Historiek
Aan het eind van de 19de eeuw was de oude parochiekerk van Grote-Brogel bouwvallig en te klein geworden voor de groeiende bevolking. De eerste plannen van de hand van architect P. Langerock uit Leuven voor de herstelling en vergroting van de kerk, werden niet uitgevoerd. In 1896 werd de oude kerk, met uitzondering van de toren, afgebroken. In 1888 en 1889 werd begonnen met de bouw van een nieuwe, grotere kerk naar ontwerp van architect E. Serrure uit Sint-Truiden. Het neogotisch schip van Sint-Trudokerk werd gebouwd in 1887-1890 naar ontwerp van dezelfde architect. In de 20ste eeuw werd een aantal herstellingswerken uitgevoerd.
De westelijke toren van de Sint-Trudokerk dateert van omstreeks 1500 en is opgebouwd in de stijl van de Kempische gotiek.
De toren van de Sint-Trudokerk dateert van omstreeks 1500 en is uitgevoerd in de stijl van de Kempische gotiek. Op 30 april 1641 sloeg de bliksem in op de torenspits, die helemaal afbrandde. In 1643 werd een nieuwe torenspits geplaatst door meester Jan van Hinsberch.
Aan het eind van de 19de eeuw was de vorige kerk bouwvallig en te klein geworden voor de groeiende bevolking. De eerste plannen van de hand van architect P. Langerock uit Leuven voor de herstelling en vergroting van de kerk, werden niet uitgevoerd. In 1896 werd de oude kerk, met uitzondering van de toren, afgebroken. In 1888 en 1889 werden herstellingswerken uitgevoerd aan de toren naar ontwerp van provinciaal architect ad interim Léon Jaminé uit Hasselt. Er werd tevens begonnen met de bouw van een nieuwe, grotere kerk naar ontwerp van architect E. Serrure uit Sint-Truiden. Op 22 oktober 1889 werd de kerk ingewijd door monseigneur Doutreloux.
In de 20ste eeuw werd een aantal herstellingswerken uitgevoerd. In 1983-1984 werden dringende herstellingswerken uitgevoerd aan de toren naar ontwerp van architect P. Stevens uit Kuringen. In 1987-1989 werden gelijkaardige werken uitgevoerd naar ontwerp van dezelfde architect. In 1994-1996 werden de toren en de kerkhofkapel hersteld, opnieuw naar ontwerp van P. Stevens. In 1997-1999 werden talrijke herstellingswerken uitgevoerd zoals dakwerken, het reinigen en hervoegen van de gevels, het herstellen van het pleisterwerk, herschilderen en enkele beveiligingswerken.
De Sint-Trudokerk is omringd door een ommuurd kerkhof. De kerkhofkapel en de kerkhofmuur dateren uit het eind van de 19de eeuw. Het kerkhof is sinds 1989 buiten gebruik. In 1996 werd de kerkhofmuur hersteld en werd de ruimte rond de kerk heraangelegd. In 1997-1998 werd het plein ten noorden van de kerk heringericht.
Beschrijving
Het schip van de Sint-Trudokerk is driebeukig en telt vier traveeën. Het betreft een basilicaal, bakstenen schip, voorzien van steunberen en bakstenen spitsboogvensters met natuurstenen sluitsteen. Het schip heeft een leien zadeldak boven de middenbeuk, met aan elke zijn een dakkapel onder een zadeldak en heeft leien lessenaarsdaken boven de lagere zijbeuken. Een smeedijzeren kruis prijkt ten noordoosten.
Het schip is grotendeels opgebouwd uit baksteen, maar er werd gebruik gemaakt van zandsteen voor het maaswerk en van hardsteen voor de afzaat van de sokkel, de afwerking van de versneden, deels overhoekse steunberen, de afgeschuinde lekdrempels, de sluitstenen, de deklijsten en de afwerking van de schouderstukken bij de aandaken van de zijbeuken.
Tussen de ritmerende steunberen bevinden zich spitsbogige tweelichten met drie- en vierpassen bij de zijbeuken. In de middenbeuk bevinden zich gekoppelde lancetvensters.
