Gewezen directeurswoning, voorheen zogenaamd "hotel Stroobant de Terbruggen". Op de gronden van het lyceum stond eertijds een convict, een kosthuis voor rector en leraars alsook voor vreemde leerlingen van de Latijnse school, opgetrokken tussen 1645 en 1648 door de priorij van Corsendonk (zie Oud-Turnhout, Corsendonk nummer 5); hoewel men lange tijd aannam dat de Latijnse school pas in 1637 werd gesticht, bestond er in 1562 al een school met Latijns onderricht op niveau; van 1637 tot 1645 werd de Latijnse school bestuurd door Wouter van Stiphout en van 1645 tot 1761 door de kanunniken van Corsendonk, waarna ze door wereldlijke priesters werd overgenomen. De school zelf bevond zich op de Grote Markt, aan de noordzijde van het kerkhof. In 1797 werden de lessen gestaakt. Heringericht in 1806 in de voormalige gebouwen van het Heilig Graf in de Herentalsstraat, sloot deze stedelijke instelling in 1831 haar deuren.
Inmiddels, in 1817, was Pieter De Nef begonnen met een private Latijnse school voor externen en internen in het hotel Terbruggen in de Begijnenstraat doch in 1820 reeds verhuisde hij naar de Herentalsstraat in een pand recht tegenover de stedelijke Latijnse school die hij later zou overnemen; hetzelfde jaar huurden de zusters van het Heilig Graf het hotel in de Begijnenstraat, van 1840 tot 1853 verleende het onderdak aan de stadsarmenschool, vanaf 1842 aan de Rijks Lagere Hoofdschool van Sanders; deze werd in 1851 de Rijksmiddelbare school, in de volksmond de "commoyenne" genoemd, waarvoor in 1862 schoollokalen werden opgetrokken naar ontwerp van stadsarchitect J. Van Gastel; later werd dit het Koninklijk Atheneum en Lyceum.
Van het voormalige gebouwencomplex bestaande uit een klassenvleugel opklimmend tot 1862 met latere uitbreidingen, een ruime burgerwoning uit het vierde kwart van de 19de eeuw ten noorden, diverse oudere gebouwen en een breed herenhuis van circa 1800 ten zuiden, bleef alleen laatstgenoemde overeind.
Neoclassicistisch dubbelhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met dakkapellen, aan de voorgevel in houten omlijsting met driehoekig fronton. Vereenvoudigde gecementeerde, beschilderde lijstgevel afgesloten met geprofileeerde architraaf, vlak fries en kroonlijst. Rechthoekige muuropeningen; noch de luiken voor de benedenvensters, noch de oorspronkelijke arduinen deuromlijsting bleven bewaard.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier A/0251.
- DE KOK H. & VAN AUTENBOER E., Turnhout. Groei van een stad, Turnhout, 1983, passim.
- S.N., 150 jaar Sint-Jozefcollege Turnhout,Turnhout, 1996, p. 32-47.