Nog zeer landelijke gemeente (veeteelt en tuinbouw onder meer onder glas) gelegen ten oosten van de rijksweg Antwerpen-Boom en ten westen van de autosnelweg Brussel-Antwerpen. Enkele beken van west naar oost: Boomse of Nielse Beek, Stijlse Beek, Molenbeek en Mandoerse Beek; 5007 inwoners in 1976 met een oppervlakte van 946 hectare in 1971.
Reet was aanvankelijk een gehucht van Kontich. Op het einde der middeleeuwen vormden Reet en Waarloos een vierschaar, laatst genoemde van 1540 tot 1616 gevoegd bij het rechtsgebied van Kontich, in 1670 werden Reet en Waarloos onafhankelijk van elkaar. De heerlijkheid Reet behoorde van in de middeleeuwen tot de 15de eeuw bij het Land van Mechelen dat in 1464 in handen kwam van Karel de Stoute. De hoge, middelbare en lage rechtspraak van Reet werd in 1505 door Filips de Schone verpand aan Hubert Welle; van 1559 tot 1572 was Reet samen met Waarloos in handen van François Schot. In 1572 werd Reet het achtste en laatste kwartier van het graafschap Cantecroy (zie Mortsel), (vierde kwart van de 16de eeuw - eerste kwart van de 17de eeuw). De heerlijkheid Reet kwam daarna onder meer in het bezit van Lucas van Opmeer (1626), Maximiliaan van der Gracht (1630), de familie de Cordes, jonker J. de Raedt (1646), N. de Groote (1657), de families della Faille (1665 en volgende) en Van den Branden (1692 tot einde Ancien Régime). Het nominatierecht van de parochie, opgericht in 1308-09, behoorde toe aan de abdij van Lobbes.
Centrum op kruispunt van de banen naar Waarloos (Laarstraat), Rumst (Rumstsestraat), Boom (Molenstraat) en Aartselaar (Eikenstraat). In het centrum, gedomineerd door de kerk, banale lintbebouwing uit de 20ste eeuw, verder arbeidershuisjes van twee à drie traveeën en één of anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldak (einde 19de eeuw - begin 20ste eeuw); bepleisterde en beschilderde lijstgeveltjes met rechthoekige muuropeningen.
Even ten zuiden van de dorpskern het omwaterd Kasteel van Reet gelegen in een prachtig park.
Verder verspreide hoevebouw tussen velden, tuinbouw en weilanden. Verscheidene hoeven met oudere kern, verder boerderijen uit 19de en 20ste eeuw bestaande uit woonstalhuis en schuur. Enkele verkavelingen uit de 20ste eeuw: ten noorden van dorpskern (tweede helft van de 20ste eeuw), ten oosten van Predikherenhoevestraat: De Kleine Landeigendom (derde kwart van de 20ste eeuw) en ten westen van de Antwerpsestraat (wijk Kleine Paepedaelen). Zeer recente woningbouw met voornamelijk alleenstaande landhuizen aan de grote wegen, onder meer Clemenshoek, Eikenstraat, Molenstraat, Pierstraat en Steenweg op Waarloos.
- DE LATTIN A., Omzwervingen in de provincie Antwerpen 1953. Het labeurgewest bezuiden Antwerpen tot aan de Nete, p. 19-21.
- S.N., Historische schets van Reet, Uitgegeven ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan, s.l., s.d.
- SCHOBBENS J., Dans la province d'Anvers, dl. II, Brussel [1930], p. 7-9.
- STOCKMANS J.B., Geschiedenis der gemeente Mortsel met aanhangsels over Edeghem, Hove, Bouchout, Borsbeeck, Contich, Waerloos, Reeth en Aertselaer, Brussel, 1975, p. 442-449.