erfgoedobject

Centrale dienst- en huisvestingsgebouwen

bouwkundig element
ID
200625
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200625

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het symmetrisch opgebouwd gebouwencomplex rondom de omvangrijke binnenplaats, het bewaard koorgedeelte van de voormalige kapel gelegen aan de oostelijke buitenzijde van het complex en de werkplaatsen aan de zuidelijke buitenzijde dateren van de periode 1880-1898; ze hebben evenwel enkele latere aanpassingen en verbouwingen ondergaan. De binnenplaats vertoont nu brede verharde paden en graspartijen, beplant met linden en achteraan een ovale vijver. De overige gebouwen zijn banale huisvestingsgebouwen of werkplaatsen uit het vierde kwart van de 20ste eeuw; zo heeft het nieuwe celgedeelte de plaats ingenomen van het voormalige ouderlingenhuis ondergebracht in vier gekoppelde gelijklopende gebouwen, onderling verbonden door een verbinding met centrale gang, zoals weergegeven op de steendruk van 1904.

Poortgebouw en westvleugel van de binnenplaats herbergden destijds administratie, vergaderzaal, portier, wacht, enzovoort. Het symmetrisch opgebouwd geheel is gemarkeerd door de centrale poort bestaande uit een ijzeren hekken tussen bakstenen pijlers; eertijds was ze gecantonneerd door wachttorentjes. Aan de zijhekken paalt nu aan weerszijden een lage aanbouw onder plat dak. Hiertegen leunt telkens een hoekgebouw aan van drie op drie traveeën en twee bouwlagen onder tentdak; de rij wordt dan verder aan beide zijden afgesloten door vleugels van één bouwlaag en respectievelijk vijf traveeën onder zadeldak en drie traveeën onder plat dak. De noord- en zuidzijde van de binnenplaats zijn afgelijnd door dwarsgebouwen van één bouwlaag met een drie traveeën brede puntgevel onder overkragend zadeldak (nok loodrecht op binnenplaats): de smalle diepe ruimten met breedte onder één overkapping fungeerden destijds als magazijnen, wasserij, enzovoort; in de bredere zalen onder twee of meer overkappingen werden destijds verwarmde opvangruimte, refter, smidse en schrijnwerkerij, werkplaatsen ondergebracht. Achter elk gebouwenblok lag een "koer" zoals onder meer deze van de aardappelschillers ten zuiden; gelijklopende hangars en werkplaatsen en ook muurpartijen dienden als afsluiting aan de buitenzijde.

De noordwest-, zuidwest- en noordoosthoek en vroeger ook de zuidoosthoek van de binnenplaats zijn gemarkeerd door dwarsgebouwen van vijf bij negen traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de binnenplaats); ze herbergden destijds de gevangenis, magazijnen, de berging voor de brandpomp, de ziekenafdeling, de keuken, enzovoort. Aan de binnenplaatszijde vertonen ze brede tuitgevels afgezet met klimmende friezen die ook worden herhaald in de tot puntgevel uitgewerkte drie middentraveeën aan de straatzijde. Met hun aanpalende bijgebouwen van vijf traveeën en één bouwlaag sluiten ze aan bij de achtergevels van de westvleugel en brengen een bijzonder accent in de aaneenschakeling van het volledig symmetrisch opgebouwd volumespel.

In de oostvleugel van de binnenplaats met vroegere magazijnen, refter enzovoort vertrekt een symmetrische compositie vanuit het centraal gebouw (nok loodrecht binnenplaats) met puntgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen, geflankeerd door langgestrekte vleugels (parallel aan de binnenplaats) van twaalf traveeën en één bouwlaag. In de originele rondbogige muuropeningen van de puntgevel zijn inmiddels rechthoekige ramen ingewerkt en de boogvelden aangepast. Oorspronkelijk vormde deze oostvleugel de façade van een groot gebouwenblok erachter waarbij de opbouw van de voorgevel werd aangehouden: achter en gelijklopend met de zijvleugels van de oostvleugel een aaneenschakeling van volumes van één bouwlaag, destijds vijf slaapzalen, elk onder ongeveer vijf overkappingen, die gescheiden werden door een centrale gang gelegen in het verlengde van de haakse middenbouw en eindigend op de kapel. Na een brand in 1977 werd dit complex vervangen door een banale nieuwbouw.

Kapel. Met de brand van 1977 werd ook het merendeel van de kapel vernield; enkel het kapelkoor, te situeren op dezelfde lengte-as als de vermelde middenbouw van de oostvleugel, bleef bewaard. Koor met driezijdige sluiting onder afgewolfd zadeldak (leien) met ijzeren kruis. Flankerende lagere annexen van twee op twee traveeën onder overkragend zadeldak (leien); later aangebracht apart zijportaal met toegang voor het omwonende publiek ten noorden en aansluitende sacristie ten zuiden. Rondbogige muuropeningen, in de koorsluiting met ijzeren tracering en glas in lood, in aanbouwsels met bewaard houtwerk, kleine ijzeren roedeverdeling en tralies.

Interieur: drieledige koorruimte met bakstenen binnenmuren op arduinen plint en verbindende rondbogige scheibogen. Ziende houten kap met trekbalken op uitgewerkte korbelen met standzonen; verzorgde beplanking tussen de gordingen en de kepers. Monumentale rondboogdeur die voorheen het koor van de beuk scheidde; houten vleugeldeur met panelen en bovenlicht met fraaie ijzeren tracering. Van het mobilair is niets bewaard, op de fraai uitgewerkte smeedijzeren lichtarmen na, verrijkt met sierlijke bloem- en bladmotieven.


Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Kolonie Wortel

  • Is deel van
    Rijksweldadigheidskolonie Wortel


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Centrale dienst- en huisvestingsgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200625 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.