Neoclassicistisch burgerhuis, tot deze vorm aangepast in opdracht van de heer Du Mortier-Bavais, naar een ontwerp door de architect Frans J.H. Bex uit 1856. Het betrof de ingrijpende verbouwing van twee traditionele panden die minstens opklimmen tot de 17de eeuw, vermoedelijk in oorsprong diephuizen. Bex was als architect verbonden aan het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen. Over de bouwprojecten die hij in deze functie tot stand bracht is weinig bekend. Als privé-architect realiseerde hij met name tijdens de jaren 1850 enkele voorname neoclassicistische woningen, en voerde verbouwingen uit aan meerdere van de meest prestigieuze patriciërswoningen in de stad.
De rijwoning van vier traveeën, drie bouwlagen en een mezzanine onder zadeldak, had een bepleisterde en beschilderde lijstgevel, waarin muurankers met gekrulde spie en kwarthol geprofileerde dagkanten de traditionele kern aangaven. Verder beantwoordde de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige venster met individuele lekdrempels, een omlijste deur en koetspoort in de uiterste traveeën, en een klassiek hoofdgestel.
Het pand werd samengevoegd met het twee traveeën brede, links aanpalende rijhuis (nummer 22) en ingrijpend gerenoveerd tot een kantoor- en wooncomplex in opdracht van de firma APTA, naar een ontwerp door de architect A. Michiels uit 1985, uitgevoerd in 1987 e.v. Daarbij werd het gevelfront volledig nieuw opgemetseld uit rode baksteen, met deur- en vensteromlijstingen en cordonvormende lekdrempels uit blauwe hardsteen. Enkel de eenvoudige, geprofileerde hardstenen deuromlijsting in de rechter travee is nog oorspronkelijk. Het schilddak met dakkapellen dateert eveneens van deze ingreep.
Het incorporeerde rijhuis (nummer 22) was in kern een traditioneel diephuis van twee traveeën en drie bouwlagen uit de late 16de of de vroege 17de eeuw, waarvan de trapgevel in 1850 door de heer M. Van Loock in neoclassicistische stijl was verbouwd. De ingreep betrof het aanpassen van de kruiskozijnen, het slopen van de tweeledige geveltop geopend door een drielicht met rondboogluik, en het toevoegen van een klassiek hoofdgestel.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis met traditionele kern [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203312 (geraadpleegd op ).
Neoclassicistisch burgerhuis van vier traveeën en drie en een halve bouwlaag onder zadeldak, uit de eerste helft van de 19de eeuw. Muurankers met gekrulde spie, en de kwarthol geprofileerde zandstenen negblokken van de begane grond wijzen op traditionele, mogelijk tot de 17de eeuw opklimmende kern. Ontpleisterde bakstenen lijstgevel op een hardstenen plint. Registers van rechthoekige vensters met gietijzeren leuningen. Lage vesters boven een geleed kordon onder de kroonlijst met caissons en tandlijst. Op de begane grond garagepoort onder ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten; rechts rechthoekige vleugeldeur met bovenlicht in een eenvoudige geprofileerde hardstenen omlijsting op neuten.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Burgerhuis met traditionele kern [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5140 (geraadpleegd op ).