Teksten van Herenhuis in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6554

Herenhuis in art-nouveaustijl ()

Herenhuis in art-nouveaustijl gebouwd naar een ontwerp van de architecten Adolphe Van Coppernolle en Laurent Duvivier uit 1910. De opdrachtgever was Duvivier zelf, die samen met zijn oom actief was als bouwpromotor in de wijk, en hier vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere panden voor eigen rekening liet optrekken. In 1911 nam hij zijn intrek in één van deze woningen aan de Bosmanslei, eveneens een gezamenlijk ontwerp met Van Coppernolle. Waar Duvivier voor de opdrachten door derden vaker zelfstandig het ontwerp tekende, ging hij voor zijn eigen vastgoedprojecten telkens een samenwerking aan met andere architecten, naast Van Coppernolle ook Arthur Vander Heyden. De rijwoning in halfopen bebouwing beantwoordt aan het type van de stadsvilla, dat in de Bosmanslei en de Van Putlei het merendeel van de bebouwing uitmaakt. Een eerste, in de details afwijkende versie van de bouwplannen werd geweigerd wegens het overschrijden van de opgelegde rooilijn, en twee maanden later vervangen door het huidige ontwerp. Uit het geveldecor, de venstervormen, het schrijn-, smeed- en glaswerk blijkt een uitgesproken art-nouveau-inslag, die hier wordt vermengd met vormkarakteristieken van de cottagestijl zoals een pittoreske volumeopbouw en een houten geveltop. Het gebouw bezet de zuidflank van de rotonde van de Bosmanslei, samen met de gelijktijdig opgetrokken woning Lile door architect Daniël Rosseels. Zijn pendant, het stilistisch verwante herenhuis Van den Bergh-Bik door architect Albert Gondrexon uit 1907, werd in 1937 gesloopt voor een appartementsgebouw.

Het pittoreske herenhuis waarvan het levendige profiel en de onregelmatige plattegrond de knik in de straatwand incorporeert, omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een complex, overstekend zadeldak (leien). Opgetrokken in sobere baksteenbouw, doorspekt met natuursteen, op een hardstenen plint, bestaat het volume in wezen uit twee haakse vleugels, waartegen een lagere, afgeschuinde hoekpartij aanleunt. Deze compositie beantwoordt aan de hoofdindeling van het interieur in woonvertrekken en circulatie- en dienstruimten. De hoekpartij vormt het inkomportaal bovenaan het trappenbordes, dat wordt bekroond door een driezijdige erker met een zeslicht en een balkon. De woonvleugel die uitmondt in een puntgevel, is herkenbaar aan de overhoekse rechthoekige erker met leien dakje van de cosy-corner, de brede korfboogramen, een balkon, een drielicht, en een houten top in stijl en regelwerk met een smeedijzeren topstuk. De getrapte drielichten van de circulatievleugel onder een afgewolfde bedaking, verraden dan weer de functie van trappenhuis. Opvallend hier is het sgraffitopaneel in het boogveld,van de hand van de Brusselse architect en sgraffitokunstenaar Paul Cauchie. Het is versierd met guirlandes en een medaillon met de initialen FVB, die vermoedelijk verwijzen naar een vroegere eigenaar van het pand. De huidige glas-in-loodramen van de traplichten, met onder meer de wapenschilden van Antwerpen, Borgerhout en Deurne, het Sint-Lucasembleem en dezelfde initialen FVB, vervangen de oorspronkelijke art-nouveau-glasramen. Verder bestaat het geveldecor hoofdzakelijk uit rankwerkornamenten, die waterlijsten, borstweringen, vensterposten en de afgeschuinde hoekpenant sieren; een maskerkop ondersteunt het balkon. Het houten schrijnwerk van deuren en vensters met kleine roedeverdeling in de bovenlichten is bewaard, evenals het fraaie smeedijzer van het voortuinhek, de bordesleuningen, de deur- en keldertralies. De garage in het souterrain is een latere verbouwing.

De plattegrond die beantwoordt aan de levensstijl van een welstellende burgerij met inwonend personeel, is georganiseerd rond de ruime en goed verlichte traphal. Volgens de bouwplannen bood het souterrain met dienstingang oorspronkelijk ruimte aan het personeelskwartier of 'état domestique' en de keuken met keukenlift. Een doorlopende suite van salon en eetkamer met terras neemt op de begane grond de woonvleugel in, waarbij de office en het kantoor aansluiten. Op de eerste verdieping bevinden zich drie slaapkamers en een badkamer, in L-vorm geschikt rond de traphal. De tweede verdieping omvat drie overige kamers en een zoldertrap naar de meidenkamers.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1910#1535, 1910#1909 en 1911#1201.
  • S.N. 1913: Maison 20 Avenue Bosmans Anvers, Album de la Maison Moderne 5, 26.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Herenhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/139335 (geraadpleegd op ).


Herenhuis in art nouveaustijl ()

Half vrijstaand herenhuis in art-nouveaustijl, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Baksteenbouw van drie bouwlagen met kelderverdieping onder complexe overkragende leien bedaking. Grillig verspringende gevellijn. Gebruik van natuursteen voor plint, erker, balkon, doorlopende banden en omlijstingen. Rechthoekige of segmentboogvensters met bewaard houtwerk. Rechthoekige deur met segmentboogvormig bovenlicht, steektrap met ijzeren leuningen. Links lager aanbouwsel, vensters van trapzaal met bekronend art-nouveaupaneel waarop monogram EVB.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6554 (geraadpleegd op ).