Herenhuis in neoclassicistische stijl, te dateren in het derde kwart van de 19de eeuw. Het perceel werd voordien ingenomen door een hotel met een laatclassicistische voorbouw uit 1829, gebouwd in opdracht van Jean Louis Bourceret (Vaux d'Yonne, 1768-Antwerpen, 1844), advocaat van Franse origine, en van 1802 tot 1811 Antwerps stadssecretaris onder het Franse Bewind. Hij was gehuwd met Anne Lambert en vader van vijf kinderen. Behalve deze ondiepe voorbouw van twee bouwlagen met een centrale koetspoort tussen winkelramen en hoekportalen, bestond het hotel mogelijk uit een ouder 'corps de logis' aan de binnenplaats. Mogelijk werd het huidige herenhuis opgetrokken met de voorbouw uit 1829 als kern, en behoud van de hardstenen koetspoort en hoekportalen. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, maar mogelijk dateert de bouw uit 1855, waren de opdrachtgevers de hier vervolgens gevestigde kooplui Joseph Auguste De Coninck en Hippolyte Selb, en tekende de architect Heliodore Leclef voor het ontwerp. Datzelfde jaar dienden De Coninck, Selb en Leclef bouwaanvragen in voor een koetspoort in het achterliggende pand aan de Oude Koornmarkt, en voor aanpassing of regularisatie van het souterrain aan de Groenplaats.

Voornaam rijhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, oorspronkelijk met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en de balustrade van de bel-etage, beantwoordt de opstand aan een axiaal-symmetrisch schema, geritmeerd door een breed middenrisaliet en twee smalle hoekrisalieten, respectievelijk met de koetspoort en inkomportalen. Deze worden op de bel-etage geaccentueerd door een gebogen fronton met tandlijst (middenas) en balkons beide op voluutconsoles, en verder door geriemde vensteromlijstingen of waterlijsten, voluutfrontons en bewerkte sluitstenen. Regelmatige registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, met balustrade op de hoge bel-etage, individuele, geprofileerde lekdrempels, gietijzeren parapetten en casementen in de borstwering op de lage tweede verdieping. De rechthoekige koetspoort van het middenrisaliet, gevat in een geprofileerde hardstenen omlijsting met neuten, voluutfronton en casementen in de dagkanten, wordt rechts geflankeerd door twee vensters en een eenvoudiger, vlak omlijste inkomdeur; de linker flank was oorspronkelijk identiek maar werd verbouwd tot cafépui. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries en een oorspronkelijk gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. De bewerkte houten vleugeldeur van de koetspoort is bewaard, evenals het schrijnwerk van de bovenvensters; rijk bewerkte stucplafonds op de bel-etage.

Breedhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (mechanische pannen). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in neoclassicistiche stijl uit het derde kwart van de 19de eeuw met gedeeltelijk aangepaste benedenverdieping. Licht vooruitspringende midden- en hoekrisalieten met deuren en koetspoort, elk geaccentueerd door een balkon op consoles en door vensteromlijstingen met sluitsteen. Deurvenster van het middenrisaliet extra beklemtoond door gebogen fronton met tandlijsten, gestut door consoles. Rechthoekige vensters. Borstweringen van de hoofdverdieping uitgewerkt als balustrades, die eveneens werden aangebracht op de balkons; casementen op de borstweringen van de derde bouwlaag. Architraaf met verscheidene fasciae onder gekorniste kroonlijst met tandlijst en klossen. Brede rechthoekige centrale poort, gevat in omlijsting met geprofileerd beloop op neuten; dagkanten uitgewerkt met casementen, zoals in de zijdeuromlijsting.