Deze neogotische kerk werd opgetrokken in 1870-1875 naar ontwerp van Van Gastel en P.J. Taeymans met behoud van 15de-eeuwse toren in gotische stijl.
De oudste vermelding van de kerk dateert van 1607 toen er sprake was van de brand die door de Geuzen en protestanten was aangestoken.
Het torenuurwerk werd geplaatst in de periode 1658-1672. Grote herstellingen werden uitgevoerd in 1742, 1855 en 1953. Het torenkruis dateert van 1858 en deze kerk bleef bestaan tot 1870. Bij de afbraak werden elementen uit de oude kerk gerecupereerd. De plannen werden getekend door de provinciale architect Van Gastel, later overgenomen door Taeymans.
De kerk is vooral opmerkelijk voor haar neogotische binnenschildering die reeds bij de bouw in 1870 werd aangebracht. De originele schildering is bewaard in het koor. In 1956 werd het schip herschilderd.
De kerk is opgebouwd als een driebeukige kruisbasiliek met westtoren. Het schip en de zijbeuken tellen vier traveeën, het transept één travee en het koor vier rechte traveeën met driezijdige sluiting. Het gebouw is opgericht in baksteen met gebruik van natuursteen voor dekstenen, doorlopende kordons en venstertraceringen en bevindt zich onder een leien bedaking.
De toren van vijf geledingen wordt bekroond met een ingesnoerde naaldspits en bestaat uit een zandstenen onderbouw met een band van ijzerzandsteen en een bakstenen bovenbouw met in de derde geleding gebruik van zandsteen voor de hoekstenen en vensteromlijstingen. Links sluit een polygonale traptoren van bak- en zandsteen aan. De toren is voorzien van versneden, overhoekse steunberen. De toegang wordt gevormd door een schouderboogdeur onder spitsboogveld waarin een radvenster met vierpas, dagkanten met gekoppelde zuiltjes onder geprofileerde spitsboog en het geheel in een vlakke omlijsting met puntgevel. De inkom wordt bekroond door een roosvenster en aan de noordzijde bevindt zich een overluifeld kruisbeeld uit de 16de eeuw.
Schip, transept en koor worden geritmeerd door al dan niet versneden steunberen, uitgewerkte baksteenfriezen en spitsboogvensters met neogotisch maaswerk. De transeptsluitingen zijn gekenmerkt door gekoppelde spitsboogvensters en radvenster in één natuurstenen spitsboogomlijsting, in de zuidelijke arm werden in 1970 gekoppelde rechthoekige deuren in spitsboogomlijsting aangebracht.
Het gepolychromeerde interieur bevat spitsbogen op zuilen met polygonale sokkel en knoppenkapiteel en wordt overwelfd door kruisribgewelven. De decoratieve neogotische beschildering bestaat uit geometrische en bloemmotieven, trompe-l'oeils en christelijke symbolen zoals IHS, lam, godslamp en vis.
De kerk bevat nog ten dele het mobilair van de vroegere kerk:
Dit geheel werd aangevuld met neogotisch meubilair:
De zeven originele glasramen uit 1872, vervaardigd door Samuel Coucke uit Brugge zijn nog aanwezig. In 1943 werden ze aangevuld met nieuwe ramen.
Auteurs: Steyaert, Rita; Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Brenders F. 2014: Parochiekerk Sint-Bavo [online], https://id.erfgoed.net/teksten/165326 (geraadpleegd op ).
Neogotische kerk naar ontwerp van P.J. Taeymans van 1869 opgetrokken in 1870-1875 met behoud van 15de-eeuwse toren in gotische stijl.
Driebeukige kruisbasiliek met westtoren. Schip en zijbeuken van vier traveeën, transept van één travee en koor van vier rechte traveeën met driezijdige sluiting. Baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor dekstenen, doorlopende kordons en venstertraceringen, leien bedaking; toren van vijf geledingen onder ingesnoerde naaldspits, zandstenen onderbouw met band van ijzerzandsteen en bakstenen bovenbouw met in derde geleding gebruik van zandsteen voor hoekstenen en vensteromlijstingen, links polygonale traptoren van bak- en zandsteen. Toren met versneden, overhoekse steunberen. Schouderboogdeur onder spitsboogveld waarin radvenster met vierpas, dagkanten met gekoppelde zuiltjes onder geprofileerde spitsboog, geheel in vlakke omlijsting met puntgevel. Bekronend roosvenster. Noordzijde met overluifeld kruisbeeld (16de eeuw).
Schip, transept en koor geritmeerd door al dan niet versneden steunberen, uitgewerkte baksteenfriezen en spitsboogvensters met neogotisch maaswerk. Transeptsluitingen met gekoppelde spitsboogvensters en radvenster in een natuurstenen spitsboogomlijsting, zuidelijke arm met gekoppelde rechthoekige deuren in spitsboogomlijsting aangebracht in 1970.
Volledig gepolychromeerd interieur met spitsbogen op zuilen met polygonale sokkel en knoppenkapiteel; kruisribgewelven. Decoratieve neogotische beschildering met geometrische en bloemmotieven, trompe-l'oeils en christelijke symbolen zoals IHS, lam, godslamp en vis.
Gepolychromeerde houten beelden van Onze-Lieve-Vrouw met Kind (circa 1700), Sint-Bavo (midden 18de eeuw), Sint-Sebastiaan (midden 18de eeuw) en Heilige Rochus van Montpellier (18de eeuw). Schilderijen van de Vlaamse School: Onze-Lieve-Vrouw met slapende Jezus (16de eeuw), Vermenigvuldiging der broden(circa 1700) en Sint-Hiëronymus (circa 1700).
Neogotisch meubilair onder meer gepolychromeerde retabelaltaren, biechtstoelen, koorgestoelte, rustmeubel en doopvont. Eiken preekstoel uit einde 17de eeuw.
Grafstenen uit de 18de eeuw.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. 2001: Parochiekerk Sint-Bavo [online], https://id.erfgoed.net/teksten/47258 (geraadpleegd op ).