Duitse Officiersmes Praatbos (beschermingsdossier) ()

De 'Hoeve Praatbos', zie aanduiding op hedendaagse stafkaarten, is een oorspronkelijke officiersmess, opgetrokken door en voor Duitse eenheden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het gebouw is bedoeld als ontspanningsruimte met cinema en kapel voor de militairen.

In en rond het Praatbos, net achter de Duitse 3de linie gelegen, zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog 'Ruhelager' (kantonnementen) uitgebouwd door de Duitse bezetter.

Het historisch relaas van het 'Lehr Infanterie Regiment' werpt een licht op het kantonnementsleven in de omgeving van het Praatbos. Deze Duitse eenheid vertoeft in het Praatbos in de periode eind juli - eind augustus 1916. Voor dit regiment is in het Praatbos een gedenkteken opgericht, dat vandaag de dag bewaard gebleven is en als monument is beschermd.

Het 'Lehr Infanterie Regiment' wordt ingezet in de sector Kasteelhoek (in eerste linie ongeveer vanaf Stuivekenskerke tot aan de Dodengang). Via een beurtrol worden de eenheden in de eerste linie aan de IJzer na enkele dagen afgelost door andere troepen. Na hun taak in eerste linie worden ze ondergebracht in de 'Ruhelager' in en rond het Praatbos. De verschillende eenheden van het ‘Lehr Infanterie Regiment’ worden als volgt verdeeld: de staf van het regiment in een hoeve in de zuidwestelijke hoek van het Praatbos, het 1ste bataljon in het oostelijke deel van het Praatbos, het 2de bataljon in de Langenhoek (ten noordwesten van het Praatbos), het 3de bataljon in het westelijke deel van het Praatbos en de ‘M.G. Kompanien’ (mitrailleurscompagnieën) op de Mokker (grondgebied Koekelare, ten noordoosten van het Praatbos). Er wordt een kampcommandant aangesteld voor de organisatie van het kampleven.

Het is er goed vertoeven, aldus het regimentsboek van het 'Lehr Infanterie Regiment'. Regelmatig kan een compagnie per trein naar Oostende trekken, waar de manschappen zich kunnen baden. Er is een medische dienst georganiseerd in barakken, met naar verluidt vrij hoge hygiënische omstandigheden. Ook de voedselbevoorrading zou vlot verlopen, o.m. door een rijkelijke bedeling van kaas en boter. Sommige eenheden telen in de omgeving verse groenten.

Voor de uitbouw van dit kantonnement worden burgers opgeëist, die afkomstig zijn uit de omliggende, (nog) niet geëvacueerde dorpen. Zij moeten - weliswaar tegen betaling - 'onderstanden' bouwen, barakken opzetten, prikkeldraadversperringen rond het kamp aanbrengen, wegen verharden, loopgraven herstellen, wagons laden en lossen ter hoogte van de opslagplaats voor keien, hout en ander materiaal, enz. Deze burgers worden ondergebracht in een barakkenkamp dat omgeven is door prikkeldraad en bewaakt wordt door militairen. De barakken worden verwarmd met kolen en hebben elektrische verlichting. Deze arbeiders kunnen in een kantine naast de begraafplaats inkopen doen met Duits geld.

Soms is het er gevaarlijk. In en rond het Praatbos en de Wikkelaar (kruispunt van de Houtlandstraat met de Wijnendalestraat) staan Duitse kanonnen opgesteld en de IJzervlakte wordt er vanuit kabelballons geobserveerd. Voor de vijand zijn dit redenen genoeg om de omgeving onder vuur te nemen. Het Praatbos is dan ook meermaals het doelwit van vijandelijke bommen, zoals op 14 augustus 1916, wanneer acht of negen bommen uit vijandelijke vliegtuigen in de omgeving van het kamp gedropt worden. Er vallen die dag geen slachtoffers bij het 'Lehr Infanterie Regiment'. Tijdens hun periode in de sector Kasteelhoek, tussen 24 juli en 1 september 1916 heeft de eenheid ‘beperkte' verliezen te betreuren, aldus het regimentsboek: 20 doden, 59 gewonden en 1 vermiste.

Op militaire luchtfoto's en stafkaarten is te zien dat er heel wat militaire installaties zijn uitgebouwd in en rond het Praatbos. Behalve de begraafplaats zijn er loopgraven, barakken, wegen, spoorwegen, schietstanden en andere structuren te zien. Er loopt een spoor langs de Houtlandstraat, dat Leke met Kortewilde (Vladslo) verbindt via Lappersfort (ter hoogte van het kruispunt Lappersfortstraat en Moerstraat), Praatbos en Wikkelaar.

Foto's van de 20ste 'Landwehr' divisie bevestigen dit beeld en werpen eveneens een blik op de bewaarde officiersmess. Eén foto toont een houten toegangspoort: een lichte constructie op vier pijlers, decoratief uitgewerkt met hoektorentjes, met 'Lichtspielhaus' op een bord. Links tegen de poort hangt een bord met de aankondiging van de film. Ervoor, langs de Houtlandstraat, loopt een spoor. Links van de toegangspoort staat een klein gebouwtje in stijl- en regelwerk, waarbij de vakken opgevuld zijn met baksteen. De officiersmess die op de achtergrond zichtbaar is, is in eenzelfde stijl onder een afgewolfd schilddak opgetrokken. Op het dak van beide constructies staan kleine verhogingen onder een zadeldak, die mogelijk dienden als verluchtingsysteem.

In het ‘Lichtspielhaus’ vinden er iedere namiddag voorstellingen plaats, waar soms ook burgers uit de omgeving toegelaten worden. Bij gelegenheid wordt er gedanst. Er wordt in dit gebouw eveneens regelmatig een mis opgedragen. De kapel is gesitueerd aan de noordwestelijke zijde, met aanbouw in de vorm van een apsis. De huidige bewoners menen ook dat de barakkenkampen vanuit dit gebouw voorzien worden van elektrische stroom. Het gebouw is volgens de bewoners opgetrokken in 1915. Het is in ieder geval zichtbaar op een militaire luchtfoto van 22 juni 1916. Tussen dit gebouw en de Houtlandstraat zijn ook nog het dak van het klein gebouwtje in stijl- en regelwerk (zie hoger) en andere structuren zichtbaar. De officiersmess wordt pas in 1926 als huis in het kadaster opgenomen, de andere gebouwen of structuren in de onmiddellijke omgeving niet. Deze andere gebouwen of structuren bestaan niet meer.

Na de Eerste Wereldoorlog wordt er naar verluidt een danszaal in de voormalige officiersmess ingericht. Later doet het gebouw dienst als jachthuis. Het bijgebouw ten noordwesten van het huis verschijnt pas in 1970 op de mutatieschetsen en wordt omschreven als 'clubhuis'.

Beschrijving

Langs gebouw van twee bouwlagen onder afgewolfd schilddak (nok evenwijdig met de straat), nu rechts woonhuis en links geïncorporeerd nutsgedeelte (stalling, nu dichtgemetselde schuurpoort). Tegen de zijgevels zijn lage aanbouwen, aan de noordwestelijke zijde in de vorm van een apsis (halve veelhoek). Aan de zuidoostelijke zijde is deze aanbouw rechthoekig van vorm, met een soort torenbekroning. Op het woongedeelte en de zuidoostelijke aanbouw liggen ruitvormige bitumen schalies, met grotere schalies op de aanbouw (in vergelijking met het woongedeelte). Op het nutsgedeelte ligt asfaltpapier. Merkwaardige constructie in stijl- en regelwerk (zowel voor de lange gevels als voor de zijgevels). Het stijl- en regelwerk is niet streekeigen, het doet eerder Limburgs of Duits aan: zie de brede vakken en het gebruik van lange schoren in de zijgevels. De oorspronkelijke bakstenen invulling van de vakken zou naar verluidt na de Eerste Wereldoorlog vervangen zijn door metselwerk van bakstenen op hun kant, die nu nog voor een groot deel bewaard zijn. Wellicht dateren ook (het merendeel van) de muuropeningen uit deze periode. In dezelfde periode zou in het (huidig) woongedeelte een bakstenen binnenmuur gebouwd zijn, waarin het houtwerk van de ramen geïntegreerd is. Het merendeel van de muuropeningen is segmentboogvormig uitgewerkt onder een streklaag. De verticale stijlen staan op lage bakstenen penanten. De bakstenen invullingen aan de voorgevel (straatzijde) zijn witgeschilderd (links dichtgemetselde hoge schuurpoort, stijl- en regelwerk nagebootst in beschildering, tevens recent ingebrachte garage). De beraping aan de aanbouw aan noordwestelijke zijde is deels bewaard.

Het woonhuisgedeelte is uitgewerkt met twee verdiepingen. Het nutsgedeelte bestond oorspronkelijk uit één grote, hoge ruimte en bevat enkel op de begane grond muuropeningen. Aan de binnenzijde is de oorspronkelijke structuur van de vakwerkconstructie nog goed leesbaar. De kapconstructie bestaat uit hoge spantbenen die met trekplaten verankerd zijn aan verticale wandstijlen, die los staan van de vakwerkwanden. IJzeren trekbalken zorgen voor bijkomende stevigheid. Op het gebinte ligt het schaliebert. Bewaard beschilderd houtwerk, met T-indeling en rolluiken (jaren 1920). Achtergevel met bewaard bolkozijn met grote roedeverdeling.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Diksmuide, 7de afdeling, 1926/14, 1970/3.
  • Koninklijk Legermuseum, Collectie luchtfoto's Eerste Wereldoorlog, nr. 562: Luchtfoto Praatbos 22/6/1916; nr. 5213: Luchtfoto Praatbos 22/8/1917.
  • Provinciale Bibliotheek en Documententatiecentrum West-Vlaanderen, Collectie militaire stafkaarten : "Belgium", 20NW 2a, 7/5/1917.
  • De grote oorlog - levende getuigenissen, in: Coclariensia, jg. 4, nr. 2, 1989.
  • Kriegserinnerungen der 20. Landwehr Division an Flandern, 1917 (private collectie Eddy Lambrecht).
  • DEBLAERE A., Mijn levensverhaal periode 1914-18, in: Ledenblad Heemkundige Kring David Jonckheere Aartrijke, jg. 3, nr. 11 & 12, 1979 en jg. 4, nr. 14 & 15, 1980.
  • MISSIAEN H. & VANNESTE P., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide. Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2005 (onuitgegeven inventaris, te raadplegen op https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe).
  • VON MÜLMANN D. & MOHS D., Geschichte des Lehr-Infanterie-Regiments und seiner Stammformationen. Zeulenroda, Verlag Bernhard Sporn, 1935.

Bron: Beschermingsdossier DW002469 (2010)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2010: Hoeve Praatbos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/130651 (geraadpleegd op ).


Hoeve Praatbos ()

Zogenaamd "hoeve Praatbos" zie aanduiding op actuele stafkaart. Het gebouw - licht dieperin gelegen ten opzichte van de straat - zou tijdens de Eerste Wereldoorlog gebouwd zijn door de Duitse bezetter achter de derde Duitse linie als 'oorlogscasino' of 'officierenmess' met ontspanningsruimte en cinema voor de militairen. Er zou ook regelmatig een mis opgedragen zijn. Vanuit dit gebouw zou eveneens elektrische stroom geleverd zijn voor de militaire constructies in de omgeving (zie Houtlandstraat zonder nummer). Op de Ph. Vandermaelenkaart (circa 1850) en kaarten uit de tweede helft van de 19de eeuw, nog geen bebouwing op deze plaats.

Langs gebouw van twee bouwlagen onder afgewolfd schilddak (vermoedelijk bitumen, nok evenwijdig met de straat), rechts woonhuis en links geïncorporeerd nutsgedeelte (stalling, nu dichtgemetselde schuurpoort). Tegen de zijgevels zijn lage aanbouwen aangebouwd, met afgeschuinde hoeken, met rechts soort torenbekroning (mogelijk in verband met kapelfunctie). Merkwaardige constructie in stijl- en regelwerk (zowel voor de lange gevels als voor de zijgevels). Het stijl- en regelwerk is niet streekeigen, het doet eerder Limburgs of Duits aan: zie de brede vakken en het gebruik van lange schoren in de zijgevels. Volgens de huidige bewoner was het gebouw oorspronkelijk beplankt. Die beplanking zou na de Eerste Wereldoorlog vervangen zijn door metselwerk van bakstenen op hun kant (invulling van de vakken). Merkwaardig is dat er in dezelfde periode een bakstenen binnenmuur gebouwd is, waarin het houtwerk van de ramen geïntegreerd is. De verticale stijlen staan op lage bakstenen penanten, minimaal één penant is in de achtergevel ter hoogte van een venster doorgezaagd. De bakstenen invullingen in de voorgevel (straatzijde) zijn witgeschilderd (links dichtgemetselde hoge schuurpoort, stijl- en regelwerk nagebootst in beschildering, tevens recent ingebrachte garage). In de uitbouw van de linker zijgevel, deels bewaarde beraping. Het woonhuisgedeelte is uitgewerkt met twee verdiepingen, blinde 'tweede' bouwlaag bij het nutsgedeelte. Bewaard beschilderd houtwerk, met T-indeling en rolluiken (jaren 1920).
Achtergevel met bewaard bolkozijn met grote roedeverdeling.

  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2005: Hoeve Praatbos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78571 (geraadpleegd op ).


Duitse officierenmess Praatbos (Vladslo - WOI) ()

Locatie

Gelegen langs de Houtlandstraat, ten noorden van Vladslo. In de onmiddellijke nabijheid bevindt zich de Duitse militaire begraafplaats, omgeven door het Praatbos. In dit bos zijn 2 Duitse betonnen constructies en een Duitse gedenkmuur.

Historische achtergrond

Het zou gaan om een Duitse officierenmess oorspronkelijk uit plak en stak, met ontspanningsruimte en cinema (kino) voor de militairen, die terugkeerden van het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het gebouw lag achter de Duitse 3de linie. Volgens de bewoner zou er regelmatig een mis opgedragen zijn. Vanuit dit gebouw zou eveneens elektrische stroom geleverd zijn voor de betonnen constructies, die zich in het Praatbos bevonden, aldus de bewoner.

Na de Eerste Wereldoorlog zou er volgens de bewoner een danszaal geweest zijn. De houten muren, waarmee het gebouw oorspronkelijk was opgetrokken, werden vervangen door bakstenen, zonder het oorspronkelijk stijl- en regelwerk te schaden.

Beschrijving

Gebouw opgetrokken in niet-streekgebonden stijl- en regelwerk, ingevuld met witbeschilderde baksteenbouw.


Bron: WOI Relict (257): Duitse officierenmess Praatbos (Vladslo - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Hoeve Praatbos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195636 (geraadpleegd op ).