Teksten van College van Luik

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42158

College van Luik ()

Historiek

In 1602 werd in de Muntstraat op vraag van Ernest van Beieren, prins-bisschop van Luik en keurvorst van Keulen, een stuk grond gekocht waarop een college gebouwd werd voor de beste theologiestudenten van het prins-bisdom Luik. Op 1 juli 1605, toen de gebouwen voltooid waren, vond de officiële stichting plaats van het college, dat onderdak bood aan president Jan Clarius en drie studenten. Volgens archiefgegevens werd in 1612 de aanzienlijke som van 1000 florijnen uitgegeven voor de 'voleindiging en de aanpassing' van de gebouwen. In 1617 werd het college verder uitgebreid door de aankoop van een huis dat tot 1671 het Collegium Cruciferorum was, het college van de orde der Kruisheren uit Namen. Volgens een inplantingsplan, gereconstrueerd op basis van archiefgegevens, omvatte het College van Luik in 1671 het complex aan de Muntstraat, een kapel, een grote tuin die zich uitstrekte tot aan de Eikstraat, en het zogenaamde Moriaenshooft (heden brouwerij Domus, Tiensestraat 8). Een grisaille, gemaakt omstreeks 1800, stelt het college voor aan de zijde van de Muntstraat: een U-vormig complex, bestaande uit een zeven traveeën en twee bouwlagen tellende vleugel in traditionele bak- en zandsteenstijl, blind op de begane grond, met in het midden een fraai omlijste rondboogpoort in renaissancestijl, en twee daarop aansluitende vleugels, dwars op de straat ingeplant, met drie traveeën en drie bouwlagen onder een voluutbekroning in Vredeman de Vriesstijl. Hoewel meermaals aangepast in de loop van de 19de en 20ste eeuw, is deze toestand vandaag nog herkenbaar, uitgezonderd de dwarsvleugel rechts van de monumentale poort, die ofwel nooit bestaan heeft in de vorm waarop hij op de voorstelling figureert, ofwel naar het model van de aanpalende panden verbouwd werd.

Na eeuwen van onderricht aan Luikse studenten, mocht vanaf 1786 - de oprichting van het Seminarie-Generaal - enkel nog gedoceerd worden aan buitenlandse studenten. De sluiting van het college in 1797 leidde tot de verkoop van het complex in 1806: de gebouwen werden in twee loten verdeeld, samen met de tuin verkocht en onderling opgesplitst in een diephuis (dwarsvleugel) en meerdere breedhuizen (straatvleugel). Algauw werd ook de inmiddels in twee gesplitste tuin bebouwd: in 1840, toen de huisjes in de Liergang opgetrokken werden en in 1909 door de bouw van het pand in neorenaissancestijl (heden ontmoetingscentrum "'t Muntje") op het huidige Jozef Vounckplein.

Het voormalige College van Luik werd in 1974 als monument beschermd en in 1987 gedeeltelijk gerestaureerd door ingenieur-architect A. Impens en herbestemd als restaurant (heden "Quo Vadis").

Beschrijving

In zijn huidige toestand, L-vormig complex, gevormd door een diephuis van twee traveeën en drie bouwlagen naast een in vier horecapanden opgesplitste straatvleugel van elf traveeën en twee bouwlagen, waarin een poort, die toegang geeft tot het Jozef Vounckplein dat naar de Eik- en de Tiensestraat leidt. Het ensemble is opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl en wordt gekenmerkt door een hoge zandstenen plint, speklagen, kordons, hoekkettingen, sierankers, vensters in negblokomlijstingen en een kwartbolle kroonlijst in natuursteen.

De langgerekte straatgevel wordt gekenmerkt door registers van rechthoekige vensters en een monumentale poort in renaissancestijl, met rondboogvormige opening in een geriemde, hardstenen omlijsting, geflankeerd door Toscaanse zuilen op een hoge sokkel met diamantkopmotief en bekroond door een hoofdgestel met blinde fries en diamantkoppen in de boogzwikken. Een gedeelte van de oorspronkelijke achtergevel van de straatvleugel, voorzien van een zandstenen plint, speklagen en hoekkettingen rond de deur en de gedichte vensters, zijn nog zichtbaar op de gelijkvloerse verdieping van restaurant "Da Tonio". Het diephuis wordt getypeerd door een barokke geveltop in Vredeman de Vriesstijl, opengewerkt met vier oculi en een laadvenster, en versierd met inzwenkende voluten en zandstenen rolwerk. De keldergaten, de hardstenen deuromlijsting en de tot deur omgevormde vensters in de centrale travee zijn getuigen van de gewijzigde functie na de opsplitsing van het college. Beide zijgevels, voorzien van gekrulde sierankers, zijn opengewerkt door rechthoekige vensters in negblokomlijsting. De achtergevel van het diephuis is bekroond door een asymmetrische trapgevel met laadluik.

Het Jozef Vounckplein, de voormalige tuin van het college waarop de achtergevels uitgeven, heeft een zeer heterogeen karakter door de 20ste-eeuwse uitbreiding achter restaurant "Quo Vadis", de 19de-eeuwse traptoren naast het diephuis, de met luifels overdekte terrassen voor de gebouwen van "huisbrouwerij Domus" (Tiensestraat 8) en het buurthuis "'t Muntje". Dit laatste is opgetrokken in neotraditionele stijl en wordt gekenmerkt door een hardstenen arcade onder kloostervensters en drielichten, een getrapte dakkapel en een polygonaal torentje.

Interieur. Herhaaldelijk aangepaste interieurs met behoud van een mogelijk hergebruikte zandstenen rondboogarcade (restaurant Da Tonio); een bronzen haardplaat met wapen en jaartal "1633", en een haard met hardstenen schouwbalk, voorzien van een plantmotief en geschraagd door twee zandstenen, als dieren uitgewerkte consoles (restaurant "De Kansel"); oorspronkelijke moer- en kinderbalken die op natuurstenen consoles rusten en in het diephuis voorzien zijn van fijn uitgewerkt snijwerk. Het oorspronkelijke dakgebint werd enkel bewaard in de straatvleugel.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, archief Monumenten en Landschappen, restauratiedossier.
  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 59602 (bouwvergunning 17.05.1897).
  • HEIRMAN M., De Leuvense Colleges, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Brussel, 1985.
  • MANNAERTS M., De bouwkunst te Leuven ten tijde van de Renaissance (1550-1620), Leuven, s.d.
  • REUSENS E., Documents relatifs à l'histoire de l'Université de Louvain, Leuven, 1881-1903.
  • UYTTERHOEVEN, Leuven Weleer. Langs de oude universiteit naar het Begijnhof: Grote- en Oude Markt en de Naamsestraat, deel 3, Leuven, 1987.
  • VAN EVEN E., Louvain monumental, Leuven, 1860.
  • VAN MINNEBRUGGEN P., VAN DEN WOUWER M., Renovatieproject College van Luik en Liergang, onuitgegeven scriptie Katholieke Universiteit Leuven, 1981.
  • 550 jaar universiteit Leuven. 1425-1975, tentoonstellingscatalogus, Leuven, 1975.

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: College van Luik [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128297 (geraadpleegd op ).


College van Luik ()

In 1605 gesticht door Ernest van Beieren, prins-bisschop van Luik; opgeheven in 1747.

Fraaie renaissancepoort, circa 1605, middenin een lange gevel met twee verdiepingen in traditionele bak- en zandsteenstijl.

Aan het linkeruiteinde, barokke volutengevel in H. Vredeman de Vriesstijl, uit het eerste kwart van de 17de eeuw(?), meestal, maar enigszins moeilijk aanvaardbaar, circa 1700 gedateerd. Verkocht in 1806 en onderverdeeld in privé-woningen. Wijzigingen aangebracht in de loop van 19de en 20ste eeuw, onder meer uitbreken van nieuwe vensters, voordeuren, winkelpuien...


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: College van Luik [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42158 (geraadpleegd op ).