Inventaris

Garennestraat (Pajottegem)
De gemengde houtkant bevindt zich op een rotsig talud langs een holle weg in de vallei van de Odra. De soorten van deze houtkant met karakteristieke groeivorm bestaan uit hakhout van gladde iep (Ulmus minor), zomereik (Quercus robur), gewone hazelaar (Corylus avellana), eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), veldesdoorn (Acer campestre) en opgaande bomen van zomereik, zoete kers (Prunus avium) en gewone es (Fraxinus exelsior).

Geraardsbergsesteenweg (Pajottegem)
De houtkant is aangeplant op een talud van een zijwegje (losweg) van de Geraardsbergsesteenweg. De houtkant bestaat uit verschillende soorten. Olm (Ulmus), vele stoven van schietwilg (Salix alba) en een stoof gele bindwilg (Salix x rubens) als hakhout. Ook gewone es (Fraxinus exelsior) en ratelpopulier (Populus tremula) worden als hakhout beheerd. Zomereik (Quercus robur) komt voor als opgaande boom.

Geraardsbergsesteenweg (Pajottegem)
De gemengde houtkant is aangeplant aan beide zijden van een holle weg, die tussen graslanden van de Markvallei loopt. Deze losweg is een zijweg van de Geraardsbergsesteenweg. De houtkant, gelegen op een talud, bestaat uit drie stuks veldesdoorn (Acer campestre), zowel knotbomen als hakhoutstoven. Er zijn ook knotbomen van schietwilg (Salix alba) en hakhout van olm (Ulmus), hakhout en opgaande bomen van gewone es (Fraxinus exelsior) en opgaande bomen van zomereik (Quercus robur).

Haagstraat 15 (Pajottegem)
De gemengde veekeringshaag behoort tot de afsluiting van een erf en hoogstamboomgaard. De geschoren haag bestaat onder andere uit eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), gewone haagbeuk (Carpinus betulus), sleedoorn (Prunus spinosa), gewone sering (Syringa vulgaris) en olm (Ulmus).

Klein-Leenstraat (Pajottegem)
De geschoren gemengde meidoornveekering omhaagt een hoogstamboomgaard langs de Klein-Leenstraat en de noordelijke perceelsgrens van het weiland. De haag met hoogte twee meter bestaat onder andere uit rode kornoelje (Cornus sanguinea), eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), roos (Rosa), ruwe iep (Ulmus glabra) en gladde iep (Ulmus minor).

Leenstraat (Pajottegem)
De houtkant van olm (Ulmus) en zomereik (Quercus robur) staat op een steil talud aan de noordzijde van de Leenstraat. De percelen aan de overzijde van de weg hellen af richting de Scheibeekvallei.

Mottenbergstraat (Pajottegem), Brusselbaan, Plutsingenstraat (Pepingen)
De Brusselbaan en de Plutsingenstraat vormen een wegenstelsel dat zich in het reliëf heeft ingesneden. De houtkant bevindt zich op een steil talud van de holle weg. Verschillende soorten die in de houtkant voorkomen worden als hakhout beheerd. De houtkant bestaat onder andere uit rode kornoelje (Cornus sanguinea), gewone hazelaar (Corylus avellana), gewone es (Fraxinus exelsior), grauwe abeel (Populus canescens (x)) (grauwe abeel), ratelpopulier (Populus tremula), zoete kers (Prunus avium), zomereik (Quercus robur), ruwe iep (Ulmus glabra ), Hollandse iep (Ulmus hollandica (x)) en gladde iep (Ulmus minor).

Philipskouterstraat 16 (Pajottegem)
De geknotte olm (Ulmus hollandica (x) 'Major') staat op een kadastrale perceelsgrens. Beide graslanden vormen samen een historische hoogstamboomgaard, waarvan nog enkele fruitbomen bestaan. De boom is ooit geknot geweest op ongeveer drie meter hoogte. Nu zijn vijf zware gesteltakken uitgegroeid, en heeft de boom een totale hoogte van 26 meter.

Philipskouterstraat 7 (Pajottegem)
De uitgegroeide haag en houtkant bevindt zich deels op de perceelsgrens van een erf en een akkerland en deels tussen weiland en akkerland. De haag bestaat uit eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), ruwe iep (Ulmus glabra), gewone haagbeuk (Carpinus betulus) en gewone hazelaar (Corylus avellana).

Rasbeekstraat, Torreborrestraat (Pajottegem)
De gemengde houtkant bevindt zich op de oevers van de Raesbeek. Hij werd aangeplant om de oevers van de beek te verstevigen en om de drainage te regelen. De houtkant, met een representatieve groeivorm, is beeldbepalend in de vallei en accentueert de loop van de Raesbeek. De beplantingen, die periodiek worden gekapt, bestaan onder andere uit schietwilg (Salix alba), eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), gele bindwilg (Salix x rubens), ruwe iep (Ulmus glabra), gladde iep (Ulmus minor), sleedoorn (Prunus spinosa) en zomereik (Quercus robur).