Winkelhuis in Louis-Philippestijl gebouwd in opdracht van de weduwe Coenraets-Wouters, naar een ontwerp door de architect Heliodore Leclef uit 1854.

Het winkelhuis Coenraets-Wouters behoort tot de vroege gekende realisaties van Heliodore Leclef, die een succesvolle loopbaan ontplooide in dienst van de hogere burgerij. Tot zijn oeuvre in Antwerpen, opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, behoren tal van winkel-, burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl, met invloed van achtereenvolgens de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1850 en 1860. Het belangrijkste ontwerp uit zijn late carrière is het Onze-Lieve-Vrouwecollege van de paters jezuïeten op de Frankrijklei, daterend uit 1871. In deze periode bouwde hij meerdere statige hotels op de Leien en rond het Stadspark, alleen of in samenwerking met zijn zoon Edmond Leclef, die mee het beeld van deze belangrijke 19de-eeuwse stadsuitbreiding bepalen.

Rijhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een klassieke houten winkelpui met middenportaal, pilasters entablement en hardstenen plint, rechts geflankeerd door de privé-inkom. Axiaal van opzet, en horizontaal geleed door cordonvormende lekdrempels en het klassieke hoofdgestel, wordt de opstand bekroond door een markante attiek. Deze onderscheidt zich door een in- en uitgezwenkt profiel met een gebogen pseudo-fronton, bekroond door drie siervazen. Het timpaan wordt geopend door een ronde oculus in een parellijst met cartouchesleutel, gevat in een verdiept veld met rolwerk, waarboven de jaarsteen “1854”. Verder beantwoordt de compositie aan een regelmatig ordonanntieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met afgeronde bovenhoeken in geriemde omlijsting, met spiegels op de middenpenanten. De vensters van de middenas worden achtereenvolgens geaccentueerd door een sluitsteen en een frontonbekroning van voluten, de zijvensters van de tweede verdieping door mascaronmedaillons. Hoofdgestel met casementen in de fries en een gebroken, houten kroonlijst met tandlijst. Bewaard houten vensterschrijnwerk. Verbouwde winkelpui.

Diephuis met drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Boven een recent verbouwde benedenverdieping met moderne winkelpui rest een bepleisterde en beschilderde ingedrukte halsgevel in Louis-Philippestijl, 1854 gedateerd op een gevelsteen. Rechthoekige vensters met afgeronde hoeken en doorlopende lekdrempels; op de hoofdverdieping gevat in riemomlijsting met oren. Rijk stucco-decor met rolwerk, vrouwenhoofden, gestileerd loofwerk. Top doorbroken met een oculus waarrond parellijst en versierd met lijst- en paneelwerk.