19de-eeuwse driewoonst genaamd "De Achterreke". De woningen zijn de tegenhanger van de "De Voorreke", gelegen aan de Grote Heerweg bij de splitsing met de Kleine Heerweg. Nummer 96 is thans genaamd "Leierust".
Volgens het kadaster worden de woningen nummers 94-96 gebouwd in 1860 in opdracht van landbouwer Pieter Jan Terrijn, pachter op het goed "Te Beaulieu" en schepen in Beveren (registratie in 1865). In 1869 komt de tweewoonst in het bezit van landbouwer Camiel Coussement, getrouwd met één van Terrijns dochters. Volgens het kadaster laat Camiel Coussement in 1873-1875 de woning nummer 92 optrekken. Aan de achterzijde van elke woning bevindt zich een opkamer en washuis. Elke woning beschikt over een zwingelkot, geitenkot, "zwijnekot", mesthoop en aalput. De deelpomp staat buiten aan de noordzijde. De huisjes worden bewoond door werkmannen, dagloners, wevers, vlaswerkers en spellewerksters. In 1893 wordt Emiel Van Acker eigenaar van de driewoonst. Omstreeks 1900 wordt één van de huisjes betrokken door Camiel Meesseman, die er de herberg "De Meersblomme" uitbaat. Volgens het kadaster wordt vóór 1904 een bijgebouw achter de woning nummer 96 opgetrokken en wordt de zwingelarij rechts van nummer 92 gebouwd. In 1920 verwerft Arthur Van Acker de driewoonst.
Geheel van drie lage, gekoppelde woningen. Witgeschilderde, verankerde baksteenbouw op een gepekte plint en onder een doorlopend pannen zadeldak. Nummer 94 is bepleisterd en witgeschilderd. Lage aanbouw onder pannen lessenaarsdak tegen de zijgevel van nummer 92. Licht getoogde openingen (aangepast bij nummer 92) met vernieuwd houtwerk. Rechts van nummer 92, begin 20ste-eeuwse zwingelarij rechts van nummer 92.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Beveren-Leie, 1865/1, 1874/1, 1909/1.
- DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Toponymische wandelingen door Beveren-Leie, in De Gaverstreke, jg. 11, 1983, p. 417-418.
- DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Bevers schetsboek, Beveren-Leie, 1982, p. 80-81.