Meergezinswoning in art-decostijl gebouwd in opdracht van de broers en zussen Luyten, naar een ontwerp door Arthur Vander Heyden uit 1931. Het gebouw behoort tot het latere oeuvre van de architect, die niet valt te verwarren met zijn naam-, stads- en tijdgenoot Adolphe Vander Heyden.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat het pand vijf bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit witte natuursteen of simili, in combinatie met rood baksteenmetselwerk in de inkomtravee. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede, hoger opgetrokken en getrapt afgewerkte linker travee. Deze wordt gemarkeerd door een over de eerste drie verdiepingen oplopende, trapezoïdale erker, waarop een smeedijzeren balkonborstwering. Een reliëf met voorstelling van een draak, gevat tussen stafwerkpanelen, siert de getrapte top. Verder registers van rechthoekige vensters met bewerkte latei, hardstenen lekdrempel en een floraal art-decomotief op de borstwering. Net als de oorspronkelijk pui, onderscheidt de bovenste verdieping zich door mijterboogvormige openingen. Vandaag verbouwd bestond de pui uit een caféraam en een gecombineerd portaal met glas-in-lood-bovenlicht. Het houten schrijnwerk van de bovenverdiepingen is naar bestaand model vernieuwd.
Volgens de bouwplannen beslaat een café met achterliggende keuken en ‘koer’ de begane grond. Ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal, vormen de bovenverdiepingen huurkwartieren, die elk uit twee kamers, een zijkamertje, en een keuken annex pomphuis met terras en wc bestaan.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Meergezinswoning in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/204266 (geraadpleegd op ).
Flatgebouw in art-decostijl van twee traveeën en vijf bouwlagen onder plat dak. Lijstgevel, opgetrokken uit similisteen naar ontwerp van architect Van Der Heyden (gevelsteen), verticaal gemarkeerd door een ruime, doorlopende trapezoïdale erker over de verdiepingen, waarboven een balkon. Getrapte bekroning, waarin een gevelsteen met een draak. Rechthoekige vensters met uitgegroefde lateien, lekdrempels, waaronder decoratieve bas-reliëfs. Op de begane grond, en bovenste verdieping naar boven toe verkleinende vensters onder gedrukte mijterboog. Oorspronkelijk houtwerk.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Meergezinswoning in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5670 (geraadpleegd op ).