Inventaris

Mechelsestraat 52-54 (Leuven)
Tot de 17de eeuw opklimmend diephuis van drie traveeën, met in oorsprong drie bouwlagen en aan straat- en achterzijde trapgevels in traditionele bak- en zandsteenstijl.

Mechelsestraat 80-84 (Leuven)
Homogeen neoclassicistisch ensemble, samengesteld uit drie rijhuizen met drie verkleinende bouwlagen onder zadeldak, daterend uit het tweede kwart van de 19de eeuw.

Minderbroedersstraat 27-31 (Leuven)
Homogeen geheel in laatclassicistische stijl dat bestaat uit drie breedhuizen van twee bouwlagen onder pannen zadeldaken, gescheiden door aandaken met muurvlechtingen en schouderstukken.

Muntstraat 21-25 (Leuven)
Rijhuizen, vermoedelijk in het midden van de 19de eeuw als één geheel opgetrokken met drie bouwlagen en zes traveeën, onder een doorlopend zadeldak.

Mussenstraat 1-13, 14-15, 17, 21-23, 26-28, 29-36, 39-41, 47-49, 50-57, 61-65, 66-67, 68-78, 112-114 (Leuven)
Homogene straatbebouwing met karakteristieke kleinschalige 19de-eeuwse arbeiderswoningen, opgetrokken vanaf 1835, met typologische kenmerken die grotendeels nog werden aangehouden na 1850-1855.

Naamsestraat 160 (Leuven)
Ruime herenwoning met ommuurde stadstuin, in 1837 gebouwd naar ontwerp van A. Van Arenbergh.

Naamsestraat 179-183 (Leuven)
19de-eeuwse breedhuizen van twee traveeën en twee tot drie verkleinende bouwlagen onder pannen zadeldaken, met lijstgevels in neoclassicistische stijl.

Naamsestraat 46, Sint-Antoniusberg 1 (Leuven)
De Abdij van Valduc, bezat reeds in 1414 een refugium op de hoek van de Naamsestraat en de Sint-Antoniusberg. Het werd gedeeltelijk in 1566, gedeeltelijk in 1766 heropgebouwd, en bestond uit een dubbel gebouw dat door een koer gescheiden werd. Het pand kreeg zijn huidige vorm in 1923.

Naamsestraat 49 (Leuven)
In zijn huidige vorm, drie traveeën en drie bouwlagen tellend breedhuis met een heden ontpleisterde lijstgevel en een kern die minstens opklimt tot de 17de eeuw.

Naamsestraat 76-78, 76A (Leuven)
Twee enkelhuizen die al vóór 1843 samen één groot dubbelhuis vormden van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak, met een zeker tot de 18de eeuw opklimmende kern.