Het verkennend booronderzoek leverde geen relevante vondsten op.
Bij het proefsleuvenonderzoek werden verspreid over het terrein acht sporen aangetroffen. Hiervan werden vier sporen geïnterpreteerd als natuurlijk. De andere sporen betreffen een subrecente ingedamde gracht, greppels en een kuil.
De gracht, die via de historische kaart Atlas der Buurtwegen gedateerd kan worden tussen 1777 en 1840 n.C. Het is een deel van de perceelstructuur, die nog steeds zichtbaar is door de greppel die verder loopt in oostelijke richting.