Gebeurtenis

Herinventarisatie bouwkundig erfgoed Tervuren

geografische inventarisatie
ID
1100
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1100

Beschrijving

In 2015 werd het bouwkundig erfgoed in Tervuren geherinventariseerd. Het is de veertiende gemeente uit de Vlaamse Rand waar het agentschap Onroerend Erfgoed het bouwkundig erfgoed screende, onderzocht en publiceerde op de inventariswebsite. Het totale pakket van 203 inventarisfiches en 63 beschrijvingen van straten en ensembles is volledig op de inventariswebsite te raadplegen.

Groen

Wie het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika ooit bezocht, weet dat Tervuren een zeer groene gemeente is.

De verstedelijkte woonkern van Tervuren zit genesteld tussen het Zoniënwoud en de Warande, twee groene oases die zowat dertig procent van het grondgebied beslaan. Beide gebieden gaan terug tot de vroegste landschappelijke en politieke geschiedenis van de streek. Ze zetten lang geleden de bakens uit voor de ontwikkelingen die Tervuren zijn specifieke indrukwekkende vorm gaven.

De deelgemeenten Vossem en Duisburg en het gehucht Moorsel, die samen het oostelijke deel van de gemeente vormen, behielden hun landelijk karakter.

De Warande: van hertog tot koning

De Warande van Tervuren was begin 13de eeuw het besloten jachtgebied van de hertogen van Brabant. De vroegste residentie groeide geleidelijk uit tot een statig kasteel dat doorheen de hele geschiedenis en ontwikkeling van Tervuren een belangrijke rol zou blijven spelen. Vlakbij zijn burcht liet Hendrik I een eigen kerk bouwen, toegewijd aan Sint-Jan Evangelist, de huidige parochiekerk.

Met de komst van Albrecht en Isabella in de periode 1599-1633 onderging de vervallen kasteelsite een nieuw elan. Op het voorplein werd de nog bestaande Sint-Hubertuskapel (1616-1617) opgetrokken. In dezelfde periode werd het gebied gevoelig uitgebreid, onder meer met een deel van het gehucht Goordal en de oude banmolen van de hertogen van Brabant, ook gekend als het "Spaans huis". In 1625-1632 werd de houten palissade rond het domein vervangen door een bakstenen muur met tien poorten waarvan belangrijke resten zijn bewaard.

Na een periode van verregaande verwaarlozing, blies Karel Van Lorreinen (1744-1780) het domein midden 18de eeuw een nieuwe adem in. Architect Laurent-Benoît Dewez vormde het kasteel om tot een luchtige 18de-eeuwse zomerresidentie . Er kwam een monumentale inkompartij in de vorm van een hoefijzervormig stallen- en dienstbodecomplex. De Kasteelstraat zorgde voor een directe, strak vormgegeven verbinding tussen het kasteel en het dorpscentrum. Al deze luister en pracht is gelukkig uitvoerig gedocumenteerd op kaarten en tekeningen: een keizerlijk decreet van 15 november 1781 veroordeelde het kasteel tot sloop. De Sint-Hubertuskapel en het Hoefijzer bleven gevrijwaard.

Een tweede glorieuze heropleving van de Warande hebben we te danken aan Koning Leopold II, die een speciale voorliefde voor Tervuren koesterde en op een bepaald moment zelfs overwoog om er permanent te gaan wonen. Ontelbare plannen en projecten volgden elkaar op. Doorslaggevend voor de verdere evolutie en het voortbestaan van de Warande was het feit dat op dringend verzoek van Leopold II de wereldtentoonstelling van 1897 gelijktijdig plaatsvond in Brussel én in Tervuren.

Om de koloniale tentoonstelling aantrekkelijk én bereikbaar te maken werd Tervuren door een brede, twaalf kilometer lange boomrijke laan verbonden met Brussel. Op het eindpunt van deze laan - de huidige Tervurenlaan -, verrees het Koloniënpaleis, een stijlvol neoclassicistisch Louis XVI-paviljoen dat werd gerealiseerd door Ernest Acker (1852-1912), omkaderd door Franse tuinen met indrukwekkende zichtassen, vijvers, trappartijen en beelden naar ontwerp van de Franse landschapsarchitect Elie Lainé.

Wegens het grote succes kreeg de tentoonstelling in het Koloniënpaleis sinds 1898 een permanent karakter als museum. De beschikbare ruimte bleek ontoereikend, zodat Leopold II bij decreet van 3 december 1902 besliste tot de bouw van een nieuw museum: het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.

Villa’s in het groen

De aanwezigheid van de koning in Tervuren, werkte als een magneet op de burgerij uit Brussel. Met architect Henry van de Velde op kop, toverden de architecten uit die tijd een volledig nieuwe woonwijk uit hun pennen. Cottages en villa’s in het groen schoten als paddenstoelen uit de grond in de driehoek gevormd door de Tervurenlaan, Albertlaan en Hertogenweg. Het oude bomenbestand ondersteunt er de erfgoedwaarde. Dit type bouwkundig erfgoed was voorheen nauwelijks aanwezig in onze inventarisdatabank. Het vormt een belangrijke aanvulling op het alom bekende "koninklijke" beeld van Tervuren.

Het centrum van Tervuren

Wie op zoek gaat naar bouwkundig erfgoed uit het pre-Leopold II-tijdperk vindt zijn gading in het centrum van Tervuren. De oudste bebouwing bevindt zich rond de Markt, de Paardenmarktstraat en langs de Brusselsesteenweg. Mooie voorbeelden vinden we in de vrij homogene Kasteelstraat, waar diverse 18de-eeuwse burgerhuizen bewaard bleven.

Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw zou de bebouwing verder naar het westen uitdijen. Je ziet er eenvoudige basisbebouwing uit de tweede helft van de 19de eeuw, doorlopend naar de 20ste eeuw.

Serristen in Duisburg

Tot vandaag bleef Duisburg een vrij landelijke gemeente, waar de historische woonkernen nog steeds te onderscheiden zijn. Hoewel niet centraal in het dorp gelegen, vormt de Kerkplaats als convergentiepunt van diverse wegen, tot vandaag het middelpunt waarrond de dorpskern zich profileert. Pachthof Stroykens en het Hof van Reynegom zijn zowat de enige representatieve getuigen van het voorheen agrarische karakter van Duisburg.

En dan zijn er natuurlijk de serristenwoningen, naast de verspreid bewaarde serres, tastbare getuigen van een bloeiende druiventeelt. Ze steken boven de doorsnee bebouwing uit door hun rijkere uitwerking. De woning Tervuursesteenweg 42 is een eenvoudig voorbeeld van een serristenwoning van de tweede generatie waarvoor een bouwaanvraag werd ingediend in 1932. De meeste van deze woningen zijn inmiddels grondig gerenoveerd en het ooit zo typisch uitgewerkte schrijnwerk bleef slechts zelden bewaard.

Vossem

Vandaag vertoont Vossem het karakter van een landelijk woondorp waar het Dorpsplein nog steeds het centrum vormt. Hier liggen een oude afspanning, een herberg en de Sint-Pauluskerk. In het verlengde ten oosten loopt de Dorpsstraat, gedeeltelijk tot plein verbreed, waar je de andere vaste waarden binnen een klassieke dorpsbebouwing terug vindt: gemeentehuis en –school, en natuurlijk de pastorie.

Van de historische hoevecomplexen vormt het resterende gebouwenbestand nog steeds een sterk beeldbepalend element in het huidige uitzicht van de gemeente. Als voorbeeld halen we het Hof der Twaalf Apostelen en de Hondsberghoeve aan. De voorheen geïsoleerde ligging van deze complexen moest wijken voor woonuitbreidingen: getuige hiervan is het Hof van Oudenvoorde, waar de omliggende landerijen geleidelijk ingenomen werden door nieuwe verkavelingen.

Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herinventarisatie bouwkundig erfgoed Tervuren [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1100 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.