Met betrekking tot het plangebied bleek een werfbegeleiding de meest geschikte onderzoeksmethode. Een werfbegeleiding is een bijzondere vorm van opgraving en onderworpen aan dezelfde decretale bepalingen als een opgraving (CGP). De begeleiding wordt uitgevoerd binnen de planning van de algemene aannemingswerken en na de nodige veiligheidsvoorzieningen. In het Programma van Maatregelen bij de Archeologienota werden – in het kader van de werfbegeleiding – geen afwijkingen opgenomen ten aanzien van de richtlijnen inzake opgravingsmethode zoals opgelegd in de CGP.
De graafwerken gebeuren zowel manueel en/of machinaal met een mini-graver met tandenloze graafbak, en steeds onder toezicht van de veldwerkleider. De uitvoering van de opgraving gebeurt volgens de Code van Goede Praktijk en wordt eventueel aangevuld met bijkomende maatregelen indien de sporen en/of vondsten daartoe aanleiding geven. Deze maatregelen worden bepaald door de erkende archeoloog.
Het onderzoek werd uitgevoerd als een werfbegeleiding binnen de algemene aannemingswerken, dit is tijdens het uitgraven van de kelders. De uitvoerder van deze werken bepaalde de logistiek en de planning van de graafwerken. Deze werkwijze bracht een aantal beperkingen voor het archeologisch onderzoek met zich mee. Toch werd de strategie zoals voorgeschreven in het Programma van Maatregelen bij de Archeologienota Gent, De Vooruit zo nauwgezet mogelijk uitgevoerd. Hieronder een overzicht van de afwijkingen:
- De graafwerken dienden te worden uitgevoerd met een graafkraan met relatief korte graafarm. Daardoor was het in het zuidelijke deel van werkput WP02 noodzakelijk de kelder in talud uit te graven. Het aanleggen van archeologische vlakken die de hele werkput omvatten was hier dan ook niet mogelijk.
- De westelijke zone van het onderzoeksterrein bleek voor de start van de opgraving reeds gedeeltelijk te zijn afgegraven zonder begeleiding.
- Langs de noordelijke zijde werd een profiel aangelegd dat het volledige plangebied van oost naar west doorkruiste. Tijdens de afwezigheid van de archeologen en tegen de afspraken in werd het profiel weggegraven, waardoor het niet volledig kon worden geregistreerd. Aan de hand van veldregistraties kon het gedeeltelijk worden gereconstrueerd.