18de eeuw terug opgebouwd. Op de noordelijke zijgevel van het woonhuis is in zwart gesinterde baksteen het jaartal "1740" te lezen. De hoeve zal hierna waarschijnlijk fasegewijs worden aangepast tot begin 20ste eeuw. Een mutatieschets op het kadaster uit 1916 vertoont verschillende vergrotingen aan de gebouwen.

Na verval werd het Neerhof in 1974 aangekocht door de Vlaamse Gemeenschapscommissie (voormalige Nederlandse Commissie voor de Cultuur van de Brusselse agglomeratie). Hierna zullen de gebouwen vanaf de jaren 1980 gerestaureerd en ingericht worden als Jeugd- en Gezinsboerderij. De restauratie gebeurde onder leiding van architecten André Aga (Projectbureau SIGNA) en Ludo De Smedt (Architectenateljee AA). Tijdens de restauratie werden er ook nieuwe uitbreidingen gebouwd: een onthaalruimte, een keuken, een refter en een sanitair blok (geregistreerd in 1982 op het kadaster).

Beschrijving

Bak- en zandstenen gebouwen gegroepeerd rond een gekasseid erf met centraal de mestvaalt. Het boerenhuis is ten westen gelegen en parallel hieraan ten oosten ligt de dwarsschuur. Ten noorden liggen de (paarden-)stallen en ten zuiden de (koe- en varkens-)stallen. De toegang tot de hoeve bevindt zich in de zuidwestelijke hoek. Ten noorden achter de hoeve is er een boomgaard met een poel, een bakhuis en een klein lemen huisje (kippenhok?). Ten westen achter het woonhuis ligt een omhaagde tuin.

Boerenhuis in bak- en zandsteen op een licht verhoogde begane grond van zeven traveeën en één bouwlaag onder een leien zadeldak op geprofileerde houten modillons en met dakkapellen en een laadvenster boven de deur. Er werd gebruik gemaakt van zandsteen voor de plint, de omlijstingen en de steigergaten. Beluikte rechthoekige muuropeningen met geprofileerde zandstenen omlijstingen. Bij de eerste twee muuropeningen links zijn de oorspronkelijke kruiskozijnen nog aanwezig. Boven de andere muuropeningen zijn de dubbele ontlastingsboogjes van de oorspronkelijke kruiskozijnen nog aanwezig. Deze muuropeningen zijn heden voorzien van hardstenen lekdrempels. Rechthoekige deur met negblokken en een bovenlicht. Links is de opkamer gelegen en is er aan de gevel een moosgat aanwezig. De voorgevel is begroeid met wingerd.

De zijgevels hebben aandaken. De zuidelijke zijgevel is gecementeerd en voorzien van rechthoekige muuropeningen met diefijzers en hardstenen lekdrempels. De noordelijke zijgevel heeft muurvlechtingen en schouderstukken. De achtergevel is voorzien van een rechthoekige deur, twee kloosterkozijnen en kleinere vierkante venstertjes. In het interieur heeft de centrale hal een rood gebakken tegelvloer en is de oorspronkelijke haard in de opkamer nog aanwezig. Ten noorden werd er begin jaren 1980 een lagere nieuwbouw tegen het woonhuis gebouwd met een onthaalruimte, een keuken en een refter.

Noordelijke stalvleugel uit bak- en zandsteen onder een geknikt pannen zadeldak met geprofileerde daklijstbalkjes en klimmende dakvensters (of laadvensters). Er wordt gebruik gemaakt van zandsteen voor de plint, de omlijstingen en de hoekblokken. De gevel vertoont sporen van een verhoging. Rechthoekige vensters met negblokken en bakstenen ontlastingsbogen en twee arduinen deuren met mijterlateien. Links is er een houten rechthoekige poort aanwezig voor een doorrit onder een houten latei en met bak- en zandstenen posten. Achtergevel met eveneens een rechthoekige poort onder houten latei en met zandstenen posten en voorts smalle luchtgleuven. Zijgevels met aandaken, zandstenen dekstenen en schouderstukken. Links tegen de vleugel is een nieuwe uitbreiding gebouwd met sanitaire voorzieningen in de jaren 1980. Ten noorden tussen de nieuwbouw van de refter en het sanitair is er een smalle doorgang naar de achterliggende boomgaard.

Zuidelijke stal van bak- en zandsteen onder een geknikt pannen zadeldak op geprofileerde modillons en met klimmende dakvensters (of laadvensters). Rechthoekige staldeuren en –vensters, soms gewijzigd. Zijpuntgevels met aandaken, top- en schouderstukken en muurvlechtingen. Zuid- of straatgevel met kleine rechthoekige muuropeningen.

Tussen het woonhuis en de koestallen is er een gedrukte korfboogpoort met een zandstenen omlijsting voorzien van negblokken, imposten en een sluitsteen onder pannen lessenaarsdak. Aansluitend bij de poort een melkhuis.

Dwarsschuur met vergroting uit begin 20ste eeuw (mutatieschets 1916), er werd een extra opslagruimte ten oosten en een wagenhuis ten noorden toegevoegd. De schuur met bijgebouwen zit vervat onder een groot pannen zadeldak met ten noordoosten een wolfseinde. De schuur zou volgens de literatuur in kern minstens dateren uit de 17de eeuw en is vier traveeën diep. Oorspronkelijk was deze zoals de rest van de hoeve opgebouwd uit leembouw; hiervan bleven in de schuur de binnenwanden behouden en de gevels werden vervangen door baksteenmetselwerk (zie ankerbalkkoppen). De zuidelijke zijpuntgevel is een tuitgevel met muurvlechtingen en kop- en schouderstukken. Interieur met bewaard gebinte; op de balken zijn verschillende inscripties bewaard gebleven, bijvoorbeeld: "1809", "FDV", "1781" en volgens de inventaris uit de jaren 1970: "1709", "1709 AN", "Judocus Speckrert 1751". De zijgevel van het aangebouwde wagenhuis is opgebouwd uit leembouw op een bakstenen voet. De achtergevel van het wagenhuis is deels van leem en heeft een rechthoekige poort tussen vernieuwde bakstenen pijlers. Aangebouwde opslagruimte ten westen onder pannen zadeldak.

  • Kadaster archief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling II (Dilbeek), 1916/61 en 1982/9.
  • S.N. 1989: Het Neerhof, Brochure uitgegeven door het gemeentebestuur van Dilbeek naar aanleiding van Open Monumentendag op zondag 10 september 1989, Dilbeek.
  • VERBESSELT J. 1967: Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel VI, Tussen Zenne en Dender V, Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, Pittem, 268-269.

Auteurs:  Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neerhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/144024 (geraadpleegd op ).


Neerhof ()

Ruime vierkantshoeve met gebouwen uit de 17de eeuw en de eerste helft van de 18de eeuw gegroepeerd rondom de geplaveide binnenplaats. Sedert 1217 vermelde voormalige afhankelijkheid van de abdij van Vorst, vernield in het laatste kwart van de 17de eeuw en heropgebouwd.

Ten westen, overluifelde inrijpoort met zandstenen rondboogomlijsting voorzien van negblokken, imposten en sluitsteen. Op de noordwestzijde, boerenhuis van zeven traveeën afgedekt met een zadeldak (leien en golfplaten) op geprofileerde houten modillons en met laad- en dakvensters; bouwjaar 1740 geschreven in gesinterde stenen van de oostgevel. Baksteenbouw met gecementeerde plint en gebruik van natuursteen voor de omlijstingen en steigergaten. Licht verhoogde begane grond voorzien van een rechthoekige deur met negblokken en vierkant bovenlicht; kruiskozijnen onder dubbele ontlastingsboogjes van kleine baksteen, twee slechts met behouden kruisen en oorspronkelijke slagvensters.

Achtergevel voorzien van een rechthoekige deur, twee kloosterkozijnen en vierkante venstertjes. Gecementeerde westzijgevel en bakstenen oostelijke zijgevel met vlechtingen en schouderstukken. Zuidoostelijke stalvleugel uit de 17de - 18de eeuw onder zadeldak (pannen) met geprofileerde daklijstbalkjes en klimmende dakvensters; baksteenbouw (sporen van een verhoging) met gebruik van zandsteen voor de onderbouw; rechthoekige vensters met negblokken en bakstenen ontlastingsbogen en twee arduinen deuren met mijterlateien; links, een inrit onder houten latei met bak- en zandstenen posten. Zijgevels met aandak, vlechtingen van zandsteen en schouderstukken.

Mogelijk ingekorte zuidwesterstal van bak- en zandsteen; zadeldak (pannen) met geprofileerde modillons en klimmende dakkapellen; rechthoekige staldeuren en -vensters, sommige gewijzigd of toegevoegd. Bakstenen zijpuntgevels met stroomlaag van zandsteenblokken in de randafwerking. Recentere varkenshokken (eerste kwart 20ste eeuw). Ruime dwarsschuur op de zuidoostelijke zijde, gekenmerkt door het volume van het zadeldak (pannen) met oostelijk wolfseinde en in kern daterend uit de 17de eeuw, zo niet ouder. Aanvankelijk vakwerk- en leembouw, die voor de binnenwanden behouden bleef doch voor de gevels vervangen werd door baksteenmetselwerk. Jaartallen en inscripties op stijlen en liggers binnenin, onder meer: 1709, 1709 AN, Judocus Speckrert 1751. Uitbreiding van begin 20ste eeuw.

Nog vrij goed bewaard ensemble van de hoeve met omliggende boomgaarden en weiden, ondanks de oprukkende urbanisering van de omgeving. Onlangs verworven door de Nederlandse cultuurcommissie voor de Brusselse agglomeratie, die restauratie en heropleving van de boerderij gepland heeft.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neerhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38962 (geraadpleegd op ).