Gelegen in een moderne woonwijk. Enig overblijfsel van de Frankische "Villa Tishengien" die voor de 11de eeuw het huidige Mortsel, Hove en Edegem omvatte, het domein werd volgens de legende circa 660 door Heilige Reinhildis aan de abdij van Lobbes geschonken. De schuur van de hoeve verdween bij de aanleg van de verhoogde spoorwegberm, de omwalling ging verloren door stratenaanleg en verkaveling. Langgestrekte hoeve (nok loodrecht op de straat) met woonhuis en stallingen uit de 17de eeuw, in 1963-65 gerestaureerd naar ontwerp van architect Y. Devos (zie opschrift). L-vormig grondplan, hogere stallingen met potstal breder uitgebouwd aan noordgevel.
Verankerde bakstenen gebouwen van één bouwlaag onder steil rieten zadeldak. Zijpuntgevels van stalling met muurvlechtingen. Zuidelijke voorgevel woonhuis van vier traveeën; klimmende dakkapel met luik. Noordoostzijde met twee opkamers naast elkaar. Gerestaureerde, beluikte en getraliede kruis- en kloosterkozijnen; rechthoekige keldervensters (noordoostzijde); korfboogvormige luiken en deuren, laatstgenoemde eertijds omgeven door brede gekalkte band. Rechthoekige stalpoorten met houten latei.
Zwaar beschadigd (dakgebint, woonhuis) door brand op 30 september 1979.
VAN DEN BERGH P., De geschiedenis der villa Diezegem, in Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, jaargang XXVI, nummer 2, 1978, 22-25.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)