is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 6539
Deze aanduiding is geldig sinds
omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9417
Deze aanduiding is geldig sinds
Dankzij de opgraving kon bevestigd worden dat dit deel van de stad in de (tweede helft van de) 13de eeuw binnen de stadsversterking gebracht werd. Het drassige terrein werd in deze periode ca. 60cm opgehoogd en bouwrijp gemaakt. Deze vaststellingen zijn in overeenstemming met andere waarnemingen in de binnenstad van Ieper. Het voorkomen van kuilen tussen de onderste ophogingspakketten wijst erop dat de ophoging gefaseerd verliep: tussen de verschillende ophogingsfasen vonden er op het onderzochte terrein (artisanale) activiteiten plaats.
Daarnaast kwamen tijdens het archeologisch onderzoek een groot aantal funderingen aan het licht, die in verband te brengen zijn met het ontstaan van het kloostercomplex van de Minderbroeders (13de eeuw). De interpretatie van deze sporen is bijzonder moeilijk, enerzijds t.g.v. de fragmentarische bewaringstoestand van de sporen en anderzijds t.g.v. het gebrek aan ruimtelijk inzicht. Desondanks leverde de opgraving bijzonder interessante resultaten op. Gezien het feit dat nooit eerder archeologisch onderzoek werd uitgevoerd op deze site, kon voor het eerst inzicht verkregen worden in het ontstaan en de evolutie van één van de oudste kloostersites binnen de stadsmuren van Ieper.
Tijdens de opgraving werd een fragmentarisch bewaarde stookplaats aangetroffen. Enkel het onderste niveau kon nog geregistreerd worden; de bakplaat en de (aanzet van de) bovenbouw waren niet meer bewaard. De oven lijkt een circulair grondplan met 1 of meerdere uitstulpingen te hebben. Wat de datering betreft, dient opgemerkt te worden dat de 2 14C-dateringen geen absolute datering opgeleverd hebben. Verklaring voor de te oude dateringen ligt in het zgn. oud-hout effect. Op basis van de stratigrafische gegevens kan aangenomen worden dat de stookplaats in de 14de eeuw te dateren is. Andere structuren uit de late middeleeuwen zijn muurresten, kuilen en ophogingslagen.
Bijzonder interessant is dat er een directe link is tussen het klooster van de Minderbroeders en het aardewerkensemble dat in een ophogingslaag werd aangetroffen. Dit ensemble is te dateren in de late 14de eeuw/1ste helft 15de eeuw. Deze datering kon gegenereerd worden op basis van de typologie van het aardewerk en wordt ondersteund door de 14C-dateringen. Het ensemble bestaat bijna uitsluitend uit grijsbakkend, ongebruikt aardewerk; het betreft bijna uitsluitend (schenk)kannen. Slechts een klein percentage binnen dit ensemble is te interpreteren als gebruiksafval. Eén recipiënt is als luxe waar te bestempelen.
Het is de luxe waar binnen dit pakket die onmiskenbaar wijst op een link tussen het aardewerkpakket en het klooster van de Minderbroeders. Het gaat om een zeer uitzonderlijke vondst, nl. een voorraadpot vervaardigd in zgn. fritware. Deze pot is vermoedelijk afkomstig uit Syrië. In Vlaanderen en Nederland zijn slechts enkele voorbeelden van islamitische potten in laatmiddeleeuwse contexten gekend.
Uit de postmiddeleeuwen dateren een riool, een waterput geassocieerd met een loden waterleiding en een kelder of een beerput.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Ruben Willaert nv
Beschrijving:
Het kalkmortelniveau is vermoedelijk als een werkvloer te beschouwen. Wellicht is dit niveau te associëren met het ontstaan van de eerste bebouwing in deze zone. Het gros van het aardewerk kan met de ophoging-fase 1 geassocieerd worden. In de ophogingspakketten waren verschillende kuilen ingegraven. De oven wordt gekenmerkt door een slechte bewaringstoestand. Enkel het onderste niveau (ca. 40cm) kon nog gedocumenteerd worden. De muren zijn uit baksteen opgebouwd. In het metselwerk werden occasioneel ook fragmenten ijzerzandsteen, witsteen en Doornikse kalksteen vastgesteld. Het metselwerk lijkt aan oostelijke zijde geassocieerd met een palenrij (hout).
Binnen een ophogingslaag werd ook een aardewerkpakket aangetroffen met daarin een pot vervaardigd in fritware uit Syrië (luxewaar). Tussen de scherven in het aardewerkpakket werd namelijk zowel houtskool, verbrand botmateriaal als verschillende houtfragmenten aangetroffen. In totaal werden 5 fragmenten leer en 1 fragment menselijk bot ingezameld.
Beschrijving:
Het opgravingsterrein wordt over de volledige breedte oversneden door een bakstenen riool. In het oostelijke deel van het projectgebied kon een toevoerkanaal geregistreerd worden. In de noordwestelijke hoek van het opgravingsgebied werd een bakstenen waterput aangesneden. De waterput was geassocieerd met een loden waterleiding. Voor een rechthoekige structuur is niet helemaal duidelijk of het hier gaat om een kelder met vensteropening of om een beerput met ruimgat.
Is deel van
Historische stadskern van Ieper
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoge Wieltjesgracht [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980950 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.