Kasteel in de volksmond "kasteel Van de Rooy" gelegen op de scheiding tussen het "Centrum" en de eertijds sociaal lager gewaardeerde wijk "Berg". Het gebouw was voorheen het "maison de campagne" van de familie die in Geel resideerde. De kern van het kasteel zou opklimmen tot de 16de eeuw.

Huidig uitzicht grotendeels 19de-eeuws, doch elementen zoals de gekrulde ankers in de achtergevel en westelijke zijgevel, sporen van vlechtingen in de oostelijke zijgevel, een 18de-eeuws salon, variërende plafondhoogte op de bovenverdieping en diverse fundamenten gevonden bij de renovatie van het interieur (circa 1970-1972) verwijzen naar een oudere kern.

Grote verbouwingswerken aan vroegere patriciërswoning circa 1840 en volgende, zie gevelsteen "Gustave de Roye/ De Wichen/ 1842" en plannen voor binnendeuren van 1855 door J. Van Ockeleyen. De mutatieschetsen van het kadaster vermelden in 1858 een verbouwing van de stallen en het koetshuis en in 1885 aanpassingen aan het woonhuis. Groot park met oorspronkelijk een vijver aan de huidige Boerenkrijglaan, heraangelegd circa 1844, in het park grote beuk en vijfstammige lindeboom.

De huidige site bestaat uit een omheind domein met kasteel op rechthoekige plattegrond en ten oosten aansluitend koetshuis en stallen rondom een gekasseide binnenkoer, ten zuiden hiervan een recente oranjerie opgetrokken naar het model van de koetshuizen, verder ten noordoosten bewaard bakhuis met waterput ernaast en ten zuiden een 18de-eeuws tuinpaviljoen. De bijhorende hoeve met schuur aan de overzijde van de straat/Bergstraat is verdwenen.

Hoofdgebouw van negen traveeën en twee bouwlagen onder leien mansardedaken (nok parallel aan de straat) met dakkapellen. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels op een arduinen plint; klassieke gevelbeëindiging met gelede architraaf, blind fries en tandlijst onder houten kroonlijst. Rechthoekige vensters, beluikt op benedenverdieping, bovenvensters van straatgevel met licht afgeronde bovenhoeken. Voorgevel met licht, hoger opgaand ingangsrisaliet: schouderboogdeur in geprofileerde hardstenen omlijsting met sluitsteen uitgewerkt als wapenschild onder waterlijstje, bovenverdieping met over de traveeën doorgetrokken hardstenen lekdrempel, hoger dakvenster met serliana tussen pilasters onder een gebogen topgevel met breed omlopende fries, oculus en omlopende hardstenen omlijsting met topstuk. Tuingevel met op de benedenverdieping de karakteristieke ankers met krulspie en gekrulde uiteinden bovenaan, rechthoekige deur met afgeronde bovenhoeken in een geprofileerde hardstenen omlijsting.

Typisch 19de-eeuws kasteelinterieur met stucwerk, hal met eiken slingertrap, achteraan salon met goudlederbehang, 18de-eeuws stucwerkplafond en dito deuren, ernaast rocailleschouw. Merkwaardige beschilderde deur op zolder. Gebint met pen- en gatverbindingen. Kelder met rode tegelvloer en tongewelf.

Ten oosten aansluitend bij voorgevel: rechthoekige poort onder blind rondboogveld met gevelsteen (zie supra) als toegang tot een gekasseide binnenkoer omringd door de zijgevel van het kasteel en koetshuizen. Beschilderde baksteenbouw onder haakse pannen zadeldaken. Lijstgevels geritmeerd door lisenen waartussen rechthoekige poorten onder waaier of blinde (gedichte?) rondboogvelden of rondbogige spaarvelden. Bakstenen achtergevels geritmeerd door lisenen. Recente rechthoekige vensters. Aanbouwsels onder meer luifel op standvinken (oostzijde) en ten zuiden recente oranjerie.

Vrij vervallen tuinpaviljoen op vierkante plattegrond. Baksteenbouw met resten van vroegere beschildering op gepikte plint onder tentdak (kunstleien); 18de-eeuws raam met kleine roedeverdeling. Bepleisterd en beschilderd interieur met kruisribgewelf en bewerkte Ionische hoekpilasters verbonden door decoratieve fries. In het vensterglas jaartallen "1791/ de Roye de Wichen 1851/ 1927".

Dubbel bakhuis, verankerde en witgeschilderde baksteenbouw op gepikte plint. Verspringende volumes onder zadeldaken en aansluitend lessenaarsdak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), hoog opgaande schoorstenen. Lijst- en tuitgevels, laatstgenoemde met vlechtingen. Interieur met moer- en kinderbalken, bewaarde ovens. Overdekte 19de-eeuwse waterput ten zuiden naast het bakhuis.