Het Hof ter Bruelen is een neorenaissancekasteel opgetrokken omstreeks 1915 in opdracht van baron de Trannoy. Het kasteel vormt een uitgelezen voorbeeld van het doorleven van de 19de-eeuwse historiserende architectuurstroming in het begin van de 20ste eeuw. Het kasteel staat samen met de dienstgebouwen in een kasteelpark aangelegd in gemengde stijl.
Het Hof ter Bruelen wordt ook wel 'Kasteel de Meeûs d'Argenteuil' genoemd (naar de bewoner op het moment van de bescherming) of 'Kasteel de Trannoy' (naar de bouwheer baron Henri de Trannoy).
Het neorenaissancekasteel is volgens de literatuur gebouwd naar ontwerp van Jules Ghobert, maar volgens de eigenaars naar ontwerp van de bouwheer. Vast staat dat het kasteel werd opgericht omstreeks 1915 en op het kadaster werd geregistreerd in 1917.
Het kasteel vormt een uitgelezen voorbeeld van het doorleven van de 19de-eeuwse historiserende architectuurstroming in het begin van de 20ste eeuw. Het complex is zowel geïnspireerd op de middeleeuwse donjon in witsteen als op het traditionele bouwen van de 16de en de 17de eeuw, met zowel voor exterieur als interieur een getrouwe nabootsing van 16de-eeuwse renaissance-architectuur. Het gebouw werd opgebouwd uit recuperatiemateriaal van historische bouwwerken, waardoor het parement een ouderdomspatina kreeg. Volgens literatuurbronnen werden de bakstenen gerecupereerd van het 16de-eeuwse Egmontpaleis te Brussel en is de witsteen afkomstig van de gesloopte, 16de-eeuwse Antwerpse vestingsmuren.
Deze bescherming als monument heeft zowel betrekking op het kasteel, als op het kasteelpark met de daarin liggende dienstgebouwen, zijnde een toegangsgebouw of hoveniershuis en tuinpaviljoen.
Het kasteel bestaat uit een complex van bouwdelen die refereren aan diverse historische bouwtypen, waarvan de inplanting een ogenschijnlijk organische en spontane groei suggereert. Ook het aangewende, zichtbare constructiemateriaal (gerecupereerde baksteen, kalkzandsteen, ijzerzandsteen) doet een hoge ouderdom vermoeden, dit terwijl het complex dateert van begin 20ste eeuw. De funderingen en kelders zijn overigens uitgevoerd in beton.
Het kasteel heeft een markante vierkante zuidwest gelegen (woon)toren van drie bouwlagen, opgetrokken uit natuursteen onder leien tentdak met uivormige bekroning. Aansluitend bevinden zich verspringende volumes opgetrokken uit bak- en natuursteen, gekenmerkt door trapgevels, risalieten, polygonale torentjes, erkers, speklagen, hoekblokken, muurankers en een complexe leien bedaking. De muuropeningen zijn uitgewerkt in de vorm van de gebruikelijke kruis- en bolkozijnen met natuurstenen dorpels, monelen en negblokken. Verder zijn de gevels voorzien van sierankers en gevelstenen met opschriften en 17de-eeuwse jaartallen. Centraal profileert zich een risaliet met natuurstenen rondboogarcade op zuilen. Er is ook een bordestrap met balustrade en een toren met uilengaten.
Het interieur zou eveneens in een neorenaissancestijl zijn ingericht en bleef volgens de bewoners (ten minste) tot op het moment van de bescherming ongewijzigd.
Het toegangsgebouw aan de Meulemanslaan betreft het hoveniershuis van het kasteel dat samen met het kasteel op het kadaster werd geregistreerd in 1917 en vermoedelijk ook gebouwd werd naar ontwerp van Jules Ghobert. Het is een langgerekt gebouw op een U-vormige plattegrond. Centraal bevindt zich een natuurstenen (duiven)toren van twee geledingen onder een leien tentdak met topbekroning. De toren wordt geflankeerd door lagere bakstenen vleugels, uitlopend op haakse rechthoekig gebouwtjes met trapgevels en pannen zadeldaken. De verankerde baksteenbouw heeft natuurstenen muuropeningen, waaronder klooster- en bolkozijnen en rondboogdeurtjes. De toren wordt gekenmerkt door een korfboogpoort en kloosterkozijn.
Ten oosten van en haaks op dit gebouw bevindt zich een tuinpaviljoen, refererend aan een bakhuis. Het paviljoen telt drie traveeën en profileert zich als een bakstenen gebouw met die hardstenen rondbogen.
Net zoals het kasteel werden ook het hoveniershuis en het tuinpaviljoen opgetrokken in recuperatiematerialen en uitgevoerd in een historiserende neotraditionele bak- en zandsteenstijl.
Het domein is ingeplant op het einde van een dreef van opgaande eiken (Quercus) en wordt ten oosten omringd door een Franse tuin en ten zuidwesten door een landschapspark met vijver. Het bijhorend kasteelpark vormt dus een goed voorbeeld van de gemengde stijl, met een geometrische tuin enerzijds en een landschappelijk park anderzijds.
Ten noorden van de geometrische tuin bevindt zich een boomgaard en ten oosten, als eindpunt, een gemetselde arcade van baksteen met hardstenen elementen in neorenaissancestijl. Er werden aanpassing doorgevoerd in de jaren 1950.
In het park bevinden zich enkele merkwaardige bomen, zoals gewone plataan, gewone esdoorn, Amerikaanse eik, gewone haagbeuk, tamme kastanje, zomereik, zwarte den, reuzenlevensboom, gewone araucaria, grootbladige linde, zilverlinde, gewone fijnspar, gewone taxus, Sawara schijncipres, Oosterse levensboom, gewone beuk, bruine beuk, witte paardenkastanje, rode bastaardpaardenkastanje, scherpe hulst, boshulst, zuilvormige gewone taxus en gewone buxus.
Auteurs: Steyaert, Rita; Dubaere, Barbara; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Dubaere B. & Kennes H. 2014: Hof ter Bruelen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/161503 (geraadpleegd op ).
"Hof ter Bruelen" of kasteel de Meeûs d'Argenteuil naar de bewoner/eigenaar, ook kasteel de Trannoy naar de bouwheer baron Henri de Trannoy. Neorenaissancekasteel volgens literatuurbronnen naar ontwerp van J. Ghobert, volgens eigenares/bewoonster naar ontwerp van de bouwheer opgericht circa 1915, op kadaster geregistreerd in 1917, met zowel voor exterieur als interieur een getrouwe nabootsing van 16de-eeuwse renaissance-architectuur; omringend domein met Franse tuin ten noorden en landschapspark met vijver ten zuiden, toegangsgebouw ingeplant op het einde van een eikendreef ten noordwesten van het domein.
Complex opgetrokken uit gerecupereerde bak- en natuursteen. Markante vierkante zuidwest gelegen (woon)toren van drie bouwlagen opgetrokken uit natuursteen onder leien tentdak met uivormige bekroning. Aansluitend kasteel van bak- en natuursteen met verspringende volumes, trapgevels, risaliet, polygonale torentjes, erkers, speklagen, hoekblokken, muurankers en een complexe leien bedaking. Gebruikelijke kruis- en bolkozijnen met natuurstenen dorpels, monelen en negblokken. Sierankers en gevelstenen met opschriften en 17de-eeuwse jaartallen. Risaliet met natuurstenen rondboogarcade op zuilen; bordestrap met balustrade. Toren met uilengaten.
Ten noorden tuinpaviljoen van drie traveeën: bakstenen muur met drie hardstenen rondbogen. Interieurbezoek werd niet toegestaan.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2000: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Westerlo, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. 2000: Hof ter Bruelen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/43639 (geraadpleegd op ).