De Waalsekaai is gelegen in het Zuidkwartier, tussen de Scheldestraat en Namenstraat. De straat vormde de westelijke kaai van de voormalige Zuiderdokken, bestaande uit drie rechthoekige, met elkaar verbonden dokken, namelijk het Kool-, het Schippers- en het Steendok. Deze dokken maakten deel uit van het verkavelingsplan van het Zuid dat rond 1875 werd opgemaakt voor de gronden die vrijgekomen waren door het slopen van de Spaanse Citadel in het Zuiden van de stad. Omdat een aantal vlieten werden gedempt, moest de binnenscheepvaart op een nieuwe plaats worden ingepland. In de Zuiderdokken werd de aanvoer van kolen, vis, bouwmaterialen en slachtvee georganiseerd. De dokken waren verbonden met de Schelde door de Zuidersluis. Alle bruggen, kranen, sluisdeuren en kaapstanders rond de Zuiderdokken werden bediend door het monumentale Zuiderpershuis, dat de Waalsekaai domineert. De Zuiderdokken werden in 1969 gedempt; op de plaats van de Zuidersluis werd het Hof van Beroep en Arbeidshof gebouwd. Op de Cockerillkaai is een inham in de hardstenen kademuur waar de resten van deze sluis nog te zien zijn. Op de gedempte Zuiderdokken, tussen de Vlaamse- en de Waalsekaai, is sindsdien een grote gekasseide vlakte aanwezig, ingenomen door twee speelpleinen en een groot parkeerterrein, waar ook elk jaar de Sinksenfoor plaats vindt. Een overblijfsel van het drukke goederentreinverkeer op de Waalsekaai, dat het treinverkeer tussen het goederenstation en de Scheldekaaien met een lus over de Zuidersluis bracht, vinden we terug voor de gebouwen van het fotomuseum, waar een stuk van deze sporen is bewaard in het gekasseide straatoppervlak.
De tegenover elkaar liggende Vlaamse- en Waalsekaai werden genoemd naar de twee landsdelen van de staat België. In deze buurt werden ook talrijke straten vernoemd naar Belgische steden die in de 19de eeuw de economische rijkdom van België vertegenwoordigden. De bebouwing van de Waalse- en Vlaamsekaai speelt volledig in op de havenactiviteiten: vanaf eind jaren 1870 worden de kavels verkocht aan investeerders die er grote complexen inrichten met opslagplaatsen, winkels en cafés op de begane grond en appartementen op de verdiepingen.
Na het dempen van de Zuiderdokken in 1969, ging de Waalsekaai een minder florissante tijd tegemoet. Zowel het plein als de bebouwing verloren hun relatie met de haven en kwamen deels leeg te staan. Vanaf de jaren 1980 begon men op het Zuid met een opwaardering, waarbij de eerste grote projecten zich concentreerden rond deze Zuiderdokken. Op de Waalsekaai werden een aantal grote industriële panden herbestemd binnen de culturele sector, wat tot een herwaardering van de buurt leidde: het Zuiderpershuis werd een cultuurcentrum, het Provinciaal Fotografiemuseum werd ondergebracht in het Pakhuis Vlaanderen, het Muhka gehuisvest in een verbouwde en uitgebreide graansilo uit 1926. De panden op de Vlaamsekaai werden herbestemd tot luxueuze winkels en hippe eet- en drinkgelegenheden.
In vergelijking met de Vlaamsekaai kent de Waalsekaai een minder homogene bebouwing. Gelijkaardig is wel aanwezigheid van horeca en talrijke opslagplaatsen en de overtuigde keuze voor een veelkleurige, eclectische bouwstijl ten nadele van het neoclassicisme dat de meeste straten op het Zuid domineert. Een aantal monumentale gebouwen domineren de Waalsekaai. Niet alleen de herbestemde industrieel-archeologische monumentale panden zoals het Zuiderpershuis, het Pakhuis Vlaanderen en de gebouwen van het Muhka vallen op, er werden ook een aantal grote meergezinswoningen met horeca op de begane grond gebouwd: op de hoek met de Schaliënstraat een statig neoclassicistisch complex, op de hoek met de Wapenstraat, een goed bewaard ensemble in neo-Vlaamse renaissance. Verder bepalen vooral de talrijke opslaggebouwen en natiehuizen met hun veelkleurige, eclectische gevels het straatbeeld. Een aantal hedendaagse complexen namen de plaats in van de oorspronkelijke bebouwing. Op de gronden van de gedempte Zuidersluis werd in 1973-74 het Hof van Beroep en Arbeidshof gebouwd. De uiterst zuidelijke en noordelijke bouwblokken langs de Waalsekaai werden volledig ingepalmd door grote woon- en kantoorcomplexen.
Tussen de grote havengerelateerde complexen zijn ook een aantal kleinschaliger panden aanwezig. Op nummer 10, een eclectisch pand van drie traveeën en drie bouwlagen met horecagelijkvloers. Daarnaast, op nummer 11, een gelijkaardig neoclassicistisch pand ontworpen in 1896 door Florent Verbraeken, dat echter in 1995 drastisch werd verbouwd in een imitatie-neostijl. Op nummers 16-17 twee magazijnen die rond 1910 werden gebouwd voor rekening van A. Van Boselaer. De oorspronkelijke topgevels verdwenen bij de uitbreiding met burelen in 1920. Op nummer 30 een eclectisch caféhuis met rode bakstenen gevel met speklagen, rond 1901 gebouwd voor weduwe Collin. Op nummer 31 een eenvoudige eclectische woning met veelkleurig bakstenen parement voor Van der Beele uit 1902. Daarnaast op nummer 32 een neoclassicistisch "winkelhuis met aanhoorigheden en magazijn" gebouwd rond 1906 naar ontwerp van de Borgerhoutse bouwmeester François Janssens voor rekening van Em. Van der Ouderaa-Goossens, die op nummer 19 een borstelwinkel had. Op nummer 33 een winkelhuis gebouwd voor Jos Van Uffelen rond 1907. Op nummer 38 een huis dat in 1906 werd ontworpen door E. Wattiez voor J.B. Joossens, met oorspronkelijk een fraaie, druk versierde hardstenen winkelpui, die echter sterk verbouwd werd. Het hoekpand op nummer 45 werd in 1908 gebouwd voor eigen rekening van Ph. Ahlstrand, één van de belangrijkste investeerders in de buurt. Hij bouwt ook een drietal huizen op de hoek van de Lakenstraat, die nu verdwenen zijn uit het straatbeeld. Een andere investeerder die zeer actief is op de Waalsekaai is Louis Janssens, handelaar in bouwmaterialen en gespecialiseerd in tegels. Van alle huizen en magazijnen die hij optrok, is er niets bewaard.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2012: Waalsekaai [online], https://id.erfgoed.net/teksten/142038 (geraadpleegd op ).
Gelegen in het Zuidkwartier, tussen Schelde- en Van der Sweepstraat. Naamgeving in 1876. Westelijke begrenzing van de voormalige Zuiderdokken - geopend in 1881, gedempt in 1969 - waardoor overwegend industrieel karakter van de bebouwing.
Accent op het monumentale Zuiderpershuis naar ontwerp van architect E. Dieltiens (1882) en het Hof van Beroep (tussen IJzerenpoort- en Visserskaai) naar ontwerp van architect F. Van Bogaert (1973).
Voorts, verschillende grote pakhuizen van rond 1900: 7-9, de magazijnen van de Noordnatie, 25-27, 40-41, de Belgian Pakhoed modo "Vlaanderen", 46-49, 57-58 van 1902 en 60-62.
Nummer 7, 1887 gedateerd door muurankers: kleurige bakstenen gevel van vier traveeën en drie bouwlagen, geritmeerd door lisenen, segment-, spiegel- en rondboogvormige muuropeningen; decoratief blokverband op borstweringen en boven de vensters; interieur: interessante, op natuurstenen sokkel rustende gietijzeren zuilen met door ribben ondersteunde kopplaat, waarop houten balken en houten bevloering; deze constructie is - als gevolg van een brand - thans beperkt tot de gelijkvloerse verdieping; doorheen de verdieping: interne hijskoker.
Nummers 25-27 in neotraditionele stijl met in- en uitgezwenkte versierde toppen.
Nummers 46-49: hoekhuis van acht en drie traveeën, vijf bouwlagen en mezzanino; lijstgevel door ondiepe rondboognissen en drie kleine torens in verticale partijen ingedeeld; de valse bak- en natuurstenen gevel verbergt een zuivere betonconstructie (kolommen, balken, vloeren) van ter plaatste gestort gewapend beton, waarschijnlijk het Hennebiquesysteem; deze constructie zou de eerste betonbouw van Antwerpen zijn.
De tussenliggende kavels zijn bebouwd met eenvoudige woonhuizen van rond 1900: bakstenen of bepleisterde lijstgevels zonder veel praalvertoon, thans meestal uitgebaat als café. 10 en 11, de hoek Timmerwerfstraat nummer 33, de hoek Wapenstraat nummer 16, het nummer 36 met aanpalende huizen nummer 10 en 11 van de Visserskaai, het nummer 38 en de nummers 50-52 zijn betere exemplaren uit dezelfde periode waarbij meer aandacht voor ordonnantie en ornamentiek.
Vooral 50-52 vormen een indrukwekkend doch vervallen complex begrensd door de vroegere spoorweg, Waalsekaai en Schaliënstraat: flatgebouw van vier bouwlagen, respectievelijk vier, vijf en vier traveeën onder pannen schilddak, 1903 gedateerd in gevelsteen; bepleisterde, beschilderde lijstgevels opgehoogd met schijnvoegen, lijsten, balusters, medaillons en guirlandes; middenrisaliet van drie traveeën gemarkeerd door lisenen en driehoekig fronton, afgeronde hoeken benadrukt door bel-etagebalkon; beëindiging met houten kroonlijst op klossen en tandlijst waaronder de gesculpteerde panelen van het fries.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Waalsekaai [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113077 (geraadpleegd op ).