De Grotehondstraat is gelegen in het Antwerpse deel van Zurenborg waar ze de Draakplaats met de Arendstraat verbindt. De straat werd geopend in 1883 en zoals de meeste straten in de wijk genoemd naar een sterrenbeeld. Na de aanleg van de verhoogde spoorwegberm, werd in 1920 wat overbleef van de Korte Jachthonden- of Windhondenstraat bij de Grotehondstraat gevoegd. Sindsdien is de straat aan beide uiteinden gericht op de verhoogde spoorwegbermen of "centers".
De straat is architecturaal gezien één van de interessantste van het Antwerpse deel van Zurenborg, met een kwalitatieve vertegenwoordiging van zowat alle bouwstijlen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Dit is het resultaat van de investeringen die de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier er deed. Deze bouwmaatschappij werd in 1881 opgericht met als doel de gronden bij het Ooststation te ontwikkelen tot woonwijk voor de middenklasse. Van bij de aanleg van de straat in 1883 investeerde de maatschappij in de Grotehondstraat in de bouw van huizenrijen in samenwerking met verschillende architecten. Dit leverde de typische neoclassicistische basisbebouwing op, geaccentueerd door rode bakstenen neorenaissancegevels, een combinatie die zeer typerend is voor Zurenborg.
Toen de bouwmaatschappij in 1901 een hoofdkantoor wilde bouwen, koos ze een aantal grote percelen centraal in de Grotehondstraat uit om er een nieuwbouw te realiseren. Het kantoorgebouw is op de tekentafel van Cols en Defever samen met de vier aangrenzende art-nouveauburgerhuizen ontworpen als één groot compositorisch geheel. De fantasierijke, monumentale gevels vormen de blikvanger van de wijk en zijn daarmee een uitstekend uithangbord van de succesvolle bouwmaatschappij. Op de binnenplaats van de kantoren werd de Zurenborgkapel als magazijn en werkplaats voor de maatschappij heropgebouwd, nadat ze op de Dageraadplaats was gesloopt om plaats te maken voor de Sint-Norbertuskerk.
De Grotehondstraat heeft nog twee toppers, die beide uiteinden van de straat bekronen. Enerzijds Café du Dôme, een imposant koffiehuis dat in 1893 werd ontworpen door architect Jos Bascourt in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van burgershuizen. En aan de andere kant het gebouw van de Compagnie Générale des Tramways d'Anvers, in 1903 ontworpen door architect Jean-Laurent Hasse en versierd met sgraffiti van de bekende art-nouveaukunstenaar Paul Cauchie.
De zuidelijke gevelwand van de straat (even huisnummers) is zeer homogeen bebouwd met aansluitende rijen statige burgerhuizen, waarin grotere panden zoals het kantoorgebouw van de maatschappij en een lagerschoolgebouw zijn geïntegreerd. Iets jonger dan de neoclassicistische basisbebouwing en anders van stijl is het nummer 8, een smal eclectisch huis waarin de indeling gaaf bewaard is, maar met nieuw schrijnwerk. Het huis werd voor eigen rekening van aannemer Ph. Ahlstrand gerealiseerd in 1902.
De noordelijke gevelwand (onpare huisnummers) is kleinschaliger van bebouwing, minder iets minder kwalitatief en ook meer aangetast in zijn gaafheid door verbouwingen. We zien overwegend neoclassicistische bepleisterde en beschilderde burgerhuizen van twee of drie bouwlagen met verspringende kroonlijstlijnen enkele markante balkons. Opvallend is dat veel aannemers en architecten hier in eigen beheer een woning laten bouwen, wellicht in de hoop om met deze realisaties aan meer opdrachten in de wijk te geraken.
Nummer 1 is een groot burgerhuis van vier traveeën, dat deel uitmaakte van een hoekensemble van een viertal woningen, getekend in 1885 door aannemer P.L. De Coninck die het in eigen beheer liet uitvoeren. Van het ensemble bleef enkel nummer 1 vrij gaaf bewaard over, maar met deels vernieuwd parement.
Nummer 5 is een neoclassicistisch winkelhuis met vervlakt parement, in 1893 gebouwd voor eigen rekening van architect en landmeter E. Horckmans. Ook nummer 7 is een realisatie van Horckmans uit 1896. Het is een neoclassicistisch burgerhuis met hoog souterrain, later met een bouwlaag verhoogd. Horckmans vestigde zich vanaf 1897 zelf in de Grotehondstraat, op nummer 11.
Nummer 41 is een standaardrealisatie van de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van Burgerhuizen. Het bouwdossier vermeldt de architect niet; de neoclassicistische burgerwoning werd met een verdieping verhoogd in 1900. Ook nummer 75 werd gebouwd door de Maatschappij, eveneens naar een dossier zonder vermelding van de architect. De woning uit 1896 heeft een vervlakte neoclassicistische lijstgevel; fronton een ijzeren balkonleuning zijn bewaard.
De drie neoclassicistische burgerhuizen op nummers 79-83 zijn gebouwd als opbrengsteigendommen voor aannemer Jansen-Van Der Veeken, die zich in Zurenborg kwam. De gevels zijn deels vervlakt; nummer 83 is verhoogd.
Nummer 87 werd in 1903 samen met 85 omgebouwd van een magazijn naar twee identieke neoclassicistische woonhuizen. Daarbij werd begane grond gewijzigd en kwam er een derde bouwlaag bij. Aannemer L.G. Jansen-Van Der Veeken, die woonde in de Draakstraat 28 en zijn kantoren had in de Grotehondstraat 95, voerde de werken voor eigen rekening uit.
Nummer 93 is een brede neoclassicistische meergezinswoning met poortdoorgang gebouwd rond 1897 voor G. Christiaenssens, die iets verderop in de Draakstraat 32 woonde. Sobere woning met mooie ijzeren balkonleuningen.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2015: Grotehondstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185997 (geraadpleegd op ).
Gelegen op Zurenborg tussen Arendsstraat en Draakplaats; geopend in 1883 en genoemd naar het sterrenbeeld de Grote Hond. Na de aanleg van de verhoogde spoorwegberm, werd in 1920 wat overbleef van de Korte Jachthonden- of Windhondenstraat bij de Grotehondstraat gevoegd.
Rechte straat met aan weerszij gezicht op spoorwegberm en -bruggen; bebouwing uit de laatste kwart van de 19de tot de eerste kwart van de 20ste eeuw, waarbij nagenoeg alle toen gangbare bouwstijlen vertegenwoordigd zijn: neoclassicisme, eclecticisme, neo-Vlaamserenaissance, neo-François I en art nouveau.
Noordelijke gevelwand (onpaar) met overwegend neoclassicistische bepleisterde en beschilderde enkelhuizen van twee of drie bouwlagen met verspringende kroonlijstlijnen enkele markante balkons; nummers 29 tot 41, met enkele neorenaissance-elementen (nummers 29 en 39), naar ontwerp van E. Stordiau van 1886 in opdracht van de Naamloze Bouwmaatschappij van het Oosten van Antwerpen. Nummer 63 met rondboogvelden met hondenkoppen (verwijzend naar de straatnaam).
Meer homogene en statige zuidelijke gevelwand met naast enkelhuizen, enkele eenheidsbebouwingen en grotere panden zoals een school en de gebouwen van MIVA.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Grotehondstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113475 (geraadpleegd op ).