16922 resultaten


ID: 128 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Vanaf 1950 kwam de sociale woningbouw in Vlaanderen massaal op gang in het kader van de uitbouw van de welvaartsstaat, aangemoedigd door de Wet Brunfaut (1949). Deze woningbouw werd vooral gerealiseerd in kleinere woonwijken in de rand van steden en grotere gemeenten. De bebouwing bestaat vooral uit traditionele gekoppelde gezinswoningen, vaak in combinatie met enkele duplexwoningen en/of bungalows (voor bejaarden). Qua architecturale vormgeving wordt zowel gekozen voor een meer pittoresk baksteentraditionalisme als voor de modernistische expo-stijl, of een mix van beide.


ID: 129 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
In 1930, op het Congrès Internationaux d'Architecture Moderne (CIAM) van Brussel, werd vrijstaande hoogbouw in het groen voor het eerst naar voor geschoven als de oplossing voor het woningbouwvraagstuk. Kenmerkend is het pleidooi voor hygiëne, licht, lucht en contact met de natuur, de combinatie van rationele minimumwoningen met gemeenschappelijke voorzieningen en de standaardisatie van zowel het bouwproces als het woningtype. Vanaf midden jaren vijftig werd dit wijkmodel in Vlaanderen toegepast voor sociale woningbouw, zij het relatief beperkt qua aantal en schaal.


ID: 130 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Vanaf de tweede helft van de jaren 1960 zag in de sociale woningbouw een nieuwe generatie parkwijken het licht met aaneengesloten laagbouw, als reactie op de als onmenselijk bestempelde hoogbouwwijken. Kenmerkend is de toepassing van nieuwe schakelwijzen en nieuwe woningtypes zoals patio- of tuinkamerwoningen. Hiervoor werd aangesloten op internationale voorbeelden zoals Arne Jacobson en Team X, ook qua architecturale vormgeving.


ID: 131 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Al in de jaren zestig ontstonden kritische geluiden ten aanzien van de functiescheiding in de (hoogbouw)wijken naar CIAM-gedachte en de vaak erg geïsoleerd gelegen standaardverkavelingen. Deze kritiek richtte zich vooral op het ontbreken van sociaal contact en controle, het gebrek aan speel- en recreatieruimte op buurtniveau, en de onzichtbaarheid van de individuele wooneenheid. Dit vertaalde zich vanaf midden jaren zeventig in een pleidooi voor kleinschalige sociale woningbouw die beter aansloot op bestaande kernen en voor woonerven en woonstraten. Vormelijk vertaalde zich dat vaak in integratiearchitectuur, met een vertrouwde schaal, materiaalgebruik en detaillering.


ID: 132 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
De productie van sociale woningen werd vanaf midden jaren zestig tot eind jaren zeventig gestaag opgedreven, onder andere door het betrekken van private promotoren met de Wet De Breyne uit 1971. Het leeuwendeel van deze sociale woningbouw werd gerealiseerd in grote verkavelingswijken, vaak in of vlakbij landelijke gemeentes. Het woningtype, de gebruikte bouwtechniek en de architecturale vormgeving bleef veelal traditioneel.


ID: 134 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant
Het landschap van het Hageland in het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant en de Zuiderkempen in Antwerpen en Limburg wordt gekenmerkt door langgerekte, noordwest-zuidoost gerichte heuvelruggen, de zogenaamde Diestiaanheuvels of ijzerzandsteenheuvels. Deze heuvels kennen hun ontstaan in een diepe vallei die ongeveer 10 miljoen jaar geleden veranderde in een baai of golf en die opgevuld werd met grof glauconiethoudend zand, aangevoerd door getijdenstromingen. Door een kanteling van het land kwam het Hageland in reliëf te staan. Vervolgens werkten verschillende processen, oa. onder invloed van regenwater, in op het sediment waardoor het zand tot ijzerzandsteen werd omgevormd. Tijdens de ijstijden sneden de rivieren zich weer diep in in het landschap en werden de zandlagen verder geërodeerd. De dikste ijzerzandsteenbanken verhardden echter en boden weerstand tegen erosie, waardoor de Diestiaanheuvels hun huidige vorm kregen.


ID: 136 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Heel wat sociale huisvestingsprojecten, voornamelijk uit de naoorlogse periode, bevatten monumentale kunstwerken, in de vorm van vrijstaande beelden of wandkunst (mozaïek, sgraffito, reliëfs, wandschilderingen of glasramen) in de openbare of gemeenschappelijke delen van gebouwen zoals inkomhallen, trappenpartijen en gemeenschapslokalen.


ID: 137 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Wakker geschud door enkele woningonderzoeken van onder andere journalist Edouard Ducpétiaux (1843-1846) ontdekt de overheid midden 19de eeuw het probleem van de krotwoningen in de steden. Ze wordt hierin gemotiveerd door een burgerlijk eigenbelang: slechte woonomstandigheden leiden tot besmettelijke epidemieën, sociale onrust, onzedelijkheid (wat nefast is voor de openbare veiligheid en de werkmoraal) en hogere gezondheidskosten voor de overheid.


ID: 138 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Renaat Braem stelde in 1954 dat bejaardenhuisvesting na het krottenprobleem het belangrijkste vraagstuk was inzake woningpolitiek. De vergrijzing – op zich een gevolg van de hogere leeftijdsverwachting en het dalend geboortecijfer – kende na de Tweede Wereldoorlog inderdaad een exponentiële groei.


ID: 139 | Inhoudelijk

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen
Aan de hele Belgisch-Nederlandse grens (458 km) werden ingevolge het traktaat van Maastricht van 8 augustus 1843 grenspalen geplaatst.