Neoclassicistisch burgerhuis tot zijn huidige vorm heropgebouwd in opdracht van de koopman Henri Van der Linden-De Loye, naar een ontwerp door Jacques Van Cuyck uit 1834. Het project behoort tot de vroegst gekende realisaties van de architect, die actief was tot zijn overlijden op 48-jarige leeftijd in 1846. In oorsprong gaat het gebouw terug op het voorhuis van de "Turnhoutse Halle" of "Halle van Lier", dat in 1639 was aangekocht door de schilder Jacob Jordaens (Antwerpen, 1593-Antwerpen, 1678), en na afbraak van het achterhuis uitgebouwd tot het huidige Jordaenshuis. Dit gebouwencomplex tussen Hoogstraat en Reyndersstraat kwam in 1823 in het bezit van de familie Van der Linden. Het in 1834 heropgebouwde pand in de Hoogstraat paalt achteraan aan de barokke westvleugel van het Jordaenshuis uit 1641.
Rijwoning oorspronkelijk met enkelhuisopstand, van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, horizontaal geleed door de puilijst. Registers van rechthoekige vensters met cordonvormende lekdrempels op de eerste verdieping, en individuele lekdrempels op bewerkte voluutconsoles op de lagere tweede verdieping, De vandaag verbouwde pui, oorspronkelijk met een plint en rechthoekige vensters op individuele lekdrempels en onderdorpels, werd in de rechter travee gemarkeerd door het portaal. Dit laatste was gevat in een geprofileerde omlijsting, geflankeerd door pilasters, en bekroond door een ondiep balkon met voluut- en acanthusconsoles, en een smeedijzeren borstwering met spitsboogpatroon (bewaard) tussen postamenten. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries met casement, een geprofileerde daklijst en een houten kroonlijst op modillons, vormt de gevelbeëindiging.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/204083 (geraadpleegd op ).
Breedhuis van vier traveeën en drie verdiepingen onder zadeldak, waarvoor bouwtoelating van 1834. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in laatclassicistische stijl met verbouwde benedenverdieping. Rechthoekige vensters met lekdrempels, laatstgenoemde op de tweede bouwlaag doorgetrokken, op de derde bouwlaag op gesculpteerde consooltjes. Deurvenster met smeedijzeren leuning in voormalige ingangstravee. Klassieke gevelbekroming met gelede architraaf, fries met brede spiegel en kroonlijst op modillons (zie Jordaenshuis).
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4149 (geraadpleegd op ).