Semigesloten, voormalige hoeve van het Prinsenkasteel, gedeeltelijk gevormd door de voormalige paardenstallen en koetshuis (Guldendal 20) en opklimmend tot de 17de eeuw.
Beschermd als monument binnen het dorpsgezicht: "Het Prinsenhof" bij Ministerieel Besluit van 9 juli 1980.
Oorspronkelijk was de hoeve gelegen op het omwalde neerhof ten noorden van het eveneens omgrachte kasteel. In 1610 verbouwde Jacques van Bergen het kasteel tot een "huis van plaisantie" met bijhorende lusttuin. Vermoedelijk werd in dat kader ten zuiden van het kasteel een representatief gesloten voorplein aangelegd waarachter een semi-gesloten hoeve van bakstenen gebouwen onder leien daken rond een vijfhoekige binnenkoer (zie kaartboek van de abdij, 1699). Mogelijk heeft men bij de bouw van de dienstgebouwen gebruik gemaakt van afbraakmateriaal van het kasteel, zie de kalkzandstenen achtergevels.
De Ferrariskaart toont een drietal vrijstaande gebouwen, U-vormig opgesteld en geopend naar het zuiden; het primitieve kadasterplan van 1821 een L-vormig volume in de zuidwestelijke hoek en een volume ten oosten. Op beide kaarten wordt het hof voorafgegaan door een poel.
Circa 1914 werden er volgens het kadaster grote werken aangevat, men spreekt zelfs van een "reconstruction partielle". Onder meer werden het woonhuis en de toren van hun kalklaag ontdaan, één dakkapel gereconstrueerd, twee kloostervensters terug geopend en/of bijgemaakt en de toren werd (terug?) voorzien van trapgevels (zie foto van 1909, Cosyn en foto van 1918, Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium). De voormalige paardenstallen annex koetshuis en de hoeve werden circa 1951-1952 definitief gesplitst. Vermoedelijk werd in die periode de gedateerde rondboogpoort uit de zuidelijke zijgevel van de langsschuur verwijderd en in de oostelijke zijgevel van de voormalige paardenstallen geplaatst (zie foto's van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium). In het laatste kwart van de 20ste eeuw werden het woonhuis en de stal op een harde wijze gerestaureerd en omgevormd tot woongelegenheid, in 2002 volgde de schuur.
Domein van de straat gescheiden door een beukenhaag en toegankelijk via een recent ijzeren hek tussen bakstenen pijlers. Recent aangeplante dreef met aan de linkerzijde een poel. Semi-gesloten hof met ten zuiden rechthoekige overluifelde inrijpoort uitgespaard in een natuurstenen muur; in de zuidwestelijke hoek het woonhuis met woontoren en haakse stal; ten oosten een monumentale langsschuur en ten noorden de achtergevels van de voormalige paardenstallen annex koetshuis. Het ruime erf is met kiezelstenen verhard. De gebouwen zijn opgetrokken in verankerde traditionele bak- en zandsteenstijl, met gebruik van witte natuursteen voor onder meer de plint, de speklagen, hoekkettingen, steigergaten, kruis- en kloostervensters en deuromlijstingen en klimmen minstens op tot de 17de eeuw.
Deels onderkelderd boerenhuis van zes traveeën en één bouwlaag onder een licht geknikt, afgesnuit leien zadeldak, nok parrallel aan de straat, op houten consooltjes en voorzien van twee getrapte dakvensters met lateiconsooltjes. Beluikte, getraliede en deels vernieuwde kruis- en kloostervensters onder uitstekende latei en getoogd ontlastingsboogje. Rechthoekige deur met vernieuwde latei aan de erfgevel. De westelijke zijgevel is volledig opgetrokken in kalkzandsteen en bezit nog een mozegat.
Het interieur is sterk aangepast. Het niveau van de opkamer ten zuiden werd behouden maar de ruimte werd opengewerkt.
Palend aan de oostzijde een woontoren op rechthoekige plattegrond en een duidelijke bouwnaad tussen beiden. Drie op drie traveeën en drie bouwlagen onder een leien zadeldak, nok haaks op de straat, gevat tussen twee trapgevels van vijf treden en een topstuk. Kleine beluikte rechthoekige venstertjes met uitzondering van één kloostervenster aan de erfzijde. In de top aan de veldzijde twee boven elkaar liggende rijen van negen duivengaten zonder loopplank.
De toren is toegankelijk via het woonhuis, het interieur werd aangepast.
Haakse heropgebouwde, verhoogde en sterk aangepaste stalvleugel opgetrokken in kalkzandsteen met een erfgevel in traditionele bak- en zandsteenstijl onder een afgesnuit pannen zadeldak.
Interieur: gedeeltelijk bij de woning betrokken, het andere deel is ingericht als garage en bergplaats.
Sterk gerestaureerde monumentale tweebeukige langsschuur onder een licht geknikt afgewolfd pannen zadeldak, nok haaks op de straat, van 1681 (zie verwijderde rondboogpoort met gedateerde imposten). Erfgevel voorzien van een rechthoekige deur met negblokomlijsting en vernieuwde arduinen latei en een uitbouw onder lessenaarsdak van circa 1914. Zijgevels met aandaken, vlechtingen, schouderstukken en smalle verluchtingsgaten. Zuidelijke zijgevel met rechthoekige poortopening onder ijzeren I-balk. Het muuranker dat rond de sluitsteen zat, is nog bewaard.
Interieur. In 2002 vonden zware ingrepen plaats: de muurankers werden verwijderd, een bijkomende binnenmuur geplaatst, betonnen consolen en ijzeren I-balken onder de trekkers aangebracht en standvinken ingekapseld.
Bron: VAN DAMME M. met medewerking van DEBACKER I. & BOEKSTAL P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. 2005: Semigesloten hoeve van het Prinsenkasteel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/75188 (geraadpleegd op ).
In aansluiting met de paardenstallen: semigesloten voormalige hoeve met ruime binnenplaats, vermoedelijk daterend uit dezelfde periode als de paardenstallen. Heden gesloten en onbewoond, na aangevatte doch niet voltooide restauratie. Overluifelde inrijpoort uitgespaard in zandstenen muur op de zuidzijde. In de zuidwesthoek, éénlaags boerenhuis onder schilddak (leien) met dakvensters als in de paardenstal. Bak- en zandsteenstijl voorzien van kruis- en halfkruisvensters met luiken. Ten oosten, torenachtige travee met drie verdiepingen en een zadeldak (leien) tussen trapgevels (5 treden + topstuk). Op de westzijde, lage dienstvleugel met zandstenen achtergevel. Ten oosten, bakstenen langsschuur onder zadeldak met wolfseinden (pannen); recente rechthoekige poort.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Semigesloten hoeve van het Prinsenkasteel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/299067 (geraadpleegd op ).