is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Couwenberghhoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Couwenberghhoeve
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Couwenberghhoeve met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Couwenberghhoeve
Deze vaststelling was geldig van tot
Langgestrekte hoeve uit de 18de eeuw (nok parallel aan de straat) omringd door landerijen.
Rechthoekige schuur uit de 20ste eeuw (nok parallel aan de straat) aan noordzijde. Het goed Coudenberghe werd voor het eerst vermeld in 1292 in een schenkingsakte aan de abdij van Nazareth, en de hoeve werd voor het eerst vermeld in 1301. In 1405 sprake van een goed met huizingen, toen in bezit van Raas van Gavere. Daarvoor in bezit van de familie Drake, en Raas van Gavere werd opgevolgd door de familie Derkinderen. In 1436 kwam het in bezit van Jan van Wesembeke en daarna in bezit van Hendrik Spermage, monnik van Villers. Van de 15de tot de 18de eeuw hoorde het aan de abdij van Villers.
Nagenoeg rechthoekig gebouw met van links naar rechts dwarsschuur van twee traveeën onder afgewolfd dak (Vlaamse en cementpannen), stalling van drie traveeën onder zadeldak (mechanische pannen) en woonhuis van vier traveeën onder zadeldak (cementpannen), uit de 18de eeuw met mogelijk oudere kern zie schouw gedateerd 1558, verbouwingen in de 19de en de 20ste eeuw.
Verankerd bakstenen gebouw met gecementeerde westelijke zijgevel en plint. Woonhuis met onderkelderde noordwestzijde, opkamervenster bij vierde travee van de noordgevel namelijk getralied en beluikt kloosterkozijn met arduinen dorpels, gekalkte randen en flankerend gekalkt kruis. Bij oorspronkelijke zuidelijke voorgevel beluikte arduinen kruiskozijnen met tweeledige ontlastingsbogen. Bij noordgevel verder nog een getralied kloosterkozijn met arduinen dorpels en gekalkte rand. Westgevel met vernieuwde rechthoekige vensters. Steekboogdeur bij noordgevel met gekalkte rand en bekronend gekalkt kruis; gedichte steekboog- en rechthoekige deur bij zuidgevel. Aan noordzijde breder uitgebouwde en verbouwde stalling zie verhoging en vernieuwde rechthoekige muuropeningen.
Langsschuurtje met meestal vernieuwde rechthoekige muuropeningen. Oostgevel met muurvlechtingen, centrale rondboogpoort en drie uilengaten in top.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Ten zuidwesten van de hoeve is een siertuintje aangelegd. Ten westen en ten noorden bevindt zich een kleine boomgaard. De via een dreef bereikbare “Cense Cauenbergh” is reeds herkenbaar op de Ferrariskaart (1770-1778).