Het interieur van het schip is bepleisterd en neogotisch van stijl. Het schip wordt gekenmerkt door een basilicale opstand, die in zekere mate aansluit bij de gotische Maaslandse vormgeving. De zuilen bestaan uit kalksteen en hebben een achtzijdig basement, bladwerkkapiteel, achtzijdige dekplaat en aansluitende schalken. De zuilen vangen de houten gordelbogen op van het beplankte tongewelf, dat vooral aan de kruising van de gordelbogen met de in de lengteas lopende ribben voorzien is van beschildering met rank-, bladwerk (onder andere druivelaar) en bloemen. Er bevinden zich analoge kalkstenen halfzuilen aan de uiteinden van het schip. Zij zijn uitgewerkt als spitsbogige scheibogen beschilderd met riet en eikenbladeren. De overkluizing boven de zijbeuken is gelijkaardig als deze boven het schip. Weliswaar is de overkluizing hier spitsbogig, voorzien van steekkappen en met gordelbogen rustend op de kalkstenen kraagstenen die voorzien zijn van bladwerk.
De bakstenen westelijke toren telt vier traveeën, gescheiden door natuurstenen waterlijsten en is voorzien van overhoeks geplaatste steunberen met drie versnijdingen. De muurvlakken van de toren zijn verlevendigd door middel van baksteenlisenen. Op elke zijde van de toren bevinden zich twee spitsboogvormige galmgaten in een geprofileerde bakstenen omlijsting. Onder de dakrand bevindt zich een overhoekse muizentandfries.
De naaldspitsbekroning is ingesnoerd en voorzien van leien. Aan de zuidzijde van de toren bevindt zich een polygonale traptoren van drie geledingen, voorzien van rondbooglisenen.
Het portaal van de toren wordt bekroond door een bakstenen, geprofileerde spitsboog. Daarboven bevindt zich een natuurstenen, neogotisch roosvenster.
De Sint-Trudokerk is omringd door een ommuurd kerkhof. In de kerkhofkapel bevindt zich een 17de-eeuws, vernieuwd houten Christus aan het kruis. Verder vindt men op het kerkhof een hardstenen grafkruis van Andries Dreskens (gestorven in 1684) met Jezusmonogram en een hardstenen grafsteen van pastoor Franciscus Lenaerts (gestorven in 1805), ingebouwd in de sokkel van de voorgevel van de noordwestelijk zijbeuk.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2009: Parochiekerk Sint-Trudo met ommuurd kerkhof en grafkapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/155472 (geraadpleegd op ).
Gelegen tussen Pastorie- en Dorpsstraat en omgeven door een ommuurd, ten westen en ten noorden van een ijzeren toegangshek tussen bakstenen pijlers met bolbekroning voorzien kerkhof, dat sedert 1989 buiten gebruik is, vroeger ten noorden uitgestrekter was en waarop ten westen een neogotische grafkapel is gelegen. Ten oosten, dito hek, vermoedelijk verwijzend naar de plaats van een voormalig beeld met bewaarde ijzeren omheining. Ten zuiden, recente sociale woningbouw. Ten noorden, op initiatief van de Christelijke Arbeidersbeweging op 6 mei 1970 opgericht hard- en zandstenen grafmonument, van de hand van G. Scholz (Beringen), van sociaal voorman Monseigneur Pieter Jan Broekx (1881-1968), directeur van de christelijke sociale werken van Limburg sinds 1913; wat verderop: geprofileerd vierkant hardstenen monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen met bronzen palmtak en bekronend kruis.
Zuidwest-noordoost georiënteerd neogotisch bedehuis van 1896-98, naar ontwerp van architect E. Serrure (Sint-Truiden, plannen van 1894-95), met toren van het vroegere bedehuis in Kempische baksteengotiek (circa 1500). Kerkhofkapel en -muur dateren van eind 19de eeuw. In deze periode was de vorige kerk, waarvan een schilderij bewaard wordt in de pastorie, bouwvallig en veel te klein geworden voor de groeiende bevolking. De eerste plannen voor herstelling en vergroting naar ontwerp van architect P. Langerock (Leuven) werden niet uitgevoerd.
Er waren in de oude kerk twee altaren: één gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, reeds vermeld in 1400, en één aan de Heilige Geest en Sint-Nicolaas, al vernoemd in 1500.
Op 30 april 1641, blikseminslag op de torenspits die helemaal afbrandde. In 1643, plaatsing van een nieuwe torenspits door meester Jan van Hinsberch, ter vervanging van de vroegere laatmiddeleeuwse bescheiden bekroning. In 1888-89, herstellingswerken aan de toren naar ontwerp van provinciaal architect ad interim Léon Jaminé uit Hasselt (1858-1921), (ontwerp van 1885 of 1887). In 1896, afbraak van de oude kerk, met uitzondering van de toren, en begin van de bouw van een nieuwe grotere naar ontwerp van architect E. Serrure (Sint-Truiden, plannen van 1894-95). Op 22 oktober 1898, inwijding door Monseigneur Doutreloux. In 1983-84, dringende herstellingswerken aan de toren, naar ontwerp van architect P. Stevens (Hasselt-Kuringen). In 1987-89, gelijkaardige werken, naar ontwerp van dito architect. In 1994-96, herstel van toren en kerkhofkapel, naar ontwerp van dito architect. In 1996 werd de kerkhofmuur hersteld en de ruimte rond de kerk aangelegd. In 1997-98 werd het plein ten noorden van de kerk heringericht. In 1997-99, herstellingswerken, onder meer dakwerken, reinigen en hervoegen van de gevels, herstellen van pleisterwerk, schilderen, naar ontwerp van genoemde architect. In 1998, beveiligingswerken. Dat jaar werd tevens een bomengroep ten zuidoosten van de kerk gekapt.
De plattegrond ontvouwt een voorstaande vierkante zuidwesttoren met polygonaal traptorentje aan de zuidoostkant, een driebeukig schip van vier traveeën, met driezijdige doopkapel ten noordwesten van de eerste travee en een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting, met aan weerszij sacristieën.
Is heden de toegang aan de zuidwestzijde van de toren, eertijds was hij rechtstreeks in de kerk aangebracht. Imposante gotische, verankerde bakstenen zuidwesttoren van vier geledingen, met gebruik van zandsteen voor de sluitsteen van het neogotische portaal en het bekronend roosvenster; hardsteen voor hoeken van afzaat van sokkel, waterlijsten, afwerking van overhoekse versneden steunberen, lekdrempels, lateien en geprofileerde daklijst van traptoren; ingesnoerde naaldspits (leien) met gouden bol waarop smeedijzeren kruis met gouden windhaan en vier dakkapellen onder zadeldakjes. Neogotisch spitsboogportaal ten zuidwesten, in dubbele kwartholle omlijsting, met bewaard houtwerk en ijzerbeslag; telkens één lichtgleuf ten noordwesten en ten zuidoosten. Tweede geleding met dito lichtgleuven. Vierde geleding met aan elke zijde twee spitsbogige galmgaten in geprofileerde omlijstingen, uurwerk ten noordwesten en overhoekse muizentand onder de daklijst. Drie bovenste geledingen, steunberen en traptoren verlevendigd door middel van een kwartholle omlijsting voorziene, met rondboogfriezen afgelijnde spaarvelden. Polygonale traptoren aan de zuidoostzijde, van drie geledingen, met een geprofileerde houten kroonlijst en enkele lichtgleuven.
Bakstenen neogotisch schip met gebruik van zandsteen voor maaswerk; hardsteen voor afzaat van sokkel, afwerking van versneden, deels overhoekse steunberen, afgeschuinde lekdrempels, sluitstenen, deklijsten en afwerking van schouderstukken bij de aandaken van de zijbeuken, alsook voor hoekblokken en lateien van sacristieën; vernieuwde houten kroonlijsten; leien bedakingen: zadeldak boven middenbeuk met aan elke zijde één dakkapel onder zadeldakje en smeedijzeren kruis ten noordoosten, lessenaarsdaken boven lagere zijbeuken en sacristieën, alsook dak met drie schilden boven doopkapel. Ritmerende steunberen waartussen spitsbogige tweelichten met drie- en vierpassen bij zijbeuken en koor; in de middenbeuk, gekoppelde lancetvensters; doopkapel met afzonderlijke lancetvensters. Sacristieën met rechthoekige muuropeningen met kwartholle omlijstingen.
Bepleisterd en beschilderd, deels verguld, neogotisch interieur. Gelijkvloerse verdieping van gotische toren met vlakke houten zoldering. Schip met basilicale opstand, dat in zekere mate aansluit bij de gotische Maaslandse vormgeving. Kalkstenen zuilen, met achtzijdig basement, bladwerkkapiteel, achtzijdige dekplaat en aansluitende schalken, vangen de houten gordelbogen op van het beplankte tongewelf, dat vooral aan de kruising van de gordelbogen met de in de lengteas lopende ribben voorzien is van beschildering met rank-, bladwerk (onder andere druivelaar) en bloemen; analoge kalkstenen halfzuilen aan uiteinden van schip; spitsbogige scheibogen beschilderd met riet en eikenbladeren. Gelijkaardige overkluizing boven zijbeuken, hier weliswaar spitsbogig, voorzien van steekkappen en met gordelbogen rustend op kalkstenen, van bladwerk voorziene kraagstenen. Analoge overkluizingen in koor, doopkapel en boven orgeltribune.
Tegenover het portaal, ten zuidwesten, neogotische grafkapel van verankerde baksteen, op vierkante plattegrond, met drie spitsbogig opengewerkte zijden met hardstenen sluitstenen en gecementeerd basement, onder zadeldak (leien) met ijzeren kruis; blinde zuidwestelijke puntgevel met vlechtingen; ritmerende hoeklisenen met verbindende, vooraan klimmende rondboogfriezen met dropmotief.
Mobilair uit de oude kerk: witbeschilderde houten beeldengroep met voorstelling van het Heilig Graf (Maasland, circa 1520) achter ijzeren hek; dito Christus op de kouden steen (Maasland, 1530-40); gepolychromeerde houten beelden: Maaslandse Calvariegroep (1460-70, neogotische polychromie) met weliswaar neogotisch kruis van circa 1910, Sint-Trudo (15de eeuw), Heilige Cornelius (17de-18de eeuw), Heilige Rosa van Lima (18de eeuw), triomfkruis (19de eeuw ?); bezijden, twee classicistische eiken, van medaillons met Tafel der toonbroden en Ark van het Verbond voorziene portiekaltaren, het linkse altaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, het rechtse altaar aan de Heilige Cornelius (midden 18de eeuw); tot altaar verwerkte, eiken rococo communiebank (circa 1760-70) met voorstelling van de Mannaregen, Ark van het Verbond, Tafel der toonbroden en Offeraltaar; opengewerkte dito balustrade van orgeltribune met voorstelling van muziekinstrumenten (tweede helft 18de eeuw); in de door een ijzeren hek afgesloten doopkapel, Maaslandse kalkstenen doopvont (eerste helft 13de eeuw, zwaar gerestaureerd circa 1908), waarvan het doopbekken, met vier hoofden op consoles, op een vernieuwde cilindervormige steun rust, geflankeerd door vier zuiltjes;
Orgel (circa 1775) met prachtig gebeeldhouwde orgelkast van 1760, hersteld en omgebouwd door B. Pels-D’Hondt (Herselt, 1968).
Mobilair voor de nieuwe kerk: deels beschilderde en vergulde, houten beelden van Sint-Jozef met Kind en Sint-Trudo (eind 19de eeuw) op neobarokke eiken voetstukken; gepolychromeerde houten beelden van Maria en Heilig Hart (eind 19de eeuw); gepolychromeerde gipsen beelden van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, Sint-Antonius van Padua en H. Barbara; neogotisch hoofdaltaar met eiken retabel met twee taferelen uit het leven van Sint-Trudo en zandstenen tafel, naar ontwerp van architect E. Serrure (circa 1900, ontwerp van 1898); neogotische eiken preekstoel met voorstelling van de vier evangelisten met hun symbolen (circa 1910); twee dito biechtstoelen (circa 1910), een paar dito knielbankjes en enkele sokkels; hogerop al genoemde decoratieve schilderingen op de tongewelven; muurschilderingen door Peter Heidbüchel uit Sint-Truiden (1910), namelijk boven de scheibogen: geschilderde medaillons met voorstelling van de profeten, Sint-Jan-de-Doper en Sint-Paulus, en op de koormuren: twaalf apostelen; neogotische kruisweg, geschilderd op zink of koper, in eiken omlijstingen, eveneens door Heidbüchel;
figuratieve glasramen in koor met voorstelling van Christus die aan Margareta à la Coq verschijnt (1898), Sint-Dominicus die de rozenkrans ontvangt van de Heilige Maagd (1900) en de Heilige Familie (1903).
Op het kerkhof: houten Christus aan het kruis (17de eeuw, kruis vernieuwd) in de grafkapel; hardstenen grafkruis van Andries Dreskens († 1684) met Jezusmonogram; hardstenen grafsteen van pastoor Franciscus Lenaerts († 1805), ingebouwd in sokkel van de voorgevel van de noordwestzijbeuk.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Parochiekerk Sint-Trudo met ommuurd kerkhof en grafkapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80768 (geraadpleegd op ).