Inhoudelijk thema

Ontstaan van de Diestiaanheuvels in het Hageland en de Zuiderkempen

ID
134
URI
https://id.erfgoed.net/themas/134
5 km

Basis Lagen

Beschrijving

Het landschap van het Hageland en de Zuiderkempen wordt gekenmerkt door langgerekte, zuidwest-noordoost gerichte heuvelruggen, die in de vakliteratuur worden aangeduid met de naam “Diestiaanheuvels”. Met deze term bedoelen we eigenlijk dat de heuvels nabij hun top of soms volledig bestaan uit het Zand van Diest, een zee-afzetting uit het laat-Mioceen, in een periode van ongeveer tien tot zeven miljoen jaar geleden (Vandenberghe et al., 2014). Ze bestaan uit kwartszand vermengd met glauconiet, een mineraal dat gereduceerd ijzer bevat. De “Diestiaanijzerzandsteen” die hier voorkomt, werd van de volle middeleeuwen tot de 19de eeuw gebruikt voor de bouw van kerken, kapellen, kastelen, watermolens, bruggen, sluizen, kaaimuren, enz.

Traditionele verklaring

Deze vrij indrukwekkende heuvels spreken zeker tot de verbeelding en al gauw stelt men zich de vraag waaraan we de heuvels te danken hebben. Een vaak aangehaalde uitleg (Gullentops 1957) verklaarde de Hagelandse heuvels als zandbanken die tijdens de afzetting van het Zand van Diest in de zogenaamde “Diestiaanzee” werden gevormd. Volgens deze hypothese lagen er zandbanken in een ondiepe getijdenzee, licht schuin ten opzichte van de toenmalige kust, zoals de huidige zandbanken in de Noordzee. Toen de zee zich terugtrok, zouden de zandbanken bewaard gebleven zijn als langwerpige heuvels op de drooggevallen zeebodem. Onder invloed van vegetatie en zure insijpelende regen zou het glauconiet aan de oppervlakte zijn afgebroken en het daarin aanwezige ijzer in diepere lagen zijn afgezet in de vorm van limoniet (ijzerroest), dat zandkorrels aan elkaar kit. Zo vormden zich plaatselijk dikke ijzerzandsteenbanken. In de daaropvolgende geologische periodes werd het land verder opgestuwd. De zandbanken zouden aldus, tegen erosie beschermd door hun kappen van ijzerzandsteen, geëvolueerd zijn tot sterk in reliëf uitstekende, langgerekte heuvels.

Recente verklaring voor het ontstaan

Uit recent wetenschappelijk onderzoek (Houthuys, 2014; Vandenberghe et al. 2014) is gebleken dat de “Diestiaanheuvels” niet ontstaan kunnen zijn uit fossiele zandbanken. De interne opbouw van het Zand van Diest in het Hageland stemt niet overeen met deze van getijdenzandbanken. Het is ook heel onwaarschijnlijk dat een zich terugtrekkende zee haar bodemreliëf niet zou afbreken. Er is dan ook een nieuw model voor het ontstaan van de Hagelandse heuvels voorgesteld (Houthuys & Matthijs 2018, De Clercq e.a. 2015), dat kort samengevat hierop neerkomt: 10 tot 12 miljoen jaar geleden was het land vlak en laaggelegen. In het noordoosten van Limburg en het aangrenzende gebied van Nederland en Duitsland zakte de bodem in een slenkgebied, dat werd ingenomen door een uitloper van de Noordzee, die overigens heel Nederland en Noord-Duitsland bedekte. Kleine rivieren waterden vanuit Noord-Frankrijk en zuidwest-België naar de zee in het noordoosten af. Door zeespiegelrijzing drong de zee vervolgens de rivierdalen in en vormde een kleine zijbaai over de huidige Zuiderkempen en het Hageland. Deze “Hagelandse golf” werd vrij snel opgevuld met gemiddeld en grof, glauconiethoudend zand, aangevoerd vanuit zee door getijdenstromingen. Sommige geulen sneden net voor het einde van de opvulling nog diep in en werden heel snel met grofkorrelig zand opgevuld (Houthuys & Matthijs, 2018). Na de opvulling van de golf met dit Zand van Diest werd het zuiden van België, met op zijn flank het Hageland, geleidelijk opgeheven. Zo gauw het land boven zee uitsteekt, wordt het aangetast door erosie en voeren regenwater en waterlopen het losse zand terug naar zee. Waarschijnlijk heeft de erosie binnen het Zand van Diest de langgerekte zones met het grofste zand gespaard. Regenwater heeft minder “pak” op grof zand, het stroomt er niet af maar dringt eerder de bodem in. Zo zouden de grofkorrelige zones binnen het Zand van Diest de aanleg zijn voor de heuvels van het Hageland. Het zure regenwater zorgde ook voor transport van opgeloste ijzerhydroxiden, die in uitsijpelingszones aan de flanken van de nog lage heuvels konden neerslaan rond de zandkorrels. De roestneerslag vormde een cement dat de korrels met elkaar verbond en het zand tot ijzerzandsteen omvormde. Het proces van de ijzerzandsteenvorming duurt vandaag nog voort. Hoewel de ijzerzandstenen volgens de recente hypothese over het ontstaan van de Hagelandheuvels niet essentieel zijn, kunnen ze wel hebben bijgedragen tot het verder sparen van de heuvels bij de ook vandaag nog doorgaande erosie.

  • DE CLERCQ H., DUSAR M., DE CEUKELAIRE M., SMETS S. & VERHAERT G. 2015: Natuursteen – Diestiaan ijzerzandsteen: een ijzersterk verhaal, in: Wolters Kluwer, Handboek Onderhoud, Renovatie en Restauratie, 62, II.3. Bouwmaterialen, Natuursteen.
  • DUSAR M., DREESEN R. & DE NAEYER A. 2009: Natuursteen in Vlaanderen, versteend verleden.
  • Dusar M. 2014: Geowaarden van de Wijngaardberg, Natuur en landschap, special edition with contributions of the symposium held at Wezemaal, 5 oktober 2014, [online] http://www.natuurpuntoostbrabant.be/docs/PDF/Brochure-Wijngaardberg-2015-LR.pdf.
  • DUSAR M. 2015: Hoe is de wijngaardberg echt ontstaan? Natuurpunt Rotselaar.
  • GULLENTOPS F. 1957: L’origine des collines du Hageland, Bulletin van de Belgische Vereniging voor Geologie 1957, 81-85.
  • HOUTHUYS R. 2014: A reinterpretation of the Neogene emersion of central Belgium based on the sedimentary environment of the Diest Formation and the origin of the drainage pattern, Geologica Belgica, 17.3-4, 211-235.
  • HOUTHUYS R. & MATTHIJS J. 2018: The Hageland Hills, Legacies of the Depositional Architecture of the Miocene Diest Sands: in: Demoulin A. (ed.), Landscapes and Landforms of Belgium and Luxemburg, Springer Verlag, 237-252.
  • VANDENBERGHE N;, HARRIS W.B., WAMPLER J.M., HOUTHUYS R., LOUWYE S., ADRIAENS R., VOS K., LANCKACKER T., MATTHIJS J., DECKERS J., VERHAEGEN J., LAGA P., WESTERHOFF W., MUNSTERMAN D. 2014: The implications of K–Ar glauconite dating of the Diest Formation on the paleogeography of the Upper Miocene in Belgium, Geologica Belgica 17.2, 161–174.

Auteurs: Houthuys, Rik; de Haan, Aukje; Van Driessche, Thomas
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten

Asdonk, Grote Beek en Kleine Beek

Deurne, Molenstede, Schaffen (Diest), Tessenderlo (Tessenderlo-Ham)
Dit gebied ligt aan de rand van het Kempisch plateau, de zogenaamde Zuiderkempen, waar, gevoed door water uit het Kempisch plateau, verschillende beekvalleien ingesneden zijn. Het grootste deel van het gebied wordt gevormd door één van deze beekvalleien, met enkele parallelle waterlopen. In de beekvallei zijn ook enkel vennen aanwezig, nu veelal droogliggend. Buiten de vallei liggen enkele ijzerzandsteenheuvels met groeves waar de stenen gewonnen werden. De bebouwing concentreert zich op de hogere gronden buiten de vallei. Een groot deel van het gebied is ontgonnen in de tweede helft van de 18de eeuw. Een opvallend landschapselement zijn de schansen, opgericht in de periode van de Tachtigjarige Oorlog om de plattelandsbevolking te beschermen tegen plundering en geweld. Op enkele plekken zijn deze schansen nog te herkennen in het landschap.


Demer- en Laakvallei tussen Aarschot en Werchter

Aarschot, Gelrode (Aarschot), Betekom (Begijnendijk), Rotselaar, Werchter (Rotselaar), Tremelo (Tremelo)
De Demervallei van Aarschot tot Werchter is een belangrijk open ruimtegebied van Vlaanderen. Binnen de vallei zijn vele kleine reliëfverschillen die gevormd zijn in de historische riviervallei. Ook zijn er verschillende zandige opduikingen waar reeds in de steentijd bewoning was en waar op enkele plaatsen hoeves en later kastelen zich op vestigden: hoeve Nieuwland, Kasteel Nieuwland, Kasteel van Rivieren, Rega’s hof en het Bruggenhof. Ten zuiden van de vallei liggen enkele Diestiaanheuvels.


Demervallei tussen Aarschot en Diest

Aarschot, Langdorp, Rillaar (Aarschot), Diest, Kaggevinne, Molenstede (Diest), Averbode, Messelbroek, Testelt, Zichem (Scherpenheuvel-Zichem)
Het gebied omvat de Demervallei met overgangen naar rivierterrassen, getuigenheuvels en delen van de aanpalende beekvalleien. In het noorden werd de landduinenrij tussen Gijmel en Zavel mee opgenomen. Op de valleibodem komen talrijke donken en afgesneden en fossiele meanders voor. De Diestiaanheuvels ten zuiden van Molenstede zijn gesitueerd in het traditionele landschap ‘Demerland’. Terwijl Aarschot en Diest zich over de hele breedte van de Demervallei uitstrekken, zijn Langdorp, Messelbroek, Testelt en Zichem oude bewoningskernen aan de rand van de vallei. De valleibodem is nagenoeg onbebouwd.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Ontstaan van de Diestiaanheuvels in het Hageland en de Zuiderkempen [online], https://id.erfgoed.net/themas/134 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.