In 1890 laat Jules Bernard von der Becke door architect Jean-Laurent Hasse vijf ruime burgerwoningen ontwerpen in de Paleisstraat en in de Solvynsstraat, op kavels die mekaar ruggelings raken. Von der Becke was een kapitaalkrachtige handelaar en gemeenteraadslid in Antwerpen, die deze woningen als investering liet optrekken. In 1873 werd van der Becke samen met William Edward Marsily de Belgische handelspartner van de Société Anonyme de Navigation Belge-Américaine, het bedrijf waaruit later de beroemde Red Star Line is ontstaan. De familie von der Becke had heel wat eigendommen in de stad. Architect Hasse werd voor verschillende bouwdossiers door de familie von der Becke als architect gekozen.
Het vastgoedproject Von der Becke behoort tot het vroege oeuvre van Jean-Laurent Hasse, die actief was van 1875 tot zijn overlijden in 1925. Tijdens de eerste decennia van zijn loopbaan bouwde de architect een groot aantal voorname burgerhuizen in eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl in Antwerpen waaronder zijn eigen woning uit 1880 in de Osystraat. Vanaf de jaren 1900 verplaatste het zwaartepunt van zijn activiteiten zich naar architectuur voor de industrie, zoals de kantoren en werkplaatsen van Bell Telephone Manufacturing Company in de Boudewijnsstraat waarvoor hij al in 1882 de eerste gebouwen ontwierp, de Compagnie Générale des Tramways d’Anvers in de Grotehondstraat uit 1903, en het automerk Minerva waarvan de eerste fabriek in de toenmalige Warandestraat in 1904 tot stand kwam.
De vijf woningen kregen een afwisselende gevelbehandeling, zodat zeker wat betreft de woningen in de Paleisstraat, niet kon vermoed worden dat dit reeksbouw betreft. De afwisseling van neoclassicistische met eclectische gevels om reeksbouw te verdoezelen, is typisch voor het Zuid en bij uitbreiding voor de 19de-eeuwse wijken van de stad.
De woning Paleisstraat 39 is een breed pand van vier traveeën en drie bouwlagen onder gemansardeerd zadeldak, oorspronkelijk voorzien van vier dakvensters met trapgeveltjes, waarbij het jaartal 1890 op het dakvenster in de deurtravee was vermeld. Het opschrift op de gevel "Mädchenheim", leert dat von der Becke dit gebouw met filantropische bedoelingen liet bouwen. Het "Deutsches Mädchen und Frauenheim" werd opgericht binnen de schoot van de Duitse kolonie in Antwerpen, om goedkoop onderdak te beiden aan Duitse dienstmeisjes, in afwachting van een betrekking als huispersoneel bij de talrijke Duitse families die zich hier in de loop van de 19de eeuw gevestigd hadden. De lijstgevel kreeg een geel bakstenen parement, voorzien van kleurrijke accenten in de tegelfriezen tussen de bouwlagen. Dit materiaalgebruik geeft de gevel een eclectisch karakter. Verder een standaard opbouw van de gevel: houten kroonlijst, gebruik van hardsteen voor de plint, voor de kordons, de doorlopende bovendorpels van de muuropeningen en voor het balkon in het deurrisaliet; regelmatig geplaatste, rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters hebben blinde boogvelden.
Paleisstraat 41 is een opvallende, eclectische meergezinswoning van vier traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak. Lijstgevel met rood bakstenen parement met gebruik van natuursteen voor de rijke omlijsting van de ramen met hoekneggen, hanenkammen, entablementen. Licht middenrisaliet bekroond door breed centraal dakvenster met tuitgevel met maskerkoppen als aanzetstenen. Markant balkon op bewerkte consoles; rechthoekige vensters, op eerste en tweede bouwlaag onder gestrekte waterlijst. Aangepaste geveltop en schrijnwerk vervangen.
De drie burgerhuizen in de Solvynsstraat werden opgetrokken als samenstel, waarbij de centrale woning (nummer 48) iets hoger is en een neoclassicistische lijstgevel kreeg, geflankeerd door twee identieke, spiegelende woningen op nummers 46 en 50. Nummer 50 is ondertussen volledig verbouwd. Het betreft enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder leien mansardedaken (vandaag pseudo-mansarde), waarmee ze beantwoorden aan de standaardtypologie van de woningen op het Zuid. Nummer 48 kreeg een bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel die volgens de eind-19de-eeuwse standaarden werd opgebouwd en afgewerkt: houten kroonlijst, geblokte hardstenen plint, imitatievoegen, kordons en doorlopende onderdorpels, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen in verzorgde omlijstingen. Het middenrisaliet werd geaccentueerd door een balkon met geajoureerde borstwering, gesuperposeerde Dorische en Ionische pilasters respectievelijk met trigliefen en guirlandes in de fries, een dakvenster met topstuk (verdwenen). Nummer 46 heeft een rood bakstenen gevelparement met speklagen en is voorzien van kleurrijke cementtegelfriezen, wat de woning een eclectisch karakter geeft. Regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, houten kroonlijst, hardstenen plint en kordons. Nadruk op de linkse deurtravee door een deurvenster met balkon met geajoureerde borstwering op consoles met wortelmotieven en een dakvenster met topstuk, dat nu evenwel is verdwenen. De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2012: Opbrengsteigendommen van J.B. von der Becke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/140232 (geraadpleegd op ).
Nummer 41. Dubbelhuis van vier traveeën en drie verdiepingen onder mansardedak, eclectische stijl, van rond 1900. Bakstenen lijstgevel met licht middenrisaliet bekroond door hoger opgaande tuitgevel met maskerkoppen als aanzetstenen; markant balkon op bewerkte consoles. Rechthoekige vensters in natuurstenen omlijsting, op eerste en tweede bouwlaag onder gestrekte waterlijst.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Opbrengsteigendommen van J.B. von der Becke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7427 (geraadpleegd op ).