Algemeen

In totaal werden 36 sporen geregistreerd en genummerd die geïnterpreteerd werden als muur, gracht, kelder, wegfundering, paalkuil of karrespoor. Er werden 18 vondsten ingezameld waarvan 10 scherven aardewerk, 3 dierlijk bot, 3 metaal en 2 fragmenten bouwkeramiek.

Middeleeuwen

In 4 van de werkputten werd de onderfundering van een oud wegtracé aangetroffen. Er is een opeenvolging van wegdekken/funderingen en ophogingen, met een totaal van twaalf horizonten of lagen, aanwezig. De lagen bestonden uit zandig tot meer kleiig materiaal met al dan niet inclusies van grind en hout. Aan de basis is een wegniveau met duidelijke karresporen zichtbaar. Boven de moederbodem bevinden zich meerdere lagen met takken, afkomstig van een houten wegfundering. De takken in deze wegdekken zijn noord-zuid georiënteerd, loodrecht op de looprichting van de weg. De diameter van de gebruikte takken situeerde zich steeds tussen 2 en 10 cm. Het uit deze fundering gerecupereerd aardewerk kan in de 13de-14de eeuw gedateerd worden. De oudste fase van de weg lijkt relatief smal geweest (140-160 cm) te zijn en werd geflankeerd door twee grachten, waarna de weg verbreed en van een houten fundering voorzien werd. De maximaal gemeten breedte bedraagt ca. 225 cm. langsheen de grachten werden paalkuilen van een beschoeiing aangetroffen.

Op vijf stalen van de houten wegfundering en één fragment dierlijk botmateriaal werden koolstofdateringen uitgevoerd. Op basis van de uitgevoerde koolstofdateringen kan het opgegraven wegtracé in de volle middeleeuwen - tussen het tweede kwart van de 11de en het begin van de 13de eeuw - gedateerd worden.

Twee palen die zich langs de houten wegfundering bevonden, werden aangeboden voor dendrochronologisch onderzoek. Eén monster afkomstig van de houten wegfundering, werd aangeboden voor houtsoortdeterminatie. De palen bleken ongeschikt. De tien twijgen en takken uit monster 2 zijn allemaal els.

Nieuwe tijd

Er werden ook muurresten aangetroffen. Het gros van het blootgelegde muurwerk lijkt van post-middeleeuwse oorsprong te zijn. Twee muren kennen mogelijk een oudere oorsprong. 1 van de muren kan geïnterpreteerd worden als noordelijk deel van de Leuvense binnepoort of Berlaerpoort, waaraan men in 1367 begon te bouwen. De andere muur maakt mogelijk deel uit van de aanzet van de Gasthuisbrug die onder meer zichtbaar is op de kaart van J. van Deventer.