Beschrijving
Deze bescherming betreft de Sint-Arnolduskapel met aangebouwde sacristie (enkel gebouwen), interieurelementen en cultuurgoederen.
Waarden
De neogotische 'Sint-Arnolduskapel' met aangebouwde sacristie en interieurelementen is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
ruimtelijk-structurerende waarde
Rondom de centraal in het bosrijke brongebied ingeplante Sint-Arnolduskapel werd het
bedevaartpark vanaf de jaren 1882 verder ontwikkeld. De promotie-affiches die vanaf het
einde van de 19de eeuw werden uitgegeven, beelden de kapel met de markerende portalen
en het spitse tentdak steeds af als het centrale gebouw van het bedevaartoord. Door zijn
achthoekige grondplan is de kapel perfect symmetrisch opgebouwd. De drie tudorboogportalen in de zuidgevels versterken deze symmetrie nog en betrekken de kapel en
het omringde bedevaartplein, met banken en openluchtpreekstoel, op elkaar. Deze
structurering wordt nog versterkt wanneer de vleugeldeuren opengezet worden. Op deze wijze is de kapel ook geschikt voor vieringen in openlucht.
volkskundige waarde
De devotie tot Sint-Arnoldus, patroonheilige van de bierbrouwers, bierstekers en herbergiers,
is gelinkt aan de legende waarbij de heilige besmet water tot gezond bier zuivert. Het
bedevaartoord en de Sint-Arnolduskapel werden dan ook bewust ingericht in een brondal. In
het interieur van de kapel verwijzen het Sint-Arnoldusaltaar met beeld, het reliekschrijn en
het wapenschild en -spreuk waarmee het mangat in het gewelf ingevuld is, naar Sint-Arnoldus.
Er bestaat nog steeds een Sint-Arnoldusverering in de kapel: van 15 tot 23 augustus wordt hier een jaarlijkse Sint-Arnoldusnoveen gehouden.
artistieke waarde
Het interieur van de bedevaartkapel is verrijkt met een neogotisch Sint-Arnoldusaltaar, naar
ontwerp van Antonius Verbeke, met sierlijk houtsnijwerk van spitsboognissen, hogels,
kruisbloemen en pinakels. De polychrome beschildering van het mangat in het gewelf met
wapenschild en -spreuk van Sint-Arnoldus getuigt nog van de overvloedige polychromie
waardoor de neogotische kapel gekenmerkt werd.
architecturale waarde
De 'Sint-Arnolduskapel' is circa 1863 ontworpen in neogotische stijl door architect Pierre
Croquison, provinciaal bouwmeester voor onder meer het arrondissement Kortrijk en een
belangrijke figuur voor de neogotische kerkenbouw. Gezien de kapel en het bedevaartpark in
het teken stonden van de verering van een llde-eeuwse heiligenfiguur, was de keuze voor
een neomiddeleeuwse bouwstijl evident. Kapellen zijn echter erg uitzonderlijk binnen het
oeuvre van Croquison. Ook kapellen met een achthoekige plattegrond vormen een uitzonderlijk gegeven.
De architectuur van de Sint-Arnolduskapel is gericht op de centrale ligging binnen het
bedevaartpark. Door het achthoekige grondplan is de kapel perfect symmetrisch opgebouwd
met acht puntgevels, die telkens ingevuld zijn door eenvoudige lancetvensters. Ondanks of
dankzij het sobere materiaalgebruik van rode baksteen creëren de geprofileerde omlijstingen
van de drie tudorboogportalen met vleugeldeuren en de lancetvensters een erg expressieve
architectuur. De zich herhalende, verticaliserende puntgevels, ingevuld met smalle en hoge
vensters en van elkaar gescheiden door naar boven toe versmallende steunberen, vormen
als het ware een elegante kroon, waarboven het spitse leien tentdak, met sierlijk ijzeren kruis
en windvaan, oprijst. In het interieur wordt de ruimtewerking bepaald door de lancetvensters
waarlangs een overvloedig licht binnenvalt, het houten altaar en het hoge straalgewelf met
centraal mangat. Het achthoekige grondplan verdeelt de wanden van de kapel in acht gelijke
spitsboogvelden, ingevuld met vensters. De smalle zuiltjes, op de overgang van de
spitsboogvelden, vloeien over in de ribben van het straalgewelf en convergeren naar het
cirkelvormige mangat van het gewelf. Naast de lancetvensters, de zuiltjes en de ribben vormt
ook de kleinarchitectuur van het neogotische Sint-Arnoldusaltaar, naar ontwerp van de
Brugse architect en beeldhouwer Antonius Verbeke, een sterk verticaliserend element met
sierlijke spitsboognissen.
historische waarde
De neogotische 'Sint-Arnolduskapel' vormt de oudste getuige van de door Vital Moreels
gestuurde ontwikkeling van het bedevaartpark, gewijd aan Sint-Arnoldus. Samen met de
dorpspastoor ijverde deze kerkbaljuw, mecenas en lokaal politicus in de jaren 1860 voor de
oprichting van de kapel. Door bedevaarders naar het brongebied van de Sint-Arnoldusbeek
te trekken, wilden ze de eeuwenoude Sint-Arnoldusverering in de dorpskerk ook buiten het
dorp uitbouwen. Zij bouwden daarbij verder op een bestaande verering in het brongebied,
waar reeds rond 1817 een pijlerkapelletje werd opgetrokken nabij de Sint-Arnoldusbron. Het
bisdom Brugge steunde, als grote voorstander van de volksdevotie, de bouw van de kapel en
de religieuze en toeristische ontwikkeling van het bedevaartoord. De kapel werd in 1864-1866 gebouwd door de Kortrijkse architect Pierre Croquison, en pas in de volgende decennia
verder afgewerkt. De iconografie van het altaar van 1874 verwijst zowel naar Sint-Arnoldus
als naar kerkbaljuw en mecenas Moreels: de roervork verwijst naar Sint-Arnoldus als patroon
van de brouwers, de hellebaard naar Moreels in zijn functie van kerkbaljuw.