Voormalige goed onderhouden hoeve met losstaand boerenhuis en schuur, vermoedelijk uit eind 18de eeuw of begin 19de eeuw. De hoeve werd alleszins opgetrokken voor de eerste kadastrale opmetingen en onderging nadien geen kadastrale mutaties meer. Ook op de kabinetskaart van graaf de Ferraris van 1771-1778 is er op dezelfde plaats reeds een hoeve opgetekend. Het beboomde en met gras begroeide erf wordt van de straat gescheiden door een gracht en wordt afgesloten door ijzeren hekken aan decoratieve betonnen pijlertjes, een inrijhek en een rechts flankerend voetgangershek, naar verluidt daterend uit de jaren 1920.
Ten noorden van het erf en in het perspectief van het hek, ingeplante boerenwoning van vijf traveeën en één bouwlaag onder een zadeldak (rode pannen). De verankerde, naar het zuiden en de straat gerichte voorgevel onder een gepleisterde en geprofileerde daklijst, is onbeschilderd. De plint is later voorzien van een versierde cementlaag. Vernieuwde rechthoekige vensters met houten kruiskozijnen, voorzien van traditionele kleine roedeverdeling en witgepleisterde omlijsting en groen en wit geschilderde luiken met een sierlijk uitgesneden lichtopening. De rechthoekige plankendeur, midden de voorgevel, is voorzien van een bovenlicht met roedeverdeling en is gevat in een grijs geschilderde omlijsting. Rechts van de deur is een zinken plaatje van de verzekeringsmaatschappij "A.G. Bruxelles" bevestigd. Eenvoudige achtergevel op een grijs geschilderde plint, met een achterdeur met bovenlicht, een getralied keukenraam rechts ervan en links twee hooggeplaatste vernieuwde raampjes. Tussen de deur en het keukenvenster, is tegen de gevel een groengeschilderde ijzeren handpomp op een gemetste voet geplaatst. Het regenwater van de dakgoot wordt via een hemelwaterafvoer aan de achtergevel opgevangen in een ronde betonnen regenbak. Links van het huis, lager aanbouwsel woongedeelte. De woonkamer bevindt zich links van de deur en vertoont nog een grote schouw met rood geschilderde gesinterde baksteentjes en met een bordenrek op de houten schouwbalk. In de keuken erachter is nog de witgeschilderde enkelvoudige balklaag zichtbaar. De cementtegels van de tegelvloer zijn in een sierlijk patroon gelegd.
De karakteristieke bakstenen dwarsschuur, ingeplant tussen het woonhuis en de straat en met de nokrichting loodrecht op de straat en het huis, was vroeger met riet gedekt. Na de oorlogsschade van 1944 werd de schuur hersteld en werd de traditionele rietbedekking vervangen door golfplaten. De typische in het dak opwelvende centrale doorrit in de erfgevel verwijst nog naar het vroegere rieten dak. Rode deuren en poorten geven de schuur een typisch kleurrijk accent. De binnenindeling en de inrichting van de schuur zijn nog volledig bewaard. Ook de vier ankerbalkgebinten met typische telmerken zijn authentiek. Het ruim bedrijfsgebouw bevat traditiegetrouw respectievelijk de koeienstallen met arduinen tussenschotten, de paardenstal met arduinen voederbakken en een metalen en een houten ruif, en aanpalend het loofkot, een doorrit met dorsvloer met opwelvende schuurpoort, een stal voor de stier en een tas en ten slotte het open wagenhuis. De voederbakken kunnen gevuld worden via houten luikjes in de muren, die dikwijls voorzien zijn van ingegrifte motieven (een ploeg, vissen) en namen. De zijgevels zijn in de geveltop voorzien van smalle luchtopeningen en een laadluik voor de hooizolder